Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Open domein
actueel

OM eist drie maanden cel voor CSR-voorzitter Noah Pellikaan, hij is wel in vrijheid gesteld

Wessel Wierda,
29 mei 2024 - 21:56

Noah Pellikaan wordt verdacht van het gooien van stenen en spuiten van verf en water naar de politie tijdens de rellen op het Binnengasthuisterrein. De CSR-voorzitter zat sinds vorige week vast, omdat hij in de rechtszaal zijn identiteit niet wilde onthullen. Zijn zaak wordt weer uitgesteld, maar nu mag hij deze in vrijheid afwachten.

Opnieuw wordt de zaak tegen CSR-voorzitter Noah Pellikaan uitgesteld door de rechtbank Amsterdam. Maar belangrijk verschil met de uitspraak van vorige week is dat hij deze nu in vrijheid mag afwachten. Omdat hij zijn identiteit vorige week nog verzweeg, was de kans op vluchtgevaar groot, maar dat gevaar is nu geweken, meende de rechtbank vanmiddag. Na de uitspraak van de rechter omarmde Pellikaan zijn advocaat Krit Zeegers. Op de publiekstribune, waar wederom veel CSR-leden aanwezig waren, werd direct uitgekeken naar de terugkomst van hun voorzitter: ‘Morgen kunnen we hem weer zien!’

 

Drie politiegetuigen

Dat de zaak wederom wordt aangehouden komt omdat de verdediging drie politieagenten wil verhoren die eerder verklaarden Pellikaan stenen te hebben zien gooien. Die verklaringen vormen daarvoor het enige bewijs. Van het spuiten van rode verf en water naar de shovels van de politie daarentegen, waar Pellikaan ook van wordt verdacht, zijn ondersteunende beelden. De CSR-voorzitter erkende dan ook dat hij dat heeft gedaan. In de strafeis van het OM – drie maanden cel – lijkt echter het gooien van stenen doorslaggevend te zijn geweest. Reden te meer voor advocaat Zeegers om de politieagenten als getuigen te willen horen. 

 

Wanneer dit zal gebeuren, is nog onbekend. Evenmin is duidelijk wat een eventuele veroordeling van de CSR-voorzitter zou kunnen betekenen voor de gesprekken met de UvA over de recente demonstraties. Eerder zegde de CSR het vertrouwen op in het College van Bestuur vanwege het ‘harde politiegeweld’ op de campussen. Hierop meldde de UvA in gesprek te willen blijven met de CSR.

 

Nadat de identiteit van Pellikaan bekend werd – het OM koppelde de rechtbanktekening aan een foto van Pellikaan in Folia, daarnaast berichtten het AD en Het Parool deze week over de CSR-voorzitter – meldde de UvA tegenover laatstgenoemde krant dat ze hier niet op willen vooruitlopen omdat de zaak nog onder de rechter is. Dat blijft dus nog even zo.

Foto: Wessel Wierda
Sympathisanten van de verdachten, buiten bij de rechtbank Amsterdam

Queer-activist

Vóór Pellikaan was het de beurt aan Samer A. om in de rechtbank te verschijnen. Hij was een van de in het zwart gehulde mensen die in REC-ABC tekeerging tijdens de bezetting van 13 mei. NOS onthulde dat hij een Palestijnse asielzoeker uit het AZC in Hardenberg is. In de rechtszaal blijkt daarnaast dat hij een queer-activist is die zo nu en dan onbezoldigd lesgeeft op de UvA over genderstudies. De situatie in Gaza gaat hem aan het hart, familieleden van hem zijn er gestorven. Hij moest íets doen, legt hij de rechter uit, met een snik in zijn stem.

 

Dat werd dus het vernielen van twee beeldschermen en een koffieautomaat in de hal van REC-ABC. Op video’s is duidelijk te zien hoe hij zich uitleeft op het meubilair van de UvA. De schade zou, mede door zijn handelen, anderhalf miljoen euro bedragen, stelt de Officier van Justitie. Even later werd A. op de Dam gearresteerd. Dat zou hardhandig zijn gegaan, A. zou verdikkingen in het gezicht hebben gehad en pijnlijke ledematen. Ook zou hij er nog steeds last van hebben.

 

Discussie was er in de rechtszaal of A. wel de persoon was die we op de beelden kunnen zien. Zijn advocaat meent van niet. Het OM wijst evenwel op de kleur van het shirt en ondershirt dat de gedaante op de beelden draagt, en dat overeenstemt met wat A. aanhad bij zijn arrestatie. Dat A. vervolgens erkende een bivakmuts in zijn zak te hebben gehad – ‘voor de regen,’ verklaarde hij zelf – sprak duidelijk niet in zijn voordeel.

 

De rechtbank vond zijn betrokkenheid voldoende bewezen en legde hem twee maanden cel op, in lijn met de eis van het OM. Alleen werd één daarvan voorwaardelijk. De uitspraak van de rechter kon op flink gejoel rekenen achter het glas van de publiektribune. Leuzen als ‘Tout le monde, je deteste la police’ en ‘No peace, no justice’ passeerden de revue. Ook werden de leden van de rechtbank luidkeels uitgemaakt voor fascisten. De rechter zag het zichtbaar met lede ogen aan.