In de studentenraden van de UvA zijn buitenlandse studenten zwaar oververtegenwoordigd. Hoewel nog niet eens een kwart van de UvA-studenten uit het buitenland komt, vormen ze een meerderheid in de Centrale Studentenraad. En dat heeft zijn gevolgen.
‘Ik wilde lid worden van de studentenraad om van de UvA een omgeving te maken waar studenten intensiever contact met elkaar hebben.’ Aan het woord is Taimoor Baig. Hij is 20, afkomstig uit Pakistan, en sinds 2019 student Economics & Business Economics. Dit jaar maakt hij deel uit van de facultaire studentenraad Economie & Bedrijfskunde. Hij is niet de enige international in de raad. Sterker nog: het is de eerste studentenraad in de geschiedenis van de UvA die volledig uit internationale studenten bestaat. En dat terwijl zestig procent van de studenten van die faculteit ‘gewoon’ uit Nederland komt.
Internationale studenten zijn niet alleen oververtegenwoordigd bij Economie & Bedrijfskunde. Uit een inventarisatie van Folia blijkt dat internationals oververtegenwoordigd zijn in vrijwel iedere studentenraad waar ze in zitten. De grootste oververtegenwoordiging is er bij Economie & Bedrijfskunde, de raad waar Baig in zetelt. Ook in de Centrale Studentenraad (CSR) en bij Maatschappij & Gedragswetenschappen is echter sprake van een zware oververtegenwoordiging van internationale studenten.
(Lees verder onder de grafiek)
Op drie faculteiten (geneeskunde, tandheelkunde en bètafaculteit) zitten geen internationale studenten in de studentenraden. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat alle bachelors daar in Nederlands worden aangeboden. Voor studenten die een eenjarige (Engelstalige) master volgen is het vanwege de timing van de verkiezingen niet mogelijk om lid te worden van een studentenraad. Enkel de luttele internationale studenten die een meerjarige master volgen kunnen dus in de raad komen, tenzij ze een Nederlandstalige studie volgen.
Afwezigheid
Die oververtegenwoordiging leverde de afgelopen jaren meermaals problemen op. De Centrale Studentenraad worstelde vorig jaar bijvoorbeeld met leden die vaak vergaderingen lieten schieten. ‘Het is jammer dat er weinig overblijft van het idee dat er veertien gekozen studentenvertegenwoordigers zijn. Technisch gezien nemen we beslissingen soms met z’n vieren,’ zei toenmalig CSR-voorzitter Pjotr van der Jagt er destijds over. Uit het jaarverslag van de CSR blijkt dat enkele internationale leden van de studentenraad vorig jaar vaak vergaderingen lieten schieten.
Volgens Stijn van Uffelen, student aan de Radboud Universiteit en bestuurslid bij het Landelijk Overleg Fracties, kun je hen dat vaak moeilijk kwalijk nemen. ‘Zeker internationals van buiten de Europese Unie betalen vaak tussen de zes en tienduizend euro om een jaar in Nederland te studeren. Dan kun je je geen studievertraging veroorloven en dus ook niet op dezelfde intensieve manier participeren. Over zulke verschillen moet je het met elkaar hebben.’ De bijdrage uit het profileringsfondsLeden van studentenraden krijgen een bijdrage uit het profileringsfonds om eventuele studievertraging te compenseren. Die bijdrage varieert van een paar honderd euro voor leden van facultaire raden, tot 8.400 euro voor bestuurders van de Centrale Studentenraad. die studenten in raden krijgen is voor Nederlandse studenten vaak genoeg om studievertraging te compenseren, maar voor internationals is dat meestal niet zo, zegt Van Uffelen.
Het Landelijke Overleg Fracties, waar Van Uffelen bij werkt, is een landelijke organisatie die alle raden, raadsleden, opleidingscommissies, assessoren van Nederlandse universiteiten ondersteunt. Van Uffelen heeft dus een goed beeld van de studentenraden in Nederland. Hij ziet dat de internationalisering van studentenraden aan de UvA ‘heel snel’ gaat. ‘Het gaat veel sneller dan op andere universiteiten. In andere steden zie je dat in facultaire raden en opleidingscommissies langzaamaan wat internationals komen. Landelijk zit in ongeveer 30 procent van de medezeggenschapsraden een international en op universiteiten is dat ongeveer 50 procent, maar dat internationals in de meerderheid zijn is extreem zeldzaam.’ Dat er in Nederland een studentenraad is die volledig uit buitenlandse leden bestaat wist hij niet.
Bijdragen aan beter onderwijs
Niet alleen aan de praktische kant zijn er verschillen tussen Nederlandse en internationale studenten in medezeggenschapsraden, ook inhoudelijk staan ze soms lijnrecht tegenover elkaar. Vorig jaar gebeurde dat bijvoorbeeld, toen er werd gesproken over het verhogen van instellingscollegegeldenDat is het collegegeld dat je betaalt voor een tweede studie en dat studenten van buiten de Europese Economische Ruimte betalen.. Nederlandse studenten vonden dat die instellingscollegegelden met ongeveer duizend euro verhoogd moesten worden.
