Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Sanne Dobber
wetenschap

Op dit kerkhof doet het AMC onderzoek naar lichaamsontbinding

Sanne Dobber,
24 april 2018 - 13:55

Wat gebeurt er met een stoffelijk overschot als criminelen een lichaam begraven? Dat onderzoeken wetenschappers van het Academisch Medisch Centrum (AMC) op hun eigen ‘kerkhof’: een grasveldje achter het ziekenhuis. ‘Het gaat er steeds minder fraai uitzien.’

Een drie meter hoge omheining, drie lagen prikkeldraad erboven en een paal met een beveiligingscamera erop. Op de achtergrond is een gebouw met de letters KFC (Kentucky Fried Chicken) te zien. ‘Achter de poort,’ zegt hoogleraar anatomie en embryologie Roelof-Jan Oostra (52), ‘hebben we laatst het eerste lichaam begraven’.

 

Dit ‘kerkhof’ – we noemen het zo – is geen echt kerkhof met kisten in de grond, maar een grasveld met los begraven lichamen. ‘Dit onderzoek is nuttig,’ zegt Oostra: ‘Bij moordzaken, waar een lichaam wordt aangetroffen, kan een patholoog-anatoom nooit precies vaststellen hoe lang geleden iemand is overleden (het post mortem-interval). ‘We willen meer grip, meer zekerheid, de uitkomst van rechtszaken kan er vanaf hangen.’

 

Oostra – lichtgrijs haar, spijkerbroek met vale knieplekken en gele trui – is een van de initiatiefnemers van het kerkhof. Oostra geeft onderwijs, superviseert acht promovendi en doet onderzoek. ‘Het kerkhof is net het trapveldje waar ik vroeger voetbalde,’ zegt Oostra terwijl hij de sleutel omdraait in het slot. De zware poorten van het kerkhof maken een piepend geluid en gaan open. Een klein plein met betonnen tegels waar een oude bouwvakkerskeet op staat is te zien. Rechts is een veld met verdord gras en onkruid. Een paar witte bordjes steken uit de grond. ‘Er is ruimte voor ongeveer veertig lichamen,’ zegt Oostra.

‘Kijk,’ wijst hij, ‘er groeit een kleine graspol boven het hoofd’

Warmtesensoren

Op 20 maart is het eerste lichaam begraven, zegt Oostra, terwijl hij over de zwarte loopmatten richting het graf loopt. Een lijkwagen bracht het van het mortuarium naar de poort en met een rijdende brancard naar het graf, zo is ook te zien in deze beelden van actualiteitenprogramma Nieuwsuur. Er zijn warmtesensoren in, op en onder het lichaam begraven. ‘Dit onderzoek is verkennend: blijven de warmtesensoren werken bij verschillende weersomstandingheden? En wat registreren ze zoal?’ Oostra staat stil bij het graf. De grond is aangestampt, er zijn schoenafdrukken zichtbaar en strepen lopen door het zand. ‘Kijk,’ wijst hij, ‘er groeit een kleine graspol boven het hoofd.’

Foto: Sanne Dobber

Hoe ziet het lichaam er nu uit? Oostra: ‘Het lichaam ligt er pas een paar weken: de ontbinding is nog niet gestart. Als het straks langere tijd warmer is, komen ontbindingsproducten uit het lichaam vrij. Vergelijk het met een soort van inktvlek. Geen echte inkt natuurlijk, maar lichaamssappen zullen het lichaam verlaten. Het gaat er ondergronds steeds minder fraai uitzien.’

 

‘Als je je omdraait zie je nog een graf,’ zegt Oostra. Ook hier is mul zand zichtbaar, net als schoenafdrukken en strepen. Hier ligt alleen geen lichaam. ‘Zo kunnen we de werking van de warmtesensoren vergelijken tussen een graf met en zonder persoon. Als het zonnig weer is, zoals nu, zie je dat de sensor boven het lichaam warmer wordt in vergelijking met de sensor onder het lichaam. Als het ontbindingsproces straks op gang komt, stijgt de temperatuur van de inwendige sensor waarschijnlijk ook.’

 

Naakt begraven

Idealiter zijn situaties waarin je ontbinding onderzoekt hetzelfde. Dan zijn de gevonden resultaten in verschillende situaties vergelijkbaar. ‘Het lastige van ontbindingsonderzoek: lichamen zijn erg verschillend. Man, vrouw, dik, dun, lang of kort,’ zegt Oostra. ‘Dit zijn factoren die je als onderzoeker niet kunt controleren. Je vindt nooit twee personen met precies dezelfde Body Mass Index, of twee personen die dezelfde medicatie slikten voor overlijden. Dat is zoals het is, maar we willen andere factoren in de onderzoekssituatie juist standaardiseren.’

 

Alle lichamen worden daarom naakt begraven. Katoen, nylon en wol hebben allemaal een ander effect op ontbinding. Een been in een nylonkous zal veel langzamer ontbinden dan een naakt been.

 

‘Grafdiepte standaardiseren we ook – alle lichamen liggen op zestig centimeter diepte begraven,’ vertelt Oostra. De stank is dan niet te ruiken en een graf is niet te zien. Dus geen overlast voor de buren. ‘Een andere reden: als Nederlandse criminelen een lichaam kwijt willen, graven ze vaak een graf. We willen de werkelijkheid zo goed mogelijk nabootsen, daarom doen wij dat ook.’

