Don’t wanna miss anything?
Please subscribe to our newsletter
Wie toch tijdelijk in dienst is of blijft, moet in elk geval ontwikkelingskansen krijgen, zoals het volgens van BKO om zijn kansen voor een vaste aanstelling te verhogen

Het aan elkaar knopen van tijdelijke aanstellingen van steeds een jaar moet volgens het advies ook afgelopen zijn. Tijdelijke aanstellingen moeten voortaan ‘zoveel mogelijk voor de duur van twee jaar’ worden afgesloten en een omvang hebben van minimaal 0,5 fte, vijftig procent van een maximale aanstelling. Tijdelijke aanstellingen en inhuur van uitzendkrachten moeten bovendien voortaan verplicht worden gemotiveerd. Daarnaast moet de doorstroom van tijdelijk personeel naar een vast dienstverband worden bevorderd door middel van een ‘interne arbeidsmarkt’, waarbij niet langer hoeft te worden geconcurreerd met sollicitanten uit de gehele externe arbeidsmarkt. Wie toch tijdelijk in dienst is of blijft, moet in elk geval ontwikkelingskansen krijgen, zