Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
actueel

UvA kondigt diversity officer aan bij presentatie rapport diversiteit

Dirk Wolthekker,
12 oktober 2016 - 13:43

Quota komen er op korte termijn niet en de verplichte diversiteitscursus kwam vanochtend niet terug in het rapport van UvA’s commissie Diversiteit. Wel komt er een diversity officer; die aanbeveling van Gloria Wekker nam collegevoorzitter Geert ten Dam direct over.

In een volle Doelenzaal van de UB heeft de commissie Diversiteit vanochtend haar geheel Engelstalige eindverslag Let’s do diversity aangeboden aan de academische gemeenschap. De UvA moet een ‘sociaal rechtvaardige’ en ‘diversiteitsvaardige’ universiteit worden. De commissie komt met zes aandachtspunten met een hele reeks aanbevelingen, zoals een discrimatiemeldpunt en een ombudsmanLees hier het volledige rapport in pdf. Hier kun je de Nederlandse vertaling van de samenvatting lezen..

 

De commissie heeft geconstateerd dat het daar nogal aan mankeert. Sterker nog: ook collegevoorzitter Geert ten Dam, die het eindverslag in ontvangst nam, liet tijdens haar korte rede weten dat de discussie die nu wordt gevoerd ‘vijfendertig jaar geleden ook al werd gevoerd’. Met andere woorden: er is niets gebeurd, maar dat gaat nu wel gebeuren, zei Ten Dam achteraf. ‘Iedereen moet meewerken aan een diverse en inclusievere universiteit en dat zal niet vrijblijvend zijn.’

‘Iedereen moet meewerken aan een diverse en inclusievere universiteit en dat zal niet vrijblijvend zijn’
Foto: Suzanne Blanchard

Zoals gezegd: de commissie komt met zes aandachtspunten, te weten: een stevige verankering van sociale rechtvaardigheid en diversiteit; openstelling van de universiteit voor de samenleving; op weg naar een sociaal rechtvaardige universiteit; van zogenaamd egalitair naar diversiteitsvaardig; van gesloten kennis naar open kennis; en natuurlijk concrete aanbevelingen voor de korte termijn, want zoveel is duidelijk: voordat diversiteit echt in de haarvaten van iedere UvA-student en medewerker zit zijn we wel wat jaren verder.

 

De commissie heeft onderzoek gedaan waarbij rapporten zijn bestudeerd, interviews en enquêtes zijn gehouden en beleidsdocumenten zijn bestudeerd. Daaruit heeft de commissie geconcludeerd dat 62 procent van de ondervraagden ‘het zou waarderen’ als de UvA diverser zou worden in termen van achtergronden, levensstijlen, culturen en denkscholen. ‘Deze steun is nog breder onder mensen die gezien worden als minderheden.’

 

13 en 21 procent

De commissie wil de universiteit open stellen voor de diversiteit in de samenleving en presenteerde daarbij een grafiek met staafdiagrammen. Daaruit bleek dat 13 procent van het aantal UvA-studenten een niet-westerse achtergrond heeft. Gemiddeld over alle Nederlandse universiteiten gerekend is dat 12 procent. Met dat percentage lijkt het dus goed te zitten, al moet gezegd dat de VU op 21 procent zit. De afgelopen weken is verschillende malen gesuggereerd dat het percentage van de UvA tamelijk laag is in relatie tot de hele Amsterdamse populatie niet-westerse jongeren, maar daar komt het percentage van 21 procent van de VU bij, die put immers grotendeels uit dezelfde populatie.

‘Wanneer we recht willen doen aan zowel het heden als het verleden kunnen we verscheidenheid aan perspectieven niet negeren’

De UvA gaat op weg naar een sociaal rechtvaardige universiteit en dat betekent dat uitsluiting voortaan taboe is. Dat komt nu nog veel voor, concludeert de commissie: 41 procent van de medewerkers gaf aan ‘getuige geweest te zijn’ van uitsluiting en 15 procent gaf aan persoonlijk ervaring te hebben met discriminatie. Voor studenten lag het percentage op 33 en 8. Met uitsluiting wordt bedoeld dat dat mensen ‘apart worden gezet’ en uitgesloten van de norm. ‘Het doel zou daarom niet moeten zijn om meer mensen zich te laten aanpassen aan de norm, maar om de norm diverser te maken.’

 

Gemeenschappelijke taal

Aandachtspunt vier zal veel mensen nog hoofdbrekens kosten: de academische gemeenschap zal een gemeenschappelijke taal moeten ontwikkelen, waarbij iedereen zich veilig voelt. Het gaat om ‘een gedeelde taal of begrippenkader, waarmee we op een weloverwogen manier over diversiteit kunnen praten.’ Daarnaast zou er iets gedaan moeten worden aan de curricula. ‘Die behandelen vaak alleen het dominante perspectief. Wanneer we recht willen doen aan zowel het heden als het verleden kunnen we verscheidenheid aan perspectieven niet negeren.’ Het gaat daarbij niet alleen om curricula, maar ook om opgeroepen beelden in de openbare ruimte. ‘Een pijnlijk voorbeeld van hoe de UvA dit nu negeert is de trots op het VOC-tijdperk, die tot uiting komt in de Heeren-XII kamer in het Oost-Indisch Huis, een kamer die zonder verdere problematisering van de koloniale geschiedenis wordt gebruikt.’

 

Div-II

Op korte termijn ziet de diversiteitstoekomst van de UvA er wat de commissie betreft als volgt uit: de commissie stelt voor een diversiteitsbeleid en bijbehorend werkplan op te stellen op basis van het eindverslag – Nederlandse vertaling van de samenvatting: Diversiteit is een werkwoord – van de commissie. Hierbij hoort ook de oprichting van een zogenoemde diversiteitsunit. Dat zal moeten gebeuren door een nieuwe commissie, de commissie Div-II.

 

Zo’n commissie moet geen externe commissie zijn, zei Geert ten Dam na afloop. ‘Het tekort aan diversiteit is een probleem van de organisatie en daar leg ik dus ook de oplossing neer. Er komt een diversiteitsofficer die rechtstreeks onder mij valt en die zal samenwerken met diversiteitsofficers binnen elke faculteit. Ook de decanen van de faculteiten hebben aangegeven zo’n netwerk van groot belang te vinden. Ze zullen dit samen met het College serieus oppakken. Uiteraard betrekken we hier ook studenten, medewerkers, de voormalige precommissie diversiteit bij en iedereen die zich betrokken voelt om de universiteit meer inclusief te maken’

 

Quota

De quota waar commissievoorzitter Gloria Wekker eerder over repte zijn goed verstopt in het rapport. Zij zijn nu opgenomen als laatste redmiddel. De commissie beveelt de UvA aan om ‘concrete verplichte doelstellingen’ op te stellen, die het CvB zou moeten uitdragen. Wanneer die niet binnen een bepaalde periode genoeg effect sorteren, ‘zouden ze via quota bindend moeten worden gemaakt.’