Foto: Sanne Dobber

Acht jaar wachten

Hoe ontstaat het idee voor dit soort onderzoek? ‘Acht jaar geleden hoorde ik vanuit de forensische wereld over de behoefte aan structureel onderzoek naar ontbinding. Als een lichaam gevonden wordt, ligt de prioriteit bij het vinden van de moordenaar. Het is bij wet verboden om data die verzameld is tijdens een moordonderzoek te gebruiken voor wetenschappelijke doeleinden. Er was, en is, een gebrek aan kennis over ontbinding en dat hopen we op te lossen met dit onderzoek.’

 

‘Verder zijn we uitgegaan van het body donation program van de afdeling anatomie, waar ik werk,’ zegt Oostra. Dit programma omvat vijf- tot zesduizend mensen die hun lichaam na overlijden ter beschikking willen stellen aan de wetenschap. Wat motiveert hen? ‘Een pragmatische kijk op leven en dood,’ zegt Oostra. ‘Ze zeggen: “Jullie zijn de wetenschappers, jullie weten wat je met een lichaam kan. Doe dat vooral.” Jaarlijks overlijden ongeveer 150 tot 180 mensen in dat programma. Veel lichamen worden voor snijonderwijs en simulaties van chirurgische ingrepen gebruikt, maar er blijven ook lichamen over. ‘Wij zijn gaan onderzoeken of deze lichamen voor het kerkhof gebruikt konden worden. Uiteraard met toestemming,’ zegt Oostra.

 

Het begin was ‘vrij simpel.’ ‘We hebben niks anders gedaan dan relevante instanties benaderd. Ministeries, de gemeente, de omgevingsdienst. Onze vraag: we willen lichamen gaan begravenDe vier stadia van lichaamsontbinding:

1. Het lichaam verstijft, verliest kleur en relaxatie vindt plaats.
2. Insecten leggen eitjes. Maden beginnen te eten. Bacteriën starten met de interne organen waardoor gassen vrijkomen.
3. Het aantal maden vermindert. Weersomstandigheden beïnvloeden het verloop van het ontbindingsproces.
4. Het lichaam is gemummificeerd. De huid ziet eruit als leer en zacht weefsel is verdwenen.
(Bron: ‘Secrets of the bodyfarm’, National Geographic)
, mag dat? Geen alledaagse vraag.’ Het wachten op een antwoord duurde lang. Nu acht jaar na dato, is het kerkhof gerealiseerd.

 

Body farms

Ontbindingsonderzoek is relatief nieuw in Europa. Er is geen of nauwelijks internationale wetgeving over: een schemergebied. ‘Dus eigenlijk hebben wij geboft en is acht jaar een korte tijd om toestemming te krijgen,’ zegt Oostra. ‘Niet te vergelijken met universiteiten in Duitsland en Groot-Brittannië, die wachten nog steeds. Elke keer zijn er bureaucratische restricties of is iemand het er niet mee eens.’

 

In de Verenigde Staten en Australië wordt ontbindingsonderzoek anders uitgevoerd. Criminelen laten lichamen vaak achter in de openlucht, onder een struik, in de middle of nowhere. Lichamen voor onderzoek liggen daarom in de open lucht op body farms – gelegen in onbevolkt gebied, hermetisch afgesloten met camera’s en een hoog hek en niet toegankelijk voor publiek.

 

(Lees verder onder de video)

In Nederland wordt sinds 2015 ontbindingsonderzoek bij biggen gedaan in Den Ham, Overijssel. Elk seizoen worden kadavers van biggen in de open lucht gelegd. Dit geeft inzicht in de snelheid van het ontbindingsproces, het effect ervan op de huid en botten en de insecten die afkomen op ontbinding. De kleinere omvang van een big zorgt ervoor dat het ontbindingsproces sneller verloopt dan bij een mens. Het kerkhof bij het AMC is de eerste plek in Nederland waar ontbinding van menselijke lichamen wordt onderzocht.

Foto: Sanne Dobber
Het graf

Buren

De omgevingsdienst van de gemeente liet via de website weten dat het kerkhof er kwam. Niemand maakte bezwaar. ‘Met de directe buren heb ik een goed gesprek gehad,’ vertelt Oostra. Ze vonden het prima. ‘Het blijft spannend. Je weet nooit hoe het balletje rolt. Tegenwoordig heeft iedereen over alles een mening. Maar iedereen zag het nut van het onderzoek in; het scenario waar we op hoopten.’

 

Het terrein kan maximaal vijf jaar gebruikt worden. De samenstelling van de grond is dan, mede door de lichaamssappen, teveel veranderd. Wat daarna gaat gebeuren, weet Oostra nog niet. ‘Het is koffiedik kijken: we weten niet wat de resultaten over vijf jaar zijn. Waarschijnlijk maken we nu veel fouten waar we in de toekomst van kunnen leren. Ik hoop op meer grip om het post mortem-interval vast te stellen.’ En verder? ‘We willen kijken naar andere locaties met andere grondsoorten en hopelijk wordt dit type onderzoek dan ook gedaan in Duitsland en Groot-Brittannië.’

 

Oostra kijkt om zich heen, een hand in zijn broekzak. Er kleeft wat modder aan zijn schoen. ‘Maar voorlopig is hier genoeg werk te doen. It is just a start.’