Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Na ontvangst afgelopen zomer van de tamelijk dramatische Kaderbrief 2015, waaruit bleek dat verschillende faculteiten tot en met 2018 fors moeten bezuinigen, zijn decanen aan het rekenen geslagen. De Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) heeft inmiddels geconcludeerd ‘dat het beeld nog somberder is dan wij vreesden’, schrijft decaan Frank van Vree in een brief aan medewerkers en studenten.

Wat er de komende maanden precies moet gebeuren om de financiële situatie voor de FGw weer gezond te maken is nog onduidelijk, maar Van Vree heeft de hele faculteit opgeroepen zich gezamenlijk ‘diepgaand te buigen over onze toekomst’. Hoe die eruit zal zien is vooralsnog onbekend, maar dat er forse maatregelen genomen moeten worden is zo goed als zeker.

Na ontvangst van de Kaderbrief 2015 – die geldt als opmaat voor de begroting van volgend jaar en ook een blik werpt op de jaren tot en met 2018 – was de stemming op de FGw al bedrukt: er zou een bedrag van zes miljoen moeten worden bezuinigd. De stemming is nu nog veel bedrukter, want het bedrag van zes miljoen zou wel eens veel hoger kunnen uitpakken. Ingewijden laten weten dat tien miljoen niet wordt uitgesloten.

Reorganisatie
De laatste maanden is het faculteitsbestuur intensief bezig geweest met het doorrekenen van de financiële kaders voor de periode 2015-2018. ‘De conclusie is dat de reeds ingezette beweging om te komen tot een rationalisatie van het onderwijsaanbod en eerder aangekondigde ombuigingen onvoldoende soelaas zullen bieden en dat we ons moeten voorbereiden op ingrijpender maatregelen, mogelijk zelfs een reorganisatie met gedwongen ontslagen,’ schrijft Van Vree.

De financiële problemen op de FGw hebben verschillende oorzaken. Ten eerste is de instroom in de bachelorfase de afgelopen jaren flink gedaald; het totaal aantal ingeschreven studenten in de bachelor is tussen 2009 en 2013 gedaald van 5300 naar 4800 [bron: UvA Feitenboek]. Het allocatiemodel - de manier waarop het CvB de rijksmiddelen verdeelt over de faculteiten - leidt ertoe dat daardoor minder geld naar de faculteit stroomt. Ook weet de faculteit onvoldoende subsidies uit de tweede en derde geldstroom (respectievelijk NWO en contractonderzoek)te genereren.

Daarnaast heeft de faculteit – evenals overigens andere faculteiten en universiteiten - te maken met een doorwerking van een al jaren durende relatieve daling in de rijksbekostiging van het hoger onderwijs en onderzoek. Dit allocatiemodel staat overigens ter discussie en wordt wellicht op een voor de FGw gunstige manier gewijzigd.

Geen reden voor defaitisme
De huidige situatie lijkt beroerd, maar Van Vree geeft nog lang niet op. ‘Het kan immers niet zo zijn dat we ons zouden laten leiden door louter financiële overwegingen; in dat geval zouden we opleidingen, die op zichzelf financieel niet rendabel zijn – een aanzienlijk deel van alle bachelor- en masteropleidingen - moeten opheffen of samenvoegen, min of meer op dezelfde wijze waarop afgelopen jaren in Groningen en aan de VU is ingegrepen. Evenmin zou het verantwoord zijn de noodzakelijke ombuigingen simpelweg te vertalen in een verder “afknijpen” of verdunnen van de opleidingen.’ Dat gezegd hebbende staat volgens Van Vree vast dat ingrijpende veranderingen moeten plaatsvinden. ‘Omdat het huidige onderwijsaanbod niet langer betaalbaar is.’

Deze constatering leidt ertoe dat er de komende maanden plannen zullen worden ontwikkeld om de aantrekkingskracht van opleidingen te vergroten, evenals de mogelijkheden voor tweede- en derdegeldstroomonderzoek en de valorisatie daarvan. ‘Parallel daaraan zullen we een aantal scenario’s verkennen die moeten leiden tot een sterk en vernieuwd profiel.’

Van Vree is deze week op werkbezoek in China. Zodra hij terug is zal het overleg met studenten en medewerkers worden hervat.