Bewoners van de Keizersgracht en de Reguliersgracht zijn ‘helemaal klaar’ met de jaarlijkse kennismakingstijd (KMT) van dispuutshuis A.t.o.m.o.s., zo melden meerdere bewoners bij Folia. Leden van het dispuut zouden overlast veroorzaken en antisemitische liederen zingen. ‘Het lijkt wel een aparte community waarvoor aparte regels gelden.’
Het lied gaf de doorslag, zegt een donkerharige vrouw in de deurpost van een huis aan de smalle Keizersgracht. Ze weet de tekst nog precies: Vieze vuile kankerjood, op de melodie van Hai Pippi Langkous. ‘Ik was er helemaal klaar mee. Ik heb aangifte gedaan.’
Ze wijst naar het zwarte dispuutshuis aan de Keizersgracht 724 (maps), enkele meters verderop – plastic bierglazen op de stoep, en een metershoge, paarse banier langs de ramen. Haar naam wil ze niet zeggen. ‘Ik durf er ook niet in mijn eentje heen. Mijn moeder heeft ooit geklaagd bij geluidsoverlast, maar zij kreeg meteen een grote bek.’
A.t.o.m.o.s. is een herendispuut van het Amsterdamsch Studenten Corps en de Amsterdamsche Vrouwelijke Studenten Vereeniging (A.S.C./A.V.S.V). Die vereniging is naar eigen zeggen de grootste studentenvereniging van Nederland en heeft ruim 2.700 leden. Vorig jaar kwam het dispuut in het nieuws nadat een aspirant-lid een tand verloor bij mishandeling door drie ouderejaars. Het Openbaar Ministerie stelde toen een onderzoek in.
Ze is niet de enige buurtbewoner die problemen heeft met het dispuutshuis. De leden van A.t.o.m.o.s., een herendispuut van A.S.C./A.V.S.V. dat acht kamers in het voorhuis bezet, veroorzaken ‘structureel en schokkende’ overlast, stellen verschillende bewoners in gesprekken met Folia. Ze klagen vooral over de kennismakingstijd (KMT): leden zouden ‘wekenlang met jeeps door de straat rijden,’ Duitse oorlogshelmen dragen [op de foto hierboven dragen de studenten Amerikaanse oorlogshelmen, red.], antisemitische liederen zingen, harde muziek draaien en ‘stinkende rookbommen gooien’. Leden worden door verschillende bewoners – die niet met naam genoemd willen worden – omschreven als ‘natnekkerig’ en ‘arrogant’. Ook zouden gesprekken vaak op niets uidraaien.
Brug aflikken
Herman Bunjes, die zelf corpslid was in Utrecht en nu ruim dertig jaar naast het dispuutshuis woont, zegt on speaking terms te zijn met de leden. ‘De laatste twee jaar gaat het erg goed,’ zegt hij. ‘We overleggen regelmatig, en dat werkt. We wonen hier nu eenmaal – zij leveren iets in, ik lever iets in.’ Het grootste probleem is dat de vereniging het huis gebruikt als sociëteit, vindt hij: feesten, harde muziek, drankverkoop. En hij hekelt de ontgroening, waarbij leden volgens bewoners onder andere de brug over de Reguliersgracht moesten aflikken. ‘Dat principe is verschrikkelijk. In vijftig jaar tijd lijkt er niets veranderd.’
(Lees verder onder de afbeelding)
Vijftien huizen
De overlast van het A.t.o.m.o.s.-huis is niet uniek, benadrukken bewoners. Zo schreef Het Parool eerder over ‘wanhopige buren’ rond het huis van ‘de Beaufers’ op de Kloverniersburgwal – het A.S.C.-mannendispuut Beaufort – en hebben de bewoners op de Keizersgracht ook regelmatig overlast van andere dispuutshuizen. De Amsterdamse binnenstad heeft zo’n vijftien studentenhuizen waar bewoners ‘met regelmaat over klagen’, stelde de gemeente eerder in verschillende media. Houden de klachten aan, dan bekijkt de gemeente ‘per casus met de politie, bewoners en het huis zelf hoe de overlast aangepakt kan worden,’ zegt een woordvoerder desgevraagd.
De UvA ondersteunt studie- en gezelligheidsverenigingen financieel met bestuursbeurzen. Alle studieverenigingen krijgen tezamen 400.000 euro, gezelligheidsverenigingen 40.000 euro. Daarvan gaat 12.000 euro naar studentenvereniging A.S.C./A.V.S.V. Jaarlijks evalueren de UvA, HvA en VU de KMT met verenigingen aan de hand van de gedragscode (pdf). Als verenigingen zich daar niet aan houden, kunnen beurzen worden ingetrokken.
In hoeverre die klachten toe- of afnemen, lijkt onduidelijk: de politie registreert geen specifiek aantal meldingen van studentenoverlast bij Amsterdamse dispuutshuizen, of over mogelijke extra inzet tijdens de ontgroeningsperiode. ‘Overlast is overlast,’ zegt een woordvoerder. ‘Dat nemen we zeer serieus. Door wie, waar of wanneer veroorzaakt, daar maken we geen onderscheid in.’
‘Universiteit krijgt slechte naam’
Volgens de bewoners heeft het overleg met A.t.o.m.o.s. weinig uitgehaald: het is lastig om leden tot de orde te roepen, zeggen zij. ‘Het corpsbestuur stuurde ons naar de huisoudste’, zegt Cynthia Mertens, die op de nabijgelegen Reguliersgracht woont. ‘Die kon ons dan de tijden van de jeepritjes en rookbommen doorgeven, zodat wij de ramen konden sluiten. Dat is de omgekeerde wereld. Het stinkt, en een vriendin met astma kon niet meer de straat op.’ De foto’s bij dit artikel geven nog niet weer hoe erg het eigenlijk is, zegt ze. ‘De waarheid is pittiger dan dit.’ Een ander zegt: ‘Het lijkt wel een aparte community, waarvoor ook aparte regels gelden.’
‘Het is voor bewoners onmogelijk om handhaving of politie tijdig op de plek van overlast te krijgen,’ zegt ook Elisabetta Manunza, ook woonachtig op de nabijgelegen Reguliersgracht. ‘Ik werk zelf als hoogleraar aan de Universiteit Utrecht. Later in september stuur ik een brief naar de rector magnificus van de UvA.’
In het centrum wonen ook ‘gewone mensen’, en zieken en ouderen, die niet continu feest willen vieren, zegt zij. ‘Studenten worden opgeleid om oplossingen voor deze complexe, veranderende wereld aan te kunnen dragen. Volwassenen die dit gedrag vertonen, dat zo in strijd is met de fundamentele uitgangspunten van onze rechtstaat, democratie en de ethische waarden van een academische studie, horen aan de universiteit niet thuis. Ze geven universiteiten een slechte naam, en universiteitsbesturen behoren hiertegen op te treden.’
De dispuutsleden van A.t.o.m.o.s. wilden aanvankelijk geen commentaar geven op dit artikel. Het bestuur van studentenvereniging A.S.C./A.V.S.V. zegt later op de hoogte te zijn van een aantal genoemde klachten, maar betwist andere aantijgingen, zoals het zingen van antisemitische liederen. ‘De voorbereiding van de kennismakingstijd heeft de afgelopen jaren veel aandacht gekregen. Wij wijzen onze leden uitdrukkelijk op hun verantwoordelijkheid. Deze verantwoordelijkheid geldt in de omgang met elkaar, maar ook naar de buurt waarin leden wonen. Het bestuur van het A.S.C./A.V.S.V. staat erop dat leden normaal omgaan met hun buurtbewoners en met hun omgeving.’