Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
Foto: Publiek domein
wetenschap

Mensen laten pauzes vallen voor zelfstandige naamwoorden, behalve in het Engels

Sanne Mariani,
25 mei 2018 - 16:07

Een UvA-onderzoeksteam onder leiding van taalkundige Frank Seifart analyseerde kleine talen over de hele wereld – en het Engels en Nederlands. De resultaten lieten zien dat mensen langzamer gaan spreken wanneer er een zelfstandig naamwoord aankomt. Gek genoeg week het Engels, dat vaak gebruikt wordt voor taalonderzoek, het meest af van de andere talen.

Voor dit onderzoek zijn expres niet alleen Westerse talen gebruikt, zegt Seifart. ‘Om de spreiding zo groot mogelijk te houden, hebben we met een internationaal team kleine talen van over heel de wereld onderzocht. Het waren negen talen, die gesproken worden in gebieden als het regenwoud van de Amazone (Bora and Baure), Mexico (Texistepec), het midwesten van Noord-Amerika (Hoocak), Siberië (Even), de Himalaya (Chintang) en de Kalahariwoestijn (Nllng).’ Daarnaast werden het Nederlands en het Engels geanalyseerd.

 

Computertalen

‘Mensen vertragen en versnellen voortdurend hun spraak wanneer ze praten,’ legt Seifart uit. ‘Door negen verschillende talen te onderzoeken, wilden we erachter komen op welke plaatsen in een zin dit precies gebeurt. ‘Computertalen als Siri en Alexa worden steeds beter en menselijker. Maar je kunt nog steeds horen dat de stem niet van een mens is, maar van een computer. Om de natuurlijke menselijke taal zo goed mogelijk na te bootsen in machines, is het van belang dit soort menselijke aspecten van de taal te begrijpen.’

‘Uit ons onderzoek blijkt dat juist kleinere talen ons inzicht kunnen geven in de menselijke taal. Van alle negen talen week alleen het Engels af’

Uit het onderzoek van Seifart blijkt dat mensen een pauze ingelasten voordat er een zelfstandig naamwoord in de zin komt. ‘Dit hebben we gevonden in acht van de negen talen. Een verklaring hiervoor is dat de zelfstandige naamwoorden in een zin vaak nieuwe informatie geven over een onderwerp. Omdat ze nieuwe informatie bevatten, duurt het langer om deze woorden uit het mentale woordenboek – het mentale lexicon – op te halen. Je moet er langer over nadenken. Dat dit in acht van de negen talen zo is, is best bijzonder. Dat betekent dat over de hele wereld, talen grote overeenkomsten hebben in hun structuur,’ legt Seifart uit.

 

Engels is de uitzondering

Engels wordt veel gebruikt in taalonderzoek, vertelt Seifart. ‘Maar uit ons onderzoek blijkt dat juist kleinere talen ons inzicht kunnen geven in de menselijke taal. Van alle negen talen week alleen het Engels af. Daar zijn vaker pauzes voor werkwoorden.’ De onderzoekers hebben hier nog geen verklaring voor gevonden, zegt Seifart. Hij benadrukt echter dat onderzoek naar de Engelse taal dus niet altijd alle antwoorden geeft: ‘veel universele kenmerken van taal zouden we over het hoofd zien als we alleen Engels zouden onderzoeken.’