Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief!
‘Waarom zou je publiceren met PeerJ?’ Met die vraag begint Jessica Hill, promovendus bij het Nederlands Studiecentrum van Criminaliteit en Rechtshandhaving (NSCR) haar presentatie. Eerder dit jaar publiceerde ze zelf een artikel  in dit vrij toegankelijke wetenschappelijke tijdschrift. ‘PeerJ is interdisciplinair, snel en goedkoop,’ beantwoordt ze haar eigen vraag. ‘Je kunt alle statistieken van je publicatie zien: bezoekers, downloads, shares et cetera. Je kunt gemakkelijk vragen stellen en opmerkingen plaatsen.’ Daarom concludeert ze met de tegengestelde vraag: ‘Waarom zou je niet publiceren met PeerJ?’

Naast Hill deelden gisteren acht andere sprekers bij het symposium 'Open access, the new beginning?' hun visie op het systeem waarbij wetenschappelijke publicaties voor iedereen vrij toegankelijk zijn. ‘Bouw voort op de kennis die we wereldwijd hebben’, zijn de laatste woorden van de presentatie van Hilde van Wijngaarden, hoofd van de HvA-bibliotheek. Die woorden symboliseren de rode draad van de korte presentaties bij het symposium.

In het kader van de internationale Open Access Week organiseerden de UvA, HvA en VU het symposium in de aula van de Lutherse Kerk. Van publiek gefinancierd onderzoek zou iedereen de uitkomsten moeten kunnen lezen. Staatssecretaris Sander Dekker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) wil daarom dat over tien jaar alle wetenschappelijke publicaties voor iedereen vrij toegankelijk zijn. De wetenschap is daarbij gebaat. Op dit moment belemmert het klassieke systeem van betaalde abonnementen velen de toegang tot wetenschappelijk materiaal. Door resultaten van onderzoek Open Access te publiceren, wordt die verspreiding van kennis veel efficiënter.

Invoering
Na de presentaties werd de laatste vijf sprekers de vraag gesteld: ‘Wat zou jij doen als je staatssecretaris Sander Dekker was?’ Omdat de sprekers allen voordelen zien in open access, is er geen sprake van grote meningsverschillen tussen Hanny van Arkel (ambassadeur citizen science project Zooniverse), Eelco Ferwerda (directeur OAPEN), Christian Bröer (universitair hoofddocent sociologie), Jessica Hill en Hilde van Wijngaarden.

Wel heeft Eelco Ferwerda zijn twijfels bij het opleggen van open access door middel van beleid. ‘Het ligt vooral aan de welwillendheid van de onderzoekers. Het moet ze niet opgedrongen worden.’ Daar is Christian Bröer het niet mee eens. ‘Dat is wel nodig als je wezenlijk iets wilt veranderen.’ Van Wijngaarden is van mening dat de invoering kans van slagen heeft als het goed begeleid wordt. ‘Er is een organisatie nodig die hulp en steun biedt. Hoe onderzoekers het moeten doen, waar ze moeten beginnen.’

High impact
Een vrouw in het publiek vindt dat het aangemoedigd en beloond moet worden om in open access-tijdschriften te publiceren in plaats van in tijdschriften met een zogenaamde high impact. De impactfactor is een maat om het aanzien van een wetenschappelijk tijdschrift aan te geven. ‘In tegenstelling tot wat velen denken staat open access helemaal niet gelijk aan tijdschriften met een lage impactfactor,’ verbetert een man haar. ‘De gedachtegang over impactfactors moet veranderen. Juist daarom is beleid nodig om onderzoekers niet te laten kiezen op basis van zulke graadmeters voor de publicatie in een wetenschappelijk tijdschrift.’