Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

FGw wil faculteitsraad herinvoeren en minder managers

Dirk Wolthekker,
24 mei 2016 - 15:07

De Werkgroep herziening besturingsmodel Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) heeft haar eindrapportLees hier het rapport in pdf. aangeboden aan het faculteitsbestuur. De werkgroep pleit voor de herinvoering van ongedeelde medezeggenschap, waarbij studenten en medewerkers samen zitting hebben in één faculteitsraad. Hoe die moet worden ingevoerd is nog even de vraag.

‘Het model van gedeelde medezeggenschap leidt tot een vergadercircus en segregatie tussen studenten en personeel,’ stelt de werkgroep onder leiding van hoogleraar politieke geschiedenis Mieke Aerts. ‘De Wet op de Ondernemingsraden (WOR) was bedoeld voor het regelen van de medezeggenschap in het bedrijfsleven en voor procedures bij de belangentegenstellingen tussen ondernemer en personeel. Maar de universiteit is geen bedrijf. Het is al met al niet verrassend dat velen de keuze voor de ondernemingsraad-variant door de UvA als een historische vergissing zien.’

 

Gemeenschappelijk belang

De Werkgroep herziening besturingsmodel FGw heeft er in een notitie, die gelijktijdig met het eindrapport naar buiten is gebracht, maar geen doekjes om gewonden: het medezeggenschapsysteem met een ondernemingsraad voor personeel en een studentenraad voor studenten heeft zijn langste tijd gehad. Het bestaande systeem zou zo moeten worden aangepast ‘dat het gemeenschappelijk belang van universiteit en faculteit voorop staat.’ Dat is met gescheiden medezeggenschapsorganen niet het geval, want daarin komen medewerkers en studenten ieder in een eigen raad alleen voor het eigen belang op. Naast dit principiële punt is er ook nog een praktisch nadeel aan gescheiden raden, namelijk het vergadercircus dat ontstaat vanwege dubbele vergaderingen.

Volgens de werkgroep moeten er minder bestuursfuncties komen, vooral minder opleidings- directeuren

Universiteitsreglement

Voor het optuigen van een faculteitsraad liggen nog wel een aantal problemen op de loer, want de faculteit kan dat niet op eigen houtje doen: het Universiteitsreglement moet ervoor worden aangepast en daar moeten de studentenraad en ondernemingsraad mee instemmen. De vraag is of die zo gemakkelijk zullen instemmen met hun eigen opheffing.

 

Bovendien zullen dan ook aan andere faculteiten faculteitsraden moeten worden ingevoerd en op centraal niveau de Universiteitsraad. Althans: het lijkt niet waarschijnlijk dat de UvA als geheel met twee medezeggenschapssystemen mag of wil werken. Naast de UvA kennen ook de Vrije Universiteit, de Radboud Universiteit Nijmegen, de TU Delft en Wageningen Universiteit het systeem van ‘gedeelde’ medezeggenschap. De andere universiteiten hebben een systeem met faculteitsraden en een overkoepelende universiteitsraad.

 

Mocht het systeem worden ingevoerd, dan kan zulks niet eerder dan in 2018, wanneer er nieuwe verkiezingen zijn voor de ondernemingsraden. ‘In de tussentijd moet worden overwogen om de gemeenschappelijke vergadering van ondernemingsraad en studentenraad meer gewicht te geven.’

 

Decentralisering

Een eventuele invoering van de faculteitsraad heeft allerlei gevolgen voor de manier waarop de faculteit wordt bestuurd en aangestuurd, constateert de commissie in het eindrapport. Uitgangspunt is de zeggenschap over onderwijs, onderzoek en personeel ‘zo laag mogelijk’ in de organisatie te leggen.

 

Met een stoet aan managers, directeuren en voorzitters die tamelijk centralistisch beslissingen nemen is dat nu niet het geval, constateert de werkgroep. ‘Een groot probleem’ in het huidige bestuursmodel is onder meer dat afdelingen, waar de opleidingen onder vallen, geen eigen personeelsformatie hebben. Beslissingen daarover worden nu op centraal niveau binnen de faculteit gemaakt en dat zou moeten veranderen: afdelingen moeten zeggenschap krijgen over hun eigen formatie, gebaseerd op het onderwijs- en onderzoeksbudget dat zij krijgen toegewezen.

 

Daarnaast moeten er volgens de werkgroep minder bestuursfuncties komen, vooral minder opleidingsdirecteuren. Zo is er nu bijvoorbeeld één opleidingsdirecteur voor de bacheloropleidingen en één voor de masteropleidingen. De werkgroep pleit ervoor die functies samen te voegen. Dat is op dit moment door het College van Bestuur verboden, maar de werkgroep pleit voor een uitzondering daarop voor de FGw, omdat veel opleidingen ‘een geringe omvang hebben’.