Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Unsplash
actueel

Rechter: slecht citeren is niet hetzelfde als plagiëren

27 juni 2024 - 14:28

Examencommissies moeten met hard bewijs komen voordat ze een student straffen wegens plagiaat. Dat blijkt uit een rechtszaak van een bachelorstudent tegen de Rijksuniversiteit Groningen. Iets vergelijkbaars speelde enige jaren geleden aan de UvA met oud-rector Dymph van den Boom.

Eerst krijgt ze een onvoldoende voor haar scriptie aan de bacheloropleiding religiewetenschappen en daarna, bij haar herkansing in augustus 2023, wordt ze beschuldigd van plagiaat, een studente aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG).

 

Maar hoe ernstig was het? De examencommissie van de RUG spreekt van ‘medio’ plagiaat: ‘korte stukken tekst overnemen zonder (duidelijke) bronverwijzing, de suggestie wekken dat andermans ideeën de eigen zijn’. De student zou hier al eerder voor gewaarschuwd zijn. Haar straf: ze mag haar scriptie voorlopig niet inleveren en krijgt geen begeleiding.

 

Raad van State

De student gaat bij de universiteit in beroep, maar krijgt ongelijk en stapt uiteindelijk naar de Raad van State. Die ziet het anders. De bronverwijzing is ‘voor verbetering vatbaar,’ erkennen de rechters. ‘Dat maakt echter niet dat dus ook sprake is van plagiaat.’

 

Het is de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State niet duidelijk wat de student precies verkeerd heeft gedaan ‘en waarom daarmee sprake is van plagiaat, laat staan van “medium plagiaat”.’

 

De rechters hebben de examencommissie tijdens de zitting enkele keren om uitleg gevraagd. ‘Op de gestelde vragen heeft zij evenwel verschillende en soms zelfs tegenstrijdige antwoorden gekregen.’

 

De student heeft de oorspronkelijke tekst in haar eigen woorden weergegeven, veranderde de structuur van de zinnen en heeft synoniemen gebruikt. Dat ze hierbij ‘mogelijk zorgvuldiger te werk had kunnen gaan’, kan haar volgens de rechters een onvoldoende of een laag cijfer opleveren, maar het is niet vanzelfsprekend een vorm van plagiaat.

 

Voordeel van de twijfel

‘Er moet buiten redelijke twijfel vast komen te staan dat de student heeft gefraudeerd,’ aldus de rechter. ‘In geval van twijfel moet de examencommissie aan de student het voordeel van de twijfel gunnen.’

 

Dus is de student ten onrechte bestraft. De universiteit moet haar bijna drieduizend euro aan kosten vergoeden en alles op alles zetten om haar dit jaar te laten afstuderen, ‘vooropgesteld dat die scriptie met een voldoende wordt beoordeeld’.

 

Oud-rector Van den Boom

Een vergelijkbaar geval speelde zich een aantal jaren geleden af aan de UvA, waar oud-rector magnificus Dymph van den Boom in een paginagroot, sensationeel verhaal in NRC werd beschuldigd van plagiaat in haar dertig jaar eerder verdedigde Leidse proefschrift en later uitgesproken redes aan de UvA. Van den Boom, die op het moment van de beschuldiging werkte als interim-decaan van een faculteit aan de Erasmus Universiteit, verdedigde zich door te zeggen dat er ten tijde van de verdediging van haar proefschrift nauwelijks regels waren rondom plagiaat en uitgesproken redes in haar ogen geen vormen van wetenschapsbeoefening waren.

 

De rechter kwam er niet aan te pas, maar wel een externe commissie. Die oordeelde dat er geen sprake was van plagiaat – de term ‘medium plagiaat’ werd ook niet genoemd – maar dat er in haar proefschrift wel sprake was van ‘patronen van slordigheid’.

 

De Raad van State lijkt bij deze Groningse student dezelfde redenering te volgen als de commissie ten aanzien van wetenschapper Van den Boom: wie zorgvuldiger te werk had moeten gaan in zijn wetenschappelijke werk heeft niet per se plagiaat gepleegd.