Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Sara Kerklaan
actueel

UvA’ers in militaire dienst: ‘Het is toch een jongensdroom’

Toon Meijerink ,
5 januari 2024 - 09:00
Betreft
Deel op

Het Ministerie van Defensie heeft negenduizend openstaande vacatures, voornamelijk voor hoogopgeleiden. Dus werft de krijgsmacht met een intensieve campagne steeds meer onder studenten en afgestudeerden. Deze UvA-studenten kozen voor het leger. ‘Eerlijk, schieten is gewoon supergaaf.’

‘Zit mijn baret een beetje goed? Oh, nog even mijn oorbel uitdoen, die kan niet op de foto, hè,’ lacht Martan van der Vliet (24). Van der Vliet is samen met 350 anderen militair werkstudent bij het programma ‘Defensity College’. Het ‘DC’ is een bijbaan voor enkele dagen per week bij verschillende defensieonderdelen, waarbij de student elk half jaar wisselt van werkplek.

‘Zo’n uniform trekt mensen aan. Studenten vragen altijd: waar is die blauwe pet voor, en die groene, en die rode?’

De UvA-student internationale betrekkingen loopt zelf circa twee dagen per week mee bij verschillende stafonderdelen van de marechaussee, de militaire politie. Op dit moment is Van der Vliet onder andere afgevaardigde (attaché) van DC. ‘Ik werf mensen, sta op militaire evenementen en ga ook, met blauwe baret op, naar studentenverenigingen.’ Defensie wil immers meer contact met de samenleving hebben. ‘Zo’n uniform trekt mensen aan. Studenten vragen altijd: waar is die blauwe pet voor, en die groene, en die rode?’

 

Naast het volgen van het betaalde programma kunnen geïnteresseerden tevens officier bij de militaire reserve worden, het legeronderdeel dat niet vast dient. Hoewel je geen volwaardig beroepsmilitair wordt, scheelt die opleiding een driejarige bacheloropleiding bij de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda. ‘Bij deze verkorte opleiding, die ik naast mijn master doe, ga ik ook gewoon heel vaak het veld in, op bivak,’ vervolgt Van der Vliet. ‘Lekker bikkelen met de andere werkstudenten in de bossen, dat vind ik het gaafst.’ 

 

Een jaar marechaussee

Om de toegankelijkheid van Defensie verder te vergroten, heeft het ministerie sinds afgelopen september ook het programma ‘Dienjaar’ opgericht. 150 jongeren doen in het programma een jaar volledig dienst als militair bij de marechaussee, landmacht, luchtmacht of marine. Zo wist Daniël Janssen (25) na zijn master privaatrecht niet helemaal zeker of hij al op de Zuidas wilde werken. Hij ging aan de slag bij de marechaussee. ‘Ik doe dit programma nu met tien jongens en meisjes die grotendeels net van de middelbare school komen en hetzelfde hebben als ik nu heb: we willen niet in de schoolbanken zitten, maar wel bijdragen aan de maatschappij.’ 

Foto: Sara Kerklaan
Martan van der Vliet

Van der Vliet had hetzelfde gevoel: ‘Je kunt ook ambulancepersoneel worden of brandweerman, maar dit is mijn manier van de lasten van de samenleving dragen. Ja, je zit in het leger maar je zorgt er eveneens voor dat er vrede op de wereld is.’ 

 

Janssen ziet zodoende later ook wel een rol als officier-jurist voor hemzelf weggelegd. ‘Er gaan ook juristen van de marechaussee in het “groen” – dus in legeruniform – mee naar bijvoorbeeld Gaza of Libanon om te controleren of VN-militairen zich aan het geweldsmandaat houden tijdens missies.’ 

 

Patrouilleren op Schiphol

Janssen en zijn lichting militairen beginnen in januari al als marechaussee derde klasse op Schiphol. ‘Er zijn dagelijks incidenten op Schiphol; denk aan mensen die moeilijk doen bij de douane, dronken personen en verdachte bagage in het vliegtuig. Of mensen die hun kinderen achterlaten in de vertrekhal.’ Als verkort opgeleide marechaussee gaat Janssen, naast taken bij het AZC in Ter Apel en in de Eurostartrein naar Parijs en Londen, voornamelijk paspoorten controleren. ‘Dat is nog best moeilijk: de marechaussee onderschept door ons land heen bijna duizend valse persoonsbewijzen per jaar.’

 

Enigszins beangstigend vindt hij zijn aanstaande dienst op Schiphol wel. ‘We zijn goed getraind in het controleren van gevaarlijke personen, ook met vastklemmen van iemands scharnierpunten – ellenbogen, polsen en zo.’ De dienjaarmilitairen krijgen echter, in tegenstelling tot de andere marechaussee op het vliegveld, geen pistool of wapenstok. ‘Stel dat mensen ons aanvallen, dan voel ik me wel heel bedreigd,’ stelt Janssen wat gespannen.  

Foto: Sara Kerklaan
Daniël Janssen

Introductieperiode

Quirine Weesie (28), luitenant-ter-zee en cursist van het specialisatietraject militair recht aan de UvA, ziet evenzeer een gevaar in zulke tekorten. ‘Eigenlijk hebben we voor die nieuwe programma’s helemaal niet genoeg instructeurs. De overheid heeft een aantal jaar geleden enorm bezuinigd op Defensie, en dat betekent dat we het ergens anders in de krijgsmacht vandaan moeten trekken.’ Pas sinds een aantal jaar is er bijvoorbeeld genoeg geld om tijdens training met munitie te werken en niet meer ‘pang pang’ te hoeven roepen.  

