Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
actueel

FGw-decaan ‘onaangenaam verrast’ door open brief Humanities Rally

Dirk Wolthekker,
11 februari 2015 - 14:13
Decaan Frank van Vree van de Faculteit der Geesteswetenschappen is ‘onaangenaam verrast’ door de toon en de inhoud van de open brief die actiegroep Humanities Rally (HR) gisteren stuurde.

In zijn reactie schrijft Van Vree dat de toon en de strekking van de brief ‘zonder meer insinuerend’ worden ervaren. ‘De voorstelling die HR van het lopende besluitvormingsproces geeft, doet op generlei wijze recht aan de inspanningen om gezamenlijk tot een toekomstplan te komen.’ HR vindt onder meer dat het faculteitsbestuur de adviezen van de taak- en werkgroepen grotendeels in de wind heeft geslagen. Volgens Van Vree raakt die opvatting ‘kant noch wal’. ‘De meeste adviezen zijn vrijwel onverkort terug te vinden in het nieuwe ontwerp.’

Met dan nieuwe ontwerp wordt de nieuwe versie van Profiel 2016 van de FGw bedoeld, dat momenteel faculteitsbreed wordt bediscussieerd. Het faculteitsbrede karakter van die discussie wordt door HR betwist en daarover is Van Vree boos, zo blijkt uit zijn reactie.

Zeventig studenten en docenten
‘Het meest geraakt is het bestuur evenwel door de miskenning van de aard van de besluitvorming binnen de faculteit. Zo wordt in de brief voorbij gegaan aan het simpele gegeven, dat dit ontwerp deze weken uitvoerig wordt besproken, niet alleen in de raadsvergaderingen van afdelingsvoorzitters, opleidings- en onderzoeksdirecteuren, maar ook in de gekozen facultaire studentenraad en ondernemingsraad. Bij deze besprekingen zitten meer dan zeventig mensen aan tafel – en dat zijn allemaal docenten en studenten van deze faculteit – net als overigens de (meeste) leden van het faculteitsbestuur zelf,' stelt Van Vree.

Daarmee is hij echter nog niet klaar. 'Daarnaast vindt er een bespreking plaats met de vele tientallen leden van de werk- en taakgroepen en staat er een website open waar iedereen wordt uitgenodigd mee te praten. De suggestie dat docenten en studenten buiten de discussie worden gehouden, is op niets gebaseerd en doet daarmee de facultaire gemeenschap in alle opzichten tekort.’

Van Vree schrijft dat het faculteitsbestuur ondanks de brief ‘gewoon verder gaat met de voorgenomen besprekingen. De uitkomsten daarvan zullen ongetwijfeld leiden tot aanpassingen van het ontwerp en hernieuwde discussies.’