UvA-student Elvis Afrifa geselecteerd voor estafetteploeg op WK Atletiek
UvA-student Elvis Afrifa (24) is geselecteerd voor de Nederlandse estafetteploeg op de 4x100 meter die volgende maand meedoet aan het WK atletiek in het Amerikaanse Eugene. Of hij daar ook daadwerkelijk zal lopen, is nog onduidelijk, omdat er zes atleten meegaan. ‘Er is soms concurrentie, maar in mijn optiek wil iedereen vooral dat het team goed gaat lopen.’
Een kwalificatie voor het WK. Hoe voelt dat?
‘Ik heb er heel veel zin in. Het is mijn eerste internationale toernooi ooit, dus ik kan heel veel nieuwe ervaringen opdoen. Eugene is een topsportwalhalla, er is een heel cool stadion, dat is gewoon vet, en ik houd heel erg van Amerika als sportland en Amerikaanse sporten. Ik kijk ernaar uit om heel goed te lopen met het team. Daarnaast gaan we dit weekend al, dan zijn we ruim op tijd om te herstellen van de jetlag – het WK begint op 15 juli. Daar zijn ook jetlagprotocollen voor, we mogen op sommige tijden niet teveel zonlicht krijgen en bepaalde voeding wel of niet eten, zodat je lichaam sneller kan wennen aan presteren in een andere tijdzone.’
Hoe schat je de kansen in?
‘Er doen heel veel landen mee, maar als we daar zijn en de wissel goed uitvoeren denk ik dat we zeker een finaleplek kunnen halen. Het rennen gaat wel, dat is gewoon rennen, maar bij de wissels moet je goed timen wanneer je weggaat. Je kunt het stokje rustig en op safe doorgeven, maar wij trainen op vlekkeloze wissels waarbij je niet hoeft af te remmen. Daar kun je op winnen.’
In het team lopen vier mensen, je weet nog niet of je zelf mag lopen. Hoe is dat?
‘Klopt, pas in de VS is duidelijk wie gaan lopen. Uiteindelijk lopen de beste vier lopers daar. Natuurlijk wil ik zelf lopen omdat dat vet is, maar ik wil ook het beste voor het team. Ik heb mijn hele leven teamsport gedaan. Dat is leuk omdat je samen iets groots probeert te bereiken. In ons team zitten goede vibes en we gaan goed met elkaar om, we delen vreugde en andere emoties. Er is soms ook wel concurrentie, maar in mijn optiek wil iedereen gewoon dat het team goed gaat lopen.’
Sinds wanneer doe je zo actief aan atletiek?
‘Pas sinds 2015, daarvoor deed ik voetbal. Daar rende ik natuurlijk ook, en kreeg ik te horen dat ik misschien eens atletiek zou moeten doen, omdat ik best hard kon rennen. Ik ben een keer met een vriend meegegaan naar de atletiekclub in Amsterdam-Oost en daar ben ik toen gebleven. In het begin ging het best hard, maar door een aantal blessures ben ik een paar keer teruggezet. Eerst had ik een ingescheurde hamstring in mijn rechterbeen, en in 2019 scheurde ik mijn linker hamstring af. Dat kostte heel veel tijd en het was erg balen want ik wilde dingen bereiken en doen wat ik leuk vond. Heel langzaam heb ik met een coach een plan gemaakt en beetje bij beetje iets opgebouwd. Nu gaat het de goede kant op, dat is mooi, dan ben ik nog blijer als het goed gaat.’
Je studeert ook nog informatiekunde. Is dat een beetje te combineren?
‘Mijn studie gaat een stuk langzamer. In de winter train ik negen keer per week, en daarnaast werkte ik soms ook nog als bron- & contactonderzoeker bij de GGD omdat ik met atletiek nog geen geld verdien. Aankomende woensdag heb ik een herkansing van een tentamen maar dan ben ik in Amerika, dus ik moet nog iets proberen te regelen – tijdens dat tentamen is het in Amerika twaalf uur ’s nachts. Ik heb een topsportstatus dus docenten proberen wel flexibel te zijn, maar uiteindelijk moet je natuurlijk gewoon tentamens halen en colleges inhalen die je mist. Gelukkig ben ik niet een superstudiebol. Ik vind sport ook leuker, en een topsporttijd duurt vaak maar een paar jaar dus ik wil alles eruit halen. Uiteindelijk zou ik graag als een soort datawetenschapper in een topsportomgeving werken, dus bekijken hoe je met data sportprestaties kunt verbeteren. Maar ik hoop na dit toernooi ook wel wat geld te verdienen met atletiek.’
