Vijf jaar geleden bezetten studenten achtereenvolgens het Bungehuis en het Maagdenhuis. Sommige bezetters bleven zich inzetten bij studentenbonden of in commissies of medezeggenschapsraden, anderen verdwenen uit het zicht. De komende weken blikken we met hen terug. Vandaag het laatste interview met Levina van Winden. ‘Ik had nog nooit iets illegaals gedaan, behalve een torrentje gedownload.’
Hoe kijk je terug op de bezettingen?
‘Het was een mooie tijd. Ik zie bij veel mensen om me heen nostalgie. Het is jammer dat er niets wezenlijks is veranderd, al was dat ook niet mijn verwachting.
Ik ben blij dat ik in actie ben gekomen tegen dit oneerlijke beleid. De academische vrijheid kwam in het geding door de marktwerking. Het was tot hier niet verder. Bij de UvA had je een heel mooi aanbod aan vakken bij filosofie en ik maakte me zorgen dat dat ging veranderen. Bovendien had ik vrienden die Russisch en Pools studeerden en wier studie misschien ging verdwijnen. Sint-Petersburg is naar Amsterdams model gebouwd en dan zou Russisch hier verdwijnen? Op welke manier was dat oké?’
Levina van Winden was in 2015 student filosofie aan de UvA. Ze is nu dichter en publiceerde onlangs haar bundel Er is een band die rapemachine heet bij Atlas Contact.
Hoe raakte je bij de acties betrokken?
‘Ik was nooit een activist. Maar ik verlangde al lang naar een moment waarop ik iets kon doen tegen iets waar ik het niet mee eens was. Ik was niet iemand die in de werkgroepen erg debatteerde, omdat ik moe werd van dat soort discussies. Mijn studievereniging, waarvan ik in 2013/14 bestuurslid was, kreeg in het najaar van 2014 het bezuinigingsplan Profiel 2016 in handen. Toen ik dat hoorde dacht ik direct: “We moeten dit aan de wereld laten zien.” We hebben met een aantal filosofiestudenten Humanities Rally opgericht en een vergadering belegd.
Direct bij die eerste vergadering was er al het plan om een pand te bezetten, maar niemand wist hoe dat moest. In de weken erna was ik zo druk met Humanities Rally dat ik bijna niets anders meer deed. Bij een vak over Foucault hebben we collectief geen paper ingeleverd, maar het werd ons vergeven. Die docenten wisten dat we hun baan aan het redden waren.
Na twee protestmarsen had ik het eigenlijk wel gezien bij Humanities Rally. Ik riep bij weer een vergadering van onze actiegroep: “Als we nu nog niet bezig zijn met het plannen van een bezetting, kunnen we het wel opheffen.” Voormalige Rote Armee Fraktion-lid Ulrike Meinhof zegt: “Protest is zeggen dat iets me niet bevalt, verzet is zorgen dat datgene wat me niet bevalt niet gebeurt.” Ik was toe aan verzet.’
‘De dagen voorafgaand aan die vergadering hadden we bij Humanities Rally een vaag mailtje gekregen van een groepje dat we niet kenden: De Nieuwe Universiteit. Iemand van Humanities Rally zei: misschien moet je maar naar die vergadering van hen gaan. Ik twijfelde, maar ging. Het eerste wat ze er zeiden was: “We gaan vannacht een pand bezetten en als je niet mee wil doen moet je nu gaan”. Ik keek de mensen aan – het waren vriendelijke gezichten – en ik bleef. Ik had nog nooit iets illegaals gedaan, behalve een torrentje gedownload.
Het bleek om de bezetting van het Bungehuis te gaan. Dit waren de mensen die eerder een zomergroet stuurden naar alle studenten, die een ruimte op de bètafaculteit hadden bezet, en die het Spinhuis hadden gekraakt. Ik ben naar huis gegaan, heb mijn enige schone kleren en een paar boterhammen meegenomen en ben om vier uur ‘s nachts naar het Bungehuis gegaan. Daar werd ik binnengelaten.
In het Bungehuis wilden ze graag nieuwe gezichten als woordvoerder en ik was in die dagen nergens bang voor. Mijn “debuut” was bij Koffietijd voor Omroep Max, waar ik vertelde dat ik in de dagen dat ik dit pand bezette meer had geleerd dan in drie jaar colleges volgen. Daarna kreeg ik een perstelefoon en werd ik bijna non-stop gebeld door ANP, Het Parool, NOS, noem maar op. Na de uitspraak van de rechter dat het Bungehuis ontruimd mocht worden, heb ik op de persconferentie gezegd dat de uitspraak geen reden was om te stoppen met onze acties, en dat tientallen mensen bereid waren om zich te laten arresteren. Ik was er een van.’
