Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Marc Kolle
actueel

UvA-onderzoek: mensen die regels omzeilen, worden gezien als goede leiders

Wessel Wierda,
11 juli 2024 - 09:47

Uit UvA-onderzoek blijkt dat mensen die de regels omzeilen sneller gezien worden als aantrekkelijke leider. Wat zegt dat over de maatschappij? Vijf vragen aan hoogleraar sociale psychologie Gerben van Kleef.

Er is een paradox, zegt UvA-hoogleraar sociale psychologie Gerben van Kleef. Enerzijds toont de wetenschap dat mensen anderen waarderen als zij de regels naleven, want ‘als iedereen zijn eigen regels erop nahoudt, dan wordt het na verloop van tijd een puinhoop’. Anderzijds is er wetenschappelijk bewijs dat mensen die de regels overtreden een bepaalde vibe afgeven, waardoor ze indruk maken op anderen.  

 

Toch zijn het niet de mensen die de regels naleven, noch zij die ze overtreden, die het meeste respect afdwingen. Nieuw onderzoek van UvA-hoogleraar Astrid Homan in samenwerking met drie UvA-wetenschappers onder wie Van Kleef, wijst uit dat mensen een derde groep als de meest aantrekkelijke leiders beschouwen. Namelijk de mensen die de regels weten te omzeilen, de zogeheten regelbuigers.

 

Denk bijvoorbeeld aan belastingontduikers. ‘Je kan botweg fraude plegen of je kan een team met gehaaide belastingadviseurs inschakelen en allerlei bv’s oprichten,’ illustreert Van Kleef. In beide gevallen betaal je minder belasting, maar het eerste is illegaal en het tweede niet. Dat maakt belastingontduikers aantrekkelijker als leiders dan belastingfraudeurs.

 

Wat zegt het over mensen dat wij regelbuigers als aantrekkelijke leiders beschouwen?

‘Het laat zien dat wij in belangrijke mate worden geleid door eigenbelang en groepsbelangen. Die twee gaan vaak samen. Men zoekt naar manieren om de eigen groep vooruit te helpen. Als iemand dan de regels – die vaak als frusterend of lastig worden ervaren – weet te omzeilen, dan wordt dat als prettig gezien. Want het helpt om doelen te bereiken.’  

UvA-hoogleraar Gerben van Kleef

Zowel regelbrekers als regelbuigers worden als dominant gezien, maar de laatste groep wordt ook een zekere prestige toegekend, blijkt uit jullie onderzoek. Wat maakt hen dan zo prestigieus? Komt dat doordat we ze slim en gewiekst achten vanwege het vinden van mazen in de wet?

‘Ja, ik denk dat zoiets er achter zit. We hebben ook gekeken naar de waarneming van creativiteit en we vinden wel bewijs dat dergelijke mensen als creatiever worden gezien. Creativiteit kan als onderdeel van slimheid worden gezien. Prestige is nog iets breder, dat gaat over de mate waarin iemand als waardevol wordt gezien voor de groep. In veel groepen helpt het daarbij om creatief en slim te zijn.’

 

Welke gevolgen heeft deze kennis, het feit dat regelbuigers als aantrekkelijke leiders worden beschouwd in de maatschappij?

‘Ik kan niet uitsluiten dat sommige mensen zich hierdoor gesteund voelen en in de verleiding komen om de regels te buigen. Dat ze denken: misschien levert het nog iets op in de vorm van prestige, macht of invloed. Toch is belangrijk te vermelden dat het buigen van regels weliswaar beter is dan het breken van regels, maar dat beide ondermijnend werken voor de normatieve structuren die de samenleving helpen functioneren. Belastingontduiking ondermijnt natuurlijk net zo de inkomsten van de overheid als belastingfraude.’

 

Welke omgeving zou met name baat hebben bij die aanvullende toelichting?

‘De financiële wereld is denk ik van oudsher zo’n competitieve omgeving waarin het omzeilen van regels enorm veel voorkomt. Nota bene blijkt ook uit ander onderzoek dat het binnen de financiële wereld als een teken van intelligentie wordt gezien als mensen in staat zijn om de regels te omzeilen. Binnen die wereld wordt dat ook toegejuicht: de waarderingsstructuur stuurt aan op dit soort gedrag.’

 

Geldt die waardering voor regelbuigers enkel binnen de financiële wereld, of zien we bijvoorbeeld binnen de politiek ook zo’n waarderingsstructuur?

‘Ja, ook binnen de politiek lijkt er sinds kort een verschuiving zichtbaar. Het discours wordt harder, zaken die voorheen in graniet gebeiteld waren, zoals de Grondwet, worden ineens ter discussie gesteld. Je zou kunnen zeggen dat politici nu een vorm proberen te zoeken waarin ze deze fundamentele regels niet verbreken, maar omzeilen. Neem het plan om migranten in Rwanda te gaan huisvesten. Dan handel je weliswaar – strikt genomen – niet in strijd met de letter van de wet, maar wel met de geest ervan.’