Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Daniël Rommens
opinie

‘UvA, behoud het P.C. Hoofthuis!’

14 maart 2018 - 06:00

De UvA moet haar rol voor de binnenstad niet onderschatten, vinden historici Tim Verlaan en Max Joles. ‘Houd ons centrum bruisend. Verkoop het P.C. Hoofthuis nooit en te nimmer!’

Goed nieuws: het lijkt erop dat de UvA het afstoten van haar binnenstadlocaties een halt heeft toegeroepen. De voorgenomen verkoop van het P.C. Hoofthuis is stopgezet, in ieder geval totdat de nieuwe binnenstadcampus op het Binnengasthuisterrein af is. Tot die tijd zal dit markante gebouw in het hart van onze stad de functie behouden die het nu heeft: een plek voor onderwijs en onderzoek. Daarna zal het College van Bestuur (CvB) opnieuw een afweging moeten maken of het P.C. Hoofthuis past binnen het toekomstige vastgoedbeleid van de universiteit.

‘De honderden studenten en universiteitsmedewerkers die elke dag naar het gebouw komen, houden de buurt gemengd’

Onze oproep aan de UvA is om van dit uitstel gewoon afstel te maken. Het P.C. Hoofthuis is namelijk niet alleen een studiehuis. Het heeft ook een maatschappelijke functie. De honderden studenten en universiteitsmedewerkers die elke dag naar het gebouw komen, houden de buurt gemengd. Dat is nodig, want door de huidige toeristenstroom dreigt de binnenstad steeds meer een eenheidsworst te worden.

 

Campusidee

Aanvankelijk had het P.C. Hoofthuis geen rol binnen het campusidee dat de UvA op korte termijn wil realiseren. In plaats van de losse locaties die de universiteit lange tijd heeft gehad in Amsterdam, wil het CvB overgaan op vier campussen waar alle toekomstige activiteiten geconcentreerd worden. De medische wetenschap in het AMC, de bèta’s op het Science Park, de gamma’s op het Roeterseiland en de alpha’s in het nieuwe Universiteitskwartier rond het Binnengasthuisterrein.

‘Het kan niet zo zijn dat de universiteit in haar huidige afwegingen de belangen van de gemeenschap op de tweede plaats zet’

Die vier campussen gaan er komen, zoveel is zeker. Maar wat er met de laatste binnenstedelijke locaties gaat gebeuren, blijft nu onduidelijk. Als deze alsnog worden verkocht, keert de UvA onze stad de rug toe. Het is een anti-stedelijk idee om studenten binnen een viertal grote leerfabrieken te clusteren, juist omdat de Amsterdamse binnenstad zich altijd heeft laten kenmerken door een mengeling van functies, rangen en standen. Dat is wat onze stad uniek maakt; mooie grachten kun je immers ook in Venetië vinden.

 

Losse locaties garanderen spreiding van studenten en medewerkers in het centrum. Rond deze locaties zal de horeca zich richten op minder vermogende groepen dan toeristen. Studenten drukken de prijzen en brengen levendigheid. Een universiteitsgebouw is voor het grote publiek een stuk toegankelijker dan het doorsneehotel.

 

Open stad

Als de UvA op lange termijn alsnog dit kostbare tafelzilver afstoot, dan houden wij ons hart vast voor onze binnenstad. Waar eerst openheid was, zal dan beslotenheid komen. Waar eerst onderzoek en onderwijs samenkwamen, zal dan de vijfsterrentoerist een slaapplek vinden. De recente verkoop van het monumentale Bungehuis is hiervan het perfecte voorbeeld. Grote kans dat daar binnenkort alsnog een elitair hotel voor leden van een besloten club komt. In plaats van de vriendelijke UvA-conciërges zal een strenge bewaker bij de ingang vragen wat je komt doen en of je de contributie wel hebt betaald.

 

Voorstanders van de verkoop van deze panden zullen tegenwerpen dat de universiteit niet verantwoordelijk is voor functiemenging van onze binnenstad, en dat losse locaties duurder en inefficiënter zijn dan clustering. Sociaal-culturele menging laat zich echter niet in geld uitdrukken.

 

Bovendien heeft de aankoop van gebouwen als het P.C. Hoofthuis en het Bungehuis plaatsgevonden met financiële hulp van het Rijk. Tot in de jaren negentig was de Nederlandse overheid zelfs formeel eigenaar van het universitaire vastgoed. We hebben het hier dus over gemeenschapsgeld. Het kan niet zo zijn dat de universiteit in haar huidige afwegingen de belangen van diezelfde gemeenschap op de tweede plaats zet.

Daarom juichen we de doorstart van het P.C. Hoofthuis als onderzoeks- en onderwijslocatie van harte toe. Bestuurders van de UvA, onderschat niet hoe belangrijk jullie zijn als binnenstedelijke vastgoedspeler. Erken uw verantwoordelijkheid en houd ons centrum bruisend. Verkoop het P.C. Hoofthuis nooit en te nimmer!

 

Tim Verlaan is universitair docent geschiedenis aan de UvA en Max Joles studeerde aan de UvA en is nu geschiedenisleraar in Haarlem en nummer 19 op de kandidatenlijst van de PvdA Amsterdam.