Het zijn geen gemakkelijke tijden voor de geesteswetenschappen, ook niet aan de UvA. De studentenaantallen zitten weer in de lift aan de Faculteit der Geesteswetenschappen, maar geld uit Den Haag blijft achterwege. ‘De werkdruk is overal hoog, maar bij de geesteswetenschappen nog hoger.’
Juist op de dag dat het College van Bestuur een brandbrief aan de minister en aan de Tweede Kamer stuurt over de bezuinigingen, heeft decaan Fred Weerman op het whiteboard van zijn werkkamer een schematisch overzicht van de verdeling van de geldstromen staan. Zijn tweewekelijkse vlog gaat deze keer over het nieuwe allocatiemodel dat de UvA met ingang van komend begrotingsjaar invoert. ‘Er zijn altijd mensen die nog niet precies weten hoe dat model in elkaar zit. Sommigen denken dat het geld dat de UvA uit Den Haag krijgt rechtstreeks naar de faculteiten gaat, maar zo is het niet. De UvA herverdeelt dat geld op basis van een vaste verdeelsleutel en die gaat met ingang van komend jaar op de schop.’
En uw faculteit gaat er op vooruit in het nieuwe verdelingsmodel.
‘Laten we zeggen: we mogen als faculteit niet klagen over de uitkomst van de onderhandelingen. We gaan erop vooruit ten opzichte van het voorgaande verdelingsmodel. Er wordt nu meer dan voorheen rekening gehouden met het feit dat wij veel opleidingen aanbieden, meer dan elke andere faculteit. De UvA bekostigt – anders dan het Rijk – ook studiepunten van bijvakkers en late instromers. Bovendien speelt de N+1-regelingHet Rijk betaalt universiteiten slechts voor studenten die maximaal 1 jaar uitloop hebben boven hun nominale studieduur. De UvA deed dat ook, maar heeft dat enkele jaren geleden onder druk van de medezeggenschap uit het allocatiemodel gehaald. binnen de UvA geen rol. Dat is allemaal gunstig voor ons. Wij hebben nu eenmaal relatief veel studenten die lang over hun studie doen, late instromers en bijvakkers.’
Toch moet uw faculteit nog steeds bezuinigen.
‘Dat klopt, maar we zijn wel in de eindfase van de bezuinigingen gekomen. We hebben vanaf 2015 een lastige periode gehad, waarin we onze begroting moesten aanpassen aan de dalende studentenaantallen in de periode daarvoor. We hebben niet willen reorganiseren en hebben geen mensen gedwongen ontslagen. Maar er is natuurlijk wel wat gebeurd en we zijn nu bezig met de spreekwoordelijke laatste loodjes. In het begin van zo’n traject kun je overal wat wegsnijden, op het laatst is het lastiger, ook omdat het eindresultaat duurzamer moet zijn dan wat we hadden.’
Sommige studenten zeggen dat u het fel bekritiseerde bezuinigingsplan Profiel 2016 van uw voorganger via een achterdeur alsnog hebt ingevoerd.
‘Dat bestrijd ik ten zeerste. Onderwijsvernieuwing via de achterdeur werkt nooit. De maatregelen die we hebben moeten nemen zijn gebaseerd op wat opleidingen zelf voorstellen en ze zijn open besproken met medewerkers en studenten. Er zijn natuurlijk altijd mensen die het er niet mee eens zijn, maar neem een voorbeeld als de nieuwe talenopleiding Midden-Oostenstudies. Daarover hoor ik veel positieve verhalen van studenten én docenten. Het gaat soms ook om het perspectief waarmee je naar iets kijkt. Als je sowieso tegen interdisciplinaire studies bent, dan ben je misschien ook tegen zo’n opleiding, maar je kunt er ook anders naar kijken. In totaliteit worden er niet minder vakken aangeboden dan vroeger. Er zijn wat keuzevakken afgevallen, maar er zijn bijvoorbeeld meer minors.’
