In een brief aan het bestuur van de UvA verzoeken zeventig wetenschappers om het oordeel te herzien in de plagiaatzaak rond voormalig UvA-rector magnificus Dymph van den Boom. Ze spreken van ‘academische klassenjustitie’. ‘Een rector mag knippen en plakken zonder bronvermelding, studenten niet.’
Van den Boom werd afgelopen voorjaar in de NRC beschuldigd van plagiaat in haar proefschrift en toespraken die ze hield bij diesvieringen van de UvA. Een onafhankelijke integriteitscommissie, bestaande uit de Utrechtse hoogleraar Ton Hol en de Tilburgse hoogleraar Marc Loth, onderzocht de zaak en concludeerde in december dat er geen sprake was van plagiaat.
Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Erasmus Magazine, het medium voor studenten en medewerkers van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
‘Hoewel in het proefschrift niet steeds (voldoende) herkenbaar is welke tekstdelen van de auteur zijn en welke zijn overgenomen uit andermans werk, is wel steeds in voldoende mate duidelijk dat de auteur het werk van anderen beschrijft en zich dit niet heeft toegeëigend als ware het haar eigen werk,’ schreef de commissie in het eindrapport. Het UvA-bestuur nam het advies van de commissie in januari over.
Second opinion
In de brief, die niet openbaar is, maar in handen is van Folia en Erasmus Magazine, vragen de zeventig wetenschappers om het oordeel van de commissie-Hol ‘kritisch te bezien’. Ze stellen voor om het Landelijk Orgaan Wetenschappelijke Integriteit een second opinion te laten geven.
De schrijvers richten zich vooral op de conclusie dat er geen sprake is van plagiaat, omdat Van den Boom niet pronkt met andermans veren. Daarmee introduceert de commissie volgens hen een ‘wezenlijk nieuw criterium voor plagiaat, waarbij het motief een belangrijke rol speelt’. In de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke integriteit is het motief echter geen onderdeel van de definitie, betogen ze. Door het advies van de onafhankelijke commissie over te nemen ‘ondermijnt’ het bestuur van de UvA, de gedragscode, aldus de ondertekenaars.
Klassenjustitie
Bovendien vinden de ondertekenaars van de brief de uitspraak dat voor studenten de plagiaatregeling onverkort blijft gelden ‘problematisch, zo niet onethisch’. In plagiaatregelingen voor UvA-studenten speelt het motief geen rol: teksten overnemen zonder bronvermelding én zonder gebruik van aanhalingstekens is plagiaat, en dus fraude. De auteurs spreken daarom van ‘academische klassenjustitie: een rector mag knippen en plakken zonder bronvermelding, studenten niet’. ‘Vindt u niet dat de regels die voor studenten gelden ook zouden moeten gelden voor uw oud-rector?’
Hoogleraren Ton Hol en Marc Loth, die het onderzoek naar Dymph van den Boom uitvoerden, schrijven dat de briefschrijvers ‘geen zinvolle bijdrage leveren aan de discussie over plagiaat’. ‘In ons advies hebben wij geoordeeld over een proefschrift uit een andere tijd, en over andere tekstgenres dan wetenschappelijke publicaties.’ Hol en Loth schrijven dat ze geen nieuwe definitie van plagiaat hebben vastgesteld, maar dat ze ‘een contextueel oordeel’ hebben geveld over de specifieke situatie van Van den Boom.
In de tijd dat Van den Boom promoveerde was er nog geen geschreven gedragscode, schrijven ze bijvoorbeeld. ‘Wie die omstandigheden vergelijkt met de integriteitseisen die hier en nu aan studenten van de Universiteit van Amsterdam worden gesteld […] levert geen zinvolle bijdrage aan de discussie over wetenschappelijke integriteit en plagiaat.’
Het UvA-bestuur laat via een woordvoerder weten te werken aan een antwoord op de brief. Het wil daarom nog niet in de media reageren. Naar alle waarschijnlijkheid wordt het antwoord binnen enkele dagen verzonden.
Pijnlijk
Eerder schreef Jaap Maat, docent wijsbegeerte aan de UvA en lid van de examencommissie, een opinieartikel waarin hij betoogde dat het UvA-bestuur afstand moet nemen van het plagiaatrapport. ‘Het College van Bestuur zet alle medewerkers van de UvA die zich gebonden weten aan integriteitsnormen in de kou en laat examencommissies in de steek,’ zo schreef hij. ‘Het is helaas zo dat de oud-rector veelvuldig plagiaat heeft gepleegd. Het CvB zal dit feit, hoe pijnlijk het ook is, moeten erkennen.’