Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sara Kerklaan
actueel

Dansgrootmeester Hans van Manen: ‘Over de toekomst van mijn balletten maak ik me absoluut geen zorgen’

Sija van den Beukel,
21 maart 2024 - 16:30

Balletdanser en choreograaf Hans van Manen (91) ging woensdagavond met UvA-studenten in gesprek over dans, choreografie en de toekomst van zijn balletten die inmiddels uitgeroepen zijn tot Nederlands cultureel erfgoed. ‘Als we gaan praten over dans, dan moeten we dans óók zien.’

Een avond theoretiseren over dans komt in het woordenboek van wereldberoemd choreograaf Hans van Manen niet voor. Toch was hij gelijk enthousiast om met studenten van Gabriele Klein, UvA-hoogleraar dans en ballet op de Hans van Manen-leerstoel in gesprek te gaan over dans. Maar wel onder één voorwaarde: ‘Als we gaan praten over dans, dan moeten we dans óók zien.’

 

En dus staan er op een woensdagavond in maart twee dansers van het Nationaal Ballet in het universiteitstheater die speciaal voor de gelegenheid Trois gnossiennes instudeerden, een ballet van Van Manen voor twee dansers op pianomuziek van de Franse componist Erik Satie dat voor het eerst in première ging in 1982.

 

In het universiteitstheater hebben zo’n vijftig toehoorders zich verzameld. Op de voorste rij zitten de studenten van het seminar van Klein Reconstruction, Deconstruction, Reenactment - How a cultural memory is created for an ephemeral art met zorgvuldig voorbereide vragen in hun hand. De avond met Van Manen is het slot van een lezingenreeks die Klein in samenwerking met de Nationale Opera en Ballet organiseerde om de theorie over dans met de praktijk te combineren.

Foto: Sara Kerklaan
Hans van Manen: ‘Ik weet precies hoe het ballet begint en hoe het moet eindigen’

Het eerste woord

Nog voor Klein de eerste student het woord kan geven komt Van Manen tussenbeide: ‘Mag ik het eerste woord zoals gebruikelijk?’ Een lach breekt door de zaal. Samen met zijn partner Henk van Dijk en twee glazen witte wijn heeft hij plaatsgenomen op het podium en steekt hij van wal over hoe de voorstelling in drie repetities tot stand is gekomen. ‘Ik ben altijd erg van de anekdotes.’

 

Zelden zit hij stil, voortdurend beeldt hij situaties uit. Zo stampt hij ritmisch met zijn voeten op de grond. ‘Ritme is de basis voor dans, dat was er al voor er muziek was. Stamp je met z’n allen een uur lang een ritme op de grond, dan word je vanzelf high.’

 

Van Manen luistert aandachtig naar de vragen van de studenten, maar onderbreekt ze soms ook: ‘De vragen zijn allemaal te lang, laten we met één vraag beginnen.’ Ook stelt Van Manen soms zijn eigen vragen. ‘Hoe maak je een choreografie? Die vraag gaat natuurlijk komen. Ik denk dat ik daar geen antwoord op heb. Veel mensen denken dat als je alle dansstappen kent, je een choreografie kunt maken. Maar met een stapel bakstenen heb je nog geen huis. Muziek en dans moet samengaan. Er is dramaturgie in alles: dat is absoluut noodzakelijk. Ik weet precies hoe het ballet begint en precies hoe het moet eindigen.’

 

Toekomst van het ballet

Tenslotte snijdt een student het onderwerp danserfgoed aan. De balletten van Hans van Manen zijn uitgeroepen tot Nederlands cultureel erfgoed, maar hoe bewaar je een vluchtige kunstvorm zoals een ballet? Dat is onderwerp van studie voor danstheoretici. Anders dan bij de partituren van een muziekstuk is er bij dans niet één manier om dans vast te leggen. Van Manen maakte zelf geen enkele aantekening van zijn balletten. Wel werden die vastgelegd door de fotografie van onder andere Erwin Olaf en video-opnamen van zijn partner Henk van Dijk die de balletten vanaf de jaren 80 registreerde.

‘Vraag een danser niet om een ballet precies zo uit te voeren zoals jij het hebt gedaan, iedere danser doet het anders’

‘Je kunt de videoregistraties zien als de aantekeningen van de dans,’ voegt Van Dijk. ‘Met de komst van video konden we voor het eerst een live performance vastleggen in beeld en geluid. Ik heb altijd zoveel geprobeerd de kijker zoveel mogelijk het idee te geven dat hij niet naar een video keek, maar naar de dans zelf.’ Van Manen heeft na de komst van Van Dijk nooit meer een andere cameraman genomen: ‘Wat ik zo speciaal vind aan Henk is dat hij de choreografie begrijpt, hij ziet wat er gebeurt. Hij is de enige die het hele ballet kan vangen met één camera.’

 

Ook bestaat er zoiets als lichaamsgeheugen om dans te bewaren, daar refereert Van Manen naar als hij het over de dansers op het podium heeft. ‘Ik ken alle balletten, ik ken elke stap, elke tel.’ Ook Rachel Beaujean, ooit een danser van Van Manen en nu adjunct-artistiek directeur van Het Nationaal Ballet, kent de balletten. Zij speelt een belangrijke rol in het behoud van het erfgoed en leert de balletten weer aan nieuwe dansers.

 

Nu is Van Manen er nog om bij de generale repetities zijn laatste woord te geven, maar hoe moet dat verder als hij er niet meer is, vraagt een student. ‘Daar maak ik me absoluut geen zorgen over,’ reageert Van Manen laconiek. ‘Mensen willen altijd de eerste uitvoering van een voorstelling zien, maar vandaag de dag is dans zoveel beter dan vroeger. Daarnaast doet iedere danser het anders, en dat is juist goed. Vraag een danser niet om een ballet precies zo uit te voeren zoals jij het hebt gedaan. Dat is de manier waarop het gaat. Maar ik maak me er geen zorgen over.’

 

Spervuur

‘Het was een spervuur,’ zegt student Ace Barry later die avond, nog ondersteboven van de ervaring. ‘Van Manen nam zijn eigen interpretatie van de vragen waarmee hij ons allemaal aan het denken zette.’ ‘Er kwam iets anders uit dan we van tevoren gedacht hadden, maar dat maakt het juist interessant,’ zegt ook student Mulan Go. ‘Het was heel bijzonder om een choreograaf die zo belangrijk is geweest voor de geschiedenis van dans zelf aan het woord te horen.’

Foto: Sara Kerklaan