 

Tijdens zijn eerste, fysieke training merkte Janssen ook dat Defensie over de jaren heen is veranderd. In september begon hij aan de drie maanden durende Algemene Militaire Opleiding samen met een groep van de landmacht. ‘We hadden echt verwacht dat de instructeurs ons kapot zouden maken,’ glimlacht Janssen. In praktijk gingen de eerste trainingen voornamelijk over sociale veiligheid, integriteit en seksuele intimidatie. ‘De instructeurs zeiden dat die verandering echt te maken heeft met “gen Z”, de generatie die toch softer is geworden.’

 

Geen discussie

Helemaal zacht noemt Janssen de landing nog niet. ‘De instructeurs halen je kast nog wel helemaal overhoop als je iets fout hebt neergelegd. En je moet een schuttersputje – dat is een gat in de grond – binnen acht minuten graven, dat is echt beuken. Maar we hoeven bijvoorbeeld niet meer op te drukken als iemand iets fout doet. Terwijl ik zelf heel fit ben! Al is de marechaussee niet het meest sportieve legeronderdeel,’ lacht de gespierde jurist.   

‘Vanuit mijn studentenachtergrond had ik nog weleens discussie met instructeurs. Die té kritische houding leert het leger je snel af’

Weesie stelt dat van een softheid tijdens haar opleiding geen sprake was. In 2018 begon ze, eveneens na een studie rechten, aan haar opleiding als officier bij de marine. ‘Toen ik “opkwam” – begon, zeg maar – gingen we naar Texel. Dat is wel echt buiten slapen, door de modder kruipen en geen telefoon. Je bouwt met je “bak”– zo heet dat bij de marine, een onderdeel van “je jaar” – dan echte kameraadschap op; ik ga nu nog naar bruiloften van “baksgenoten”. Bovendien moet je leren omgaan met de toch vrij hiërarchische structuur binnen Defensie.’ Daar is het Janssen het mee eens. ‘Vanuit mijn studentenachtergrond had ik nog weleens discussie met instructeurs. Die té kritische houding leert het leger je snel af.’

 

Docent bij de marine

Weesie geeft nu zelf bij de marine in Den Helder colleges rechten aan aspirant-officieren. ‘Ik heb nog een jaar “na-dienst”, de verplichte dienst binnen Defensie na je opleiding.’ Ze vindt het daarbij inspirerend om contact te hebben met nieuwe studenten. ‘Het is zo gek dat zij vaak niet eens geboren waren tijdens 9/11. Terwijl de politiek altijd van invloed is op de marine. Maar mijn lessen zijn puur juridisch, zeg ik altijd. Defensie is een instrument van de overheid.’

 

Hoewel de marinier geen politieke rol draagt, draagt hij wel een verantwoordelijke rol, zo ondervond ze het afgelopen jaar, tijdens haar eigen opleiding aan de UvA. ‘Je leert bijvoorbeeld dat een militair bij te vaak te laat komen onder het strafrecht kan komen te vallen.’ Een militair kan in tijden van oorlog bij te veel afwezigheid daarmee zelfs tot gevangenisstraf worden veroordeeld. 

Foto: Sara Kerklaan
Quirine Weesie

Oorlog

Van der Vliet voelt net zo goed een verantwoordelijkheid. ‘Als ik in dit pak in de auto zit, kan ik echt niet te hard rijden.’ Evenzo, stelt Janssen, in het openbaar vervoer. ‘Ik was vandaag nog in uniform in de tram toen een man onwel werd. Ja, dan móet ik wel als eerste EHBO bieden en tot die persoon naar het ziekenhuis wordt gebracht bij hem blijven. Zelfs als er al veel mensen bij staan.’ Maar, vult de jurist aan, ‘uiteindelijk wil ik sowieso ook wel iets doen met verantwoordelijkheid, zoals adviseren over mensenrechten of het geweldsspectrum van operaties.’

 

Die operaties vindt Weesie het mooiste van haar baan. ‘Soms mag ik mee op maritieme oefeningen, waarbij ik dan oefen met “live” advies in oorlogsrecht. Gaan we op het schip, eerst even “inslingeren” – een dag overgeven totdat je gewend bent aan de schommelingen –, en slapen we in scheepshutten van soms wel negen personen.’ Daarna heeft Weesie dan een grootschalige training, bijvoorbeeld onlangs met de NAVO in Portugal.

 

Zulke oorlogsoperaties blijven voor de drie toch ook wel het spannende van het militaire leven. ‘Tijdens mijn studie-uitwisseling in de VS zag ik van die bewapende soldaten al om zes uur ’s ochtends paraat staan op een plein. Enorm Amerikaans, maar het trok me wel,’ aldus een grijnzende Janssen. ‘Het is toch een jongensdroom,’ zegt ook Van der Vliet vrolijk. ‘Eerlijk, schieten is ook gewoon supergaaf.’ 

 

Maar om zes uur ’s ochtends strak in de houding staan is er volgens Van der Vliet niet meer bij. ‘Het echte strenge is er wel vanaf, hoor.’ Zijn baret zit nu goed. ‘Weet je het zeker?’, vraagt hij. ‘Van Defensie moet het wapen wel goed in beeld zijn, hoor!’

lees meer