Wat dacht je op de avond dat het Maagdenhuis werd bezet?
‘Ik was een van de 42 mensen die gearresteerd werd bij de ontruiming van het Bungehuis, dus het grootste deel van de dag waarop het Maagdenhuis werd bezet zat ik in de cel. We werden in de middag vrijgelaten en zijn toen met zijn allen zwartgereden naar het Centraal Station. Daar hoorden we dat er een protestmars van 1.500 studenten en docenten door de stad liep.
Dat is wat ik hoopte, wat ik dacht, wat ik wist dat er ging gebeuren: het ontplofte. Ik was zo blij. Ik kreeg berichten dat het Maagdenhuis misschien wel bezet ging worden en kon alleen maar denken: “Wow”. Ik ben naar het Spui gerend en daar was het moment. Iedereen was daar voor een bezetting. Toen wij op het Spui kwamen was dat een teken: het gaat gebeuren.
Het geluid van de krakende deur van het Maagdenhuis zal ik nooit vergeten. Ik dacht direct dat hier geschiedenis geschreven werd. Ik dacht ook: “Eigenlijk wilde ik dit heel mijn leven al, sinds ik wist dat er iets van kapitalisme bestond.”’
Waarom ben je niet actief gebleven in raden, commissies of bij bonden?
‘Ik ben gevraagd om lijsttrekker te worden van de Humanities Rally Partij, maar ik heb degene die het me vroeg in zijn gezicht uitgelachen. Het enige wat die partij heeft opgeleverd is burn-outs. We dealden met een bijna dictatoriaal College van Bestuur, gesteund door een corrupte Raad van Toezicht.
Er waren twee manieren om iets te bereiken. Je had leverage nodig, zoals een bezet pand, of je had ze gezichtsverlies moeten berokkenen. Dat leken de enige twee zaken waar ze om gaven, en dat kun je allebei niet doen in een raad. Het was een debiele fout om in de medezeggenschap te gaan zitten.
Het enige slimme plan vond ik om met heel veel bezetters lid te worden van Asva en op een ledenvergadering ineens allemaal op te komen dagen en het bestuur af te zetten en een nieuw bestuur aan te stellen. Dat was uiteindelijk niet nodig omdat er in 2015 een goed Asva-bestuur aantrad.’
Ben je nog steeds bezig met de idealen van de bezetting?
‘Op een heel andere manier wel. Ik was er na de bezettingen echt klaar mee. Bij de P.C. Hoofthuisbezetting vorig jaar was ik een opvangpunt omdat ik om de hoek woonde. Dat vond ik prima, maar de bezetters van vorig jaar zijn tevergeefs bezig om het lijk van de Maagdenhuisbezetting weer tot leven te wekken. Lenin zegt: “Een vonk kan een heel vuur aansteken.” Dat was in 2015 zo. Die bezetters van nu zijn bezig om steeds maar weer lucifers af te strijken, maar dat werkt niet omdat het gras nu niet droog is. En als straks het gras droog is, zijn hun lucifers op. Ik heb achteraf van wel tien mensen gehoord dat ze op de avond van de Maagdenhuisbezetting op het Spui stonden met een koevoet in hun tas. Die was uiteindelijk niet nodig, maar dat is de truc. Je moet op het juiste moment met een koevoet op het Spui staan.
Ik maak me op dit moment veel meer zorgen over het toenemende fascisme in de wereld en om het voortschrijdende neoliberalisme. Dat is voor mij het belangrijkste voor de komende tijd. Het is erg moeilijk om marktwerking te stoppen. Als dat teruggedraaid kon worden was het in 2015 gebeurd. Dat is een verloren strijd. Ik denk dat we moeten streven naar nieuwe vrijplaatsen, nu de universiteiten dat niet meer zijn.’
Hebben de bezettingen effect gehad?
‘Ja. Je kunt heel veel niet bewijzen, maar ik denk wel dat de Maagdenhuisbezetting heeft bijgedragen aan een cultuur van directe actie en stakingen. We hebben de weg geplaveid. Of dat nu voor klimaatmarsen is, voor stakingen in het basisonderwijs, of voor de Women’s March – eigenlijk denk ik dat het nog veel te vroeg is om te zeggen wat het resultaat van de bezettingen zal zijn.
Daarnaast denk ik dat termen als neoliberalisme, rendementsdenken en efficiëntiedenken meer ingeburgerd zijn geraakt. Je kunt als leraar in Goes nu in de lerarenkamer spreken over dat het rendementsdenken ervoor zorgt dat je je werk niet goed kunt doen, en mensen zullen begrijpen waar je het over hebt.’