Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

Leeuwenburg: niet op de Amstelcampus, toch verbouwen

Clara van de Wiel,
26 mei 2013 - 08:21
De Amstelcampus mag dan de meeste aandacht krijgen, ook op HvA-locatie Leeuwenburg werd het afgelopen jaar het nodige verbouwd. Dat is opmerkelijk, in een gebouw dat in 2005 juist van de hand werd gedaan en sindsdien door de HvA wordt gehuurd. Vertragingen in de geplande nieuwbouw, deden de hogeschool echter besluiten ook het oude gebouw aan de Weesperzijde te gaan ‘moderniseren’.

Een upgrade, noemt projectmanager Huisvesting Martin van de Sande de verbouwing. ‘Het gebouw is van oudsher vrij donker en heeft een hele duidelijke jarenzeventig-look. Het was echt een kind van zijn tijd. Door de aanpassingen die we nu binnenin maken, ziet alles er opeens een stuk lichter en moderner uit.’ De al verbouwde verdiepingen worden de thuisbasis van de opleidingen van het Domein Techniek. Een andere onderwijsomgeving, met meer flexibele werkplekken en overlegruimtes, is daarvoor ontwikkeld. Daarmee kunnen de opleidingen alvast een voorschot nemen op hun nieuwe omgeving in het nog te bouwen Rhijnspoorgebouw, dat zal verrijzen op het braakliggende stuk grond naast het Kohnstammhuis en Theo Thijssenhuis.

Verbouwing
De geplande bouw daarvan, maakt de verbouwing van locatie Leeuwenburg ietwat opmerkelijk. Het door de HvA in 1998 aangekochte voormalige Postbank-gebouw, werd in 2005 immers verkocht. De eigen gebouwen van de hogeschool zouden vanaf dat moment alleen nog op en rond de Amstelcampus geconcentreerd moeten worden. Wel besloot de hogeschool een ‘flexibele schil’ van overige locaties aanhouden. Daarmee kan ze eenvoudiger inspelen op een stijging of daling in de studentenaantallen. Voor de Leeuwenburg werd daarom een tijdelijk huurcontract afgesloten; aanvankelijk tot 2012, maar inmiddels verlengd tot 2021.

Waarom nu dan toch een verbouwing? Vertragingen in de bouw van het Rhijnspoorgebouw, dat eigenlijk het komende jaar al zou worden opgeleverd, zijn daarvoor verantwoordelijk. De plannen van de hogeschool werden daarop in 2011 alvast aangepast. De uitgestelde verhuizing uit de Leeuwenburg maakte het, volgens het huisvestingsplan, ‘noodzakelijk het gebouw een upgrade te geven zodat ze voldoet aan de functionele en technische eisen die passen bij het  onderwijs van deze tijd (en de komende tien jaar).’ Dat is op de Leeuwenburg de afgelopen maanden gebeurd.

Daarbij gaat het om een cosmetische verbouwing, benadrukt Van de Sande. ‘Alleen aan de dingen die zichtbaar zijn is iets gesleuteld. Aan de bouw, leidingen of onderliggende structuur van het gebouw is niets veranderd.’ De veranderingen ten opzichte van de vroegere situatie zijn niettemin opvallend. Nieuwe vloeren en wanden, ander kleurgebruik en veel meer glas: hoewel van buiten wellicht weinig verschil te zien is, is dat binnen des te groter. Sommige mensen herkennen hun verdieping haast niet terug, vertelt Van de Sande. Ondanks het cosmetische karakter, heeft de verbouwing daarom wel enkele miljoenen gekost.

Diensten
Intussen gaat de ontwikkeling van het nieuwe Rhijnspoorgebouw, dat de thuisbasis wordt van de zesduizend studenten van de techniekopleidingen die nu nog in de Leeuwenburg zijn gehuisvest, gewoon door. Maar als zij in 2018, wanneer de oplevering op dit moment gepland staat, vertrekken, zal de Leeuwenburg voorlopig wel in gebruik blijven van de HvA. Onlangs werd besloten een groot deel van de gemeenschappelijke diensten van de HvA, die momenteel nog in het Europahuis en in de Rivierstaete zitten, naar de bovenste verdiepingen van de Leeuwenburg te verhuizen.

De Gemeenschappelijke Ondernemingsraad Centrale Eenheden (GOR) van de UvA zal binnenkort instemmen met die verhuizing, op voorwaarde dat men goed wordt geïnformeerd. De GOR van de HvA heeft al ingestemd. Voorafgaand aan die verhuizing zal er dit najaar een nieuwe verbouwing in de Leeuwenburg worden uitgevoerd, waardoor ook verdieping acht tot en met veertien een moderner voorkomen krijgen. Volgens Van der Sande zullen ook werkgroepen vanuit de diensten zelf betrokken worden bij het vormgeven van hun nieuwe werkplek. Tot wanneer de diensten gebruik zullen maken van het gebouw aan de Weesperzijde is nog onbekend. Zeker is in elk geval wel dat bij het beëindigen van het huurcontract, het gebouw contractueel weer in de oude staat als kantoorgebouw opgeleverd moet worden. Dat wordt dan dus weer verbouwen.