Dat was het bedrag per jaar waarmee studeren voor Nederlandse studenten duurder was geworden door de invoering van het leenstelsel. Die duizend euro wordt via de zogenoemde kwaliteitsafspraken geïnvesteerd in beter onderwijs. Van dat beter onderwijs profiteren ook de internationale studenten, zo was de gedachte. Bovendien zou door de sterke groei van het aantal internationale studenten het bedrag dat per student in beter onderwijs zou worden gestoken afnemen. Nederlandse studenten vonden het gerechtvaardigd dat ook internationale studenten een bijdrage zouden leveren aan die onderwijsverbetering.
Het leidde tot een felle discussie in de raad en er werd precies langs de lijnen van herkomst gestemd: alle Nederlandse studenten waren voor en alle internationals tegen. Aangezien de internationals in de meerderheid waren, werd het verworpen.
Minsk
Een jaar eerder was er ook al iets gelijkaardigs voorgevallen. De Centrale Studentenraad werd overladen met kritiek nadat ze had besloten dat ze vliegtickets zou vergoeden voor een aantal leden die naar een dubieuze conferentie in Wit-Rusland wilden gaan. De Nederlandse leden van die studentenraden waren tegen het bezoek aan Wit-Rusland uit geopolitieke overwegingen, en omdat de raad een korte tijd eerder had betoogd dat de universiteit duurzamer moest worden.
‘In onze ogen paste een door de universiteit betaald vliegticket naar een forum waarvan niet duidelijk was wat het voordeel was voor studentenvertegenwoordiging aan de UvA daar niet bij,’ zegt toenmalig studentenraadsvoorzitter Roeland Voorbergen daar nu over. ‘Voor de internationals was vliegen veel minder een discussiepunt. Zij vliegen vaak wel twintig keer per jaar: het vliegtuig is hét vervoermiddel om hun familie te bezoeken.’ Volgens Voorbergen worden sommige onderwerpen in een raad met veel internationals moeilijker bespreekbaar. ‘Zo’n discussie, die dan eigenlijk zou moeten gaan over duurzaamheid, wordt bijvoorbeeld moeilijker te voeren.’
Scepsis
Voorbergen is in zijn raadsjaar sceptischer geworden over het groot aantal internationale studenten dat lid is van studentenraden. ‘In de raad gaat het in mijn ogen minder om standpunten en meer om ervaringen van leden,’ zegt hij. ‘Als je zo naar de raden kijkt is het raar dat internationale studenten, die heel andere ervaringen hebben dan Nederlandse studenten, soms de overhand in een raad hebben, terwijl ze maar een beperkt deel van het aantal studenten vormen. Je kunt je afvragen of dat dan wel een goede vertegenwoordiging is.’
Taimoor Baig, de Pakistaanse student in de raad van de economiefaculteit, vindt ook dat het problematisch is dat er geen enkele Nederlander in zijn raad zit. ‘Het is onderdeel van een groter probleem,’ vindt hij. ‘Internationale studenten voelen meer binding met de universiteit dan Nederlandse studenten. Nederlanders hebben vaak toch al meer sociale netwerken in de plaats waar ze vandaan komen, waardoor ze minder participeren op de universiteit.’
Hoewel Baig probeert alle studenten te vertegenwoordigen, snapt hij dat ‘sommige obstakels uniek zijn voor bepaalde groepen’. ‘In die situaties probeer ik zelf te bedenken wat een goede beslissing is voor iedereen, en te overleggen met andere leden uit mijn raad.’ Dat laatste levert echter ook geen blik van Nederlandse studenten op, omdat die niet in zijn raad vertegenwoordigd zijn.
‘In algemene zin is het belangrijk dat een medezeggenschapsraad een zekere afspiegeling is dan de gemeenschap die vertegenwoordigd wordt,’ laat een woordvoerder van de UvA weten. Zij benadrukt echter ook dat het om een democratisch orgaan gaat en er daardoor vanuit de UvA niet zoveel aan te doen. ‘Om een goede afspiegeling te bereiken zou het goed zijn als meer studenten zich kandidaat stellen en meer studenten hun stem uitbrengen.’
Proportioneel
Nina Hol, de rechtenstudent die dit jaar voorzitter is van de studentenraad, vindt het moeilijk om te zeggen of oververtegenwoordiging van internationale studenten problematisch is. ‘Een gedeelte van vertegenwoordiging is universeel, maar er is ook wat te zeggen voor een proportionele vertegenwoordiging. Neem nu het plan van de UvA om studentenwoningen te bouwen voor internationale studenten in Almere,’ zegt ze. ‘Internationals in onze raad trokken meteen aan de bel dat de reiskosten dan wel heel hoog werden. Als er alleen maar Nederlandse studenten in onze raad hadden gezeten hadden we misschien over het hoofd gezien dat internationals geen ov-kaart krijgen.’
Dat speelt ook andersom, geeft ze aan. ‘De manier waarop met de opbrengsten van het leenstelsel wordt omgegaan is dan voor veel Nederlandse studenten erg belangrijk. Dat voelt door de voorgeschiedenis echt als “ons geld”. In raden waarin geen Nederlandse studenten zitten, zou dat uit beeld kunnen raken.’
Lees later deze week over de problemen waar internationale studenten tegenaanlopen wanneer ze eenmaal in de raad zitten. ‘De begroting was maar voor 10 procent in het Engels vertaald. Toen we vroegen om een volledig vertaalde versie, werd ons verteld dat we die zouden krijgen als we ermee hadden ingestemd.’