Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Kirsten van Santen
actueel

Jeugdzorgexpert: ‘Onze samenleving zou relaxter en inclusiever moeten zijn’

Thirza Lont,
11 mei 2023 - 14:00

Vanaf 2015 zijn er veel vernieuwingen ingevoerd in de jeugdzorg, maar er is tegelijkertijd ook veel bezuinigd. Daar begonnen veel problemen in de sector, zoals de ellenlange wachtlijsten, ziet Leonieke Boendermaker, die nu krap twee jaar bijzonder hoogleraar jeugdzorg en implementatie is. ‘Voor goede jeugdzorg is geld nodig.’ 

De jeugdzorg is de laatste jaren vaak negatief in het nieuws vanwege grote tekorten in geld en personeel. Het gevolg: ellenlange wachtlijsten waar hulpzoekenden opstaan. Begin april vond het kabinet dat te veel jongeren psychische hulp kregen. Staatssecretaris Maarten van Ooijen (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) zei vorige maand dat de ‘grenzeloze groei’ van het aantal jeugdigen dat een beroep doet op de jeugdzorg niet meer te organiseren en betalen is, en dat we dat ‘vooral niet meer moeten willen.’

 

In de komende jaren waren er op de al bestaande problemen nog meer grote bezuinigingen gepland. Die worden deels teruggedraaid, na lange onderhandelingen tussen de gemeenten en het kabinet. Concreet betekent dat in 2024 en 2025 er in totaal 385 miljoen euro meer beschikbaar blijft voor de jeugdzorg dan eerst de bedoeling was.

 

‘De gemeenten vinden dit nog steeds een te laag bedrag,’ ziet Leonieke Boendermaker. Zij is in 2021 aangesteld als bijzonder hoogleraar aan de UvA met als leerstoel jeugdzorg en implementatie, en is tevens lector bij de HvA. ‘Er zijn veel vernieuwingen in de jeugdzorg, bijvoorbeeld in de behandelmethoden die vaak veranderen. Maar medewerkers hebben vaak niet de kans om die nieuwe methoden goed onder de knie te krijgen. Dat heeft gevolgen voor de effectiviteit van de zorg. Alleen is implementatie maar één deel van het probleem waar de jeugdzorg mee kampt.’

‘De gemeenten vinden dit nog steeds een te laag bedrag’

Een kleine samenvatting van de afgelopen jaren: wat is er nog meer aan de hand in de jeugdzorg?

‘Voor 2015 was er de wet op de jeugdzorg, sinds 2015 is er de jeugdwet. De gemeentes werden vanaf toen verantwoordelijk voor de zorg, in plaats van de provinciale overheid. Daarnaast ging onder de nieuwe jeugdwet ook de jeugd ggz vallen, en de hulp voor mensen met een licht verstandelijke beperking. Dat was een logische keuze – voor 2015 hadden hulpzoekenden vaak het idee dat ze van het kastje naar de muur werden gestuurd. Vaak spelen er problemen op meerdere terreinen en is geïntegreerde hulp nodig. Door die samenvoeging werd het beroep dat gedaan wordt op de jeugdzorg groter. Alleen het budget paste daar niet bij. Het was te klein.’

 

Waarom werd het budget niet groter?

‘Voor 2015 waren er amper mogelijkheden voor mensen met lichte problemen omdat de hulp erg specialistisch was. Dat moest veranderen – de hulp moest laagdrempeliger worden. Als je vragen hebt over opvoeding, moet je die dichtbij huis kunnen stellen, vond de overheid. Daarnaast werd het beleid meer gericht op preventieve hulp. Wijkteams zouden op zoek moeten gaan naar mensen met lichte problemen om die te helpen, voordat ze complexe hulp nodig hadden. De wetgever hoopte dat de zorg zo minder geld zou kosten, omdat er minder specialistische hulp nodig zou zijn. De hulp die er al was, bleef wel bestaan. Aangezien de wetgever dacht dat het beleid om meer preventieve hulp te bieden gelijk minder geld zou kosten, werd er bezuinigd.’

 

‘Wat niet ingecalculeerd was is dat vernieuwing ook geld kost, en verandering kost tijd. En omdat de hulp laagdrempeliger werd, deden meer mensen beroep op de jeugdzorg. Zo begonnen de vele problemen in de jeugdzorg.’

 

Hoeveel meer blijkt de jeugdzorg nu te kosten, dan wat er gedacht werd?

‘Het kost nu 50 procent meer dan de wetgever in 2015 dacht.’

 

En daarbovenop komt ook nog dat proportioneel meer kinderen en jongeren beroep doen op de jeugdzorg, wat Van Ooijen begin april ook stelde.

‘Klopt. Eerst ging het om 1 op de 27 jongeren. Nu gaat het om 1 op de 7.’

 

Hoe kan dat?

‘Ik heb hier geen onderzoek naar gedaan, maar het Nederlands Jeugdinstituut maakte hier een mooie infographic over. De wereld is veranderd. De samenleving is bijvoorbeeld individualistischer geworden. Daarnaast is tegenslag is een onderdeel van het leven, maar we zien dat als een probleem. En dat leren kinderen vanaf jonge leeftijd al. Als ze dan te maken krijgen met een tegenslag, kunnen ze daar minder goed mee omgaan.’

‘Voor 2015 waren er amper mogelijkheden voor mensen met lichte problemen omdat de hulp erg specialistisch was’

Wat was uw eerste reactie heen toen u las dat Van Ooijen zei dat te veel jongeren een beroep doen op de jeugdzorg?

Boendermaker denkt na. ‘Ik denk niet dat hij gelijk heeft, of juist ongelijk. Maar ik denk wel dat er sowieso meer geld moet naar professionals en wat die kunnen (bij)leren op de werkvloer – er is al veel te lang veel te weinig ruimte voor.’

 

Daar komt implementatie – waar u onderzoek naar doet – bij kijken.

‘Dat klopt. Er is hoogwaardige jeugdhulp nodig om de effectiviteit te waarborgen. De jeugdzorgwerker moet weinig gezinnen hulp bieden. Er moet mogelijkheid zijn om te leren op de werkvloer, te oefenen en feedback te krijgen.’

 

Wat is het gevolg voor kinderen en jongeren die hulp nodig hebben?

‘Dat ze op lange wachtlijsten staan. Daarnaast zie je dat de professionals die hulp bieden niet genoeg tijd hebben voor de cliënten. In de jeugdbescherming, die voor 2015 een aparte instantie was maar nu onder jeugdzorg valt, is bijvoorbeeld onlangs na acties afgesproken dat het aantal gezinnen waarvoor een jeugdbeschermer verantwoordelijk is teruggaat van 24 of 25 naar twaalf.’

 

Hoelang zijn die wachtlijsten?

‘Dat verschilt per gemeente, maar je moet denken aan maanden.’

 

Hoe kijkt u naar de toekomst van de jeugdzorg?

‘Ondanks alle toestanden ben ik blij dat de bezuinigingen die gepland waren zijn opgeschoven, waar we het eerder al over hadden. Daarnaast denk ik dat we, zoals het Nederlands Jeugdinstituut ook noemt, we ons meer moeten richten op een samenleving waar kinderen en jongeren kunnen opgroeien met minder stress. De samenleving zou relaxter en inclusiever moeten zijn. Het is belangrijk dat alle kinderen en jongeren mee kunnen doen en zich thuis voelen.’