Maar met de geesteswetenschappen in het algemeen gaat het niet goed?
‘In het akkoord dat onlangs is gesloten tussen universiteiten en politiek gaat zestig miljoen extra naar bèta en techniek en slechts tien miljoen naar alfa en gamma samen. Landelijk hè. Tien miljoen voor zo’n breed gebied, waar meer dan vijftig faculteiten actief zijn. Dat is niet meer dan een fooi per faculteit. Om ook maar een beetje vooruit te komen hebben we landelijk minstens 15 miljoen nodig voor de geesteswetenschappen alleen.’
Ik geef u weinig kans. In het Kamerdebat van woensdag gaf de minister geen sjoege.
‘Daarom is het goed dat het College van Bestuur een brandbrief heeft gestuurd en het zou goed zijn als ook de andere universiteitsbesturen dat inzien en de brief steunen. Het huidige Haagse beleid klopt gewoon niet. Gelukkig komt er nu een beweging op gang mede dankzij een pressiegroep als WOinactie. De prioriteit van opeenvolgende ministers ligt al jaren bij het primair en voortgezet onderwijs. Ik zeg niet dat die sectoren niet belangrijk zijn, maar het hoger onderwijs is steeds het kind van de rekening. Daar lijden we allemaal onder, maar vooral de geesteswetenschappen.’
Kunt u dat toelichten?
‘Omdat de geesteswetenschappen relatief veel opleidingen aanbieden gaat er relatief veel tijd naar onderwijs. Dat is op zich logisch, maar voor onderzoek blijft zo weinig tijd over. Dat gaat in de praktijk vaak in privétijd. Daarbij zijn de schommelingen in studentenaantallen bij ons groot, met als gevolg dat je soms opeens te weinig docenten hebt voor een vak dat plotseling populair is of te veel bij een opleiding die opeens minder aanmeldingen heeft. De docenten kunnen vaak niet zomaar bij een andere opleiding lesgeven. De werkdruk is overal hoog, maar bij de geesteswetenschappen nog hoger.’
Maar u groeit weer. Het aantal aanmeldingen ging vorig jaar flink omhoog. Dit jaar opnieuw.
‘We groeien weer ja, maar ook niet overal. We voeren vernieuwingen door in de vorm van interdisciplinaire en/of Engelstalige opleidingen. Maar er zijn ook opleidingen die krimpen. Mijn eigen vakgebied, Nederlands, is bijvoorbeeld gehalveerd ten opzichte van enige jaren terug.’
Wat moet er gebeuren om de alfa’s weer op de kaart te zetten?
‘Afgezien van meer geld uit Den Haag moet er ook een cultuuromslag komen. Een aantal jaren geleden voerde de overheid een campagne voor meer bèta’s. Dat is behoorlijk succesvol geweest. Laat de overheid nu eens een alfa-campagne opzetten. Zelf moeten we ook meer contact leggen met het voortgezet onderwijs. Het C&M-profiel geldt als goede vooropleiding voor een alfa-opleiding, maar binnen het voortgezet onderwijs geldt het ook als pretpakket. Daar moeten we samen met het voortgezet onderwijs aan werken.’
Vooralsnog hebben steeds meer van uw studenten een buitenlandse vooropleiding.
‘Onze opdracht is te laten zien dat onze opleidingen belangrijk zijn, ook voor Nederlandse studenten. We moeten ook in staat en bereid zijn de harten van de Nederlandse studenten te winnen. Onze specialismen zijn nodig voor een goede grip op de vraagstukken van deze en de toekomende tijd. Noem maar op: de digitale samenleving, taal- en spraaktechnologie, artificial intelligence, migratie, populisme of vragen rond identiteit en zingeving. Wie denkt het zonder de geesteswetenschappen te kunnen doen maakt een fatale vergissing. En ja, we willen voor onze kinderen ook nog graag goede eerstegraadsleraren, toch?’