Oud-UvA-lector Jaap Kunst verzamelde begin twintigste eeuw opnames van muziek in voormalig Nederlands-Indië. Na zijn overlijden verkocht zijn weduwe het aan de UvA, maar rond 2000 raakte het versnipperd. Twee UvA’ers willen het nu bijeenbrengen. ‘We willen een discussie in Azië zelf organiseren; we moeten de geschiedenis ook op een andere manier gaan bekijken, vanuit een ander oogpunt.’
De UvA heeft verschillende bijzondere gebouwen, verdeeld over de stad. Een daarvan is het Universiteitstheater, gelegen aan de Nieuwe Doelenstraat. Sinds 1968 is dit theater door de UvA in gebruik genomen, als experimenteerruimte voor de studenten theaterwetenschap.
Tegenwoordig is in dit gebouw niet alleen de studie theaterwetenschap te vinden, maar ook muziekwetenschap. Die laatste wetenschapsrichting beschikt over een wereldwijd beroemd geluidsarchief: een deel van de collectie van etnomusicoloog Jaap Kunst (1891–1960). En dat archief ligt opgeslagen in het Universiteitstheater.
Verspreiding collectie
Kunst doceerde vanaf 1942 aan de UvA. Hij was een van de oprichters van etnomusicologie, een wetenschapsdiscipline die muziek in haar culturele context bestudeert. Nu wordt dit ook wel culturele musicologie genoemd. De muziekwetenschapper probeerde voornamelijk in het toenmalige Nederlands-Indië zoveel mogelijk instrumenten en zang vast te leggen, op geluidsdragers en foto’s. Hij besteedde al zijn geld aan deze verzameling. Aan het einde van zijn leven bezat hij daarom geen rooie cent meer.
Zijn vrouw verkocht daarom in 1960, vlak na de dood van Kunst, zijn complete collectie aan de UvA: duizenden brieven en foto’s, een boekenverzameling, en honderden geluidsdragers. Dit belandde allemaal bij het Etnomusicologisch Centrum Jaap Kunst, een instituut aan de UvA, dat na het overlijden van Kunst werd opgericht. Oud-UvA-docent Ernst Heins (1937 – 2019) was curator van het archief. Hij breidde het archief uit met zijn eigen veldopnamen en die van anderen.
(Lees verder onder de afbeelding)
De voorwaarde van de verkoop aan de UvA was dat de gehele collectie bij elkaar moest blijven. Maar dat is niet gelukt. Rond het jaar 2000 werd het Etnomusicologisch Centrum Jaap Kunst opgeheven, waardoor alles verspreid raakte.
De Universiteitsbibliotheek nam de boeken op in de grote collectie. Brieven en ander geschreven materiaal belandden bij Bijzondere Collecties van de UvA, een deel van de geluidsdragers kwam bij het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid terecht, en het andere deel kwam in een depot bij het AMC te liggen, in Amsterdam-Zuidoost. Het beheer van het archief werd diffuus.
Alles weer samenbrengen
Inmiddels zijn de geluidsdragers uit het depot in Zuidoost verhuisd naar het Universiteitstheater, waar UvA-wetenschappers Barbara Titus en meLê yamomo deze collectie onder hun hoede nemen. Zij willen alle geluidsopnames, brieven, aantekeningen en foto’s van Kunst weer bij elkaar brengen en aan elkaar koppelen. Ze hebben er vertrouwen in dat dit gaat lukken.
Titus legt uit waarom ze alles willen samenbrengen: ‘Als we nu muziekopnames afspelen, horen we klanken van instrumenten waarvan we niet weten hoe ze eruitzien. Of we zien foto’s van instrumenten waarvan we niet weten hoe ze klinken. Als we die twee dingen bij elkaar kunnen brengen, kunnen we weten hoe een bepaald instrument klonk of wat voor instrumenten bij bepaalde muziek hoorden.’
De collectie van Kunst gaat niet over standaardinstrumenten. ‘Jaap Kunst maakte opnamen van de muziek in Nederlands-Indië, omdat hij zag dat de kolonisatie de traditionele muziek beïnvloedde,’ vertelt Titus. ‘Hij wilde de tradities die er waren vasthouden. Misschien heeft hij wel muziek vastgelegd die momenteel niet meer bestaat, bepaalde zangstructuren of instrumenten.’
Toegankelijkheid
Titus en yamomo proberen verder om de complete Kunstcollectie toegankelijk te maken voor gemeenschappen uit Zuidoost-Azië, waar het materiaal oorspronkelijk vandaan komt. Die hebben namelijk niet altijd toegang tot dit materiaal. yamomo weet uit ervaring dat het soms moeilijk kan zijn om bij de collecties van een instituut te komen. ‘Als je niemand van het instituut kent, kun je soms geen toegang krijgen. Wij willen dit veranderen. Het is belangrijk om bronnen altijd beschikbaar te hebben, zodat mensen het met verschillende oren kunnen beluisteren.’
Het doel van de UvA’ers is bovendien om het archief te dekoloniseren. yamomo: ‘Het gaat hier om erfgoed uit de koloniale tijd. Veel publicaties over Indonesische muziek zijn geschreven door westerlingen. We willen een discussie in Azië zelf organiseren; we moeten de geschiedenis ook op een andere manier gaan bekijken, vanuit een ander oogpunt. De mensen daar hebben de kennis over de muziek in het verleden, maar spreken niet altijd de taal om aan de discussie in het Westen deel te nemen.’
Uitdaging
De plannen van Titus en yamomo zijn een uitdaging. Ten eerste moeten ze de collectie op een overzichtelijke manier ordenen. Nu houden die nog verschillende ordensystemen aan. Ten tweede willen ze het materiaal digitaliseren, dat volgens de onderzoekers een helse klus is. En ten derde willen ze in gesprek gaan met collega’s uit andere landen die zich ook bezighouden met koloniale archieven en met gemeenschappen uit Zuidoost-Azië, zodat barrières die de toegankelijkheid tot het archief belemmeren verdwijnen.
Hier kun je een opname van Jaap Kunst beluisteren die hij in 1932 met een fonograaf opnam in het dorp Urbinasopèn op het eiland Waigéo, voor de kust van West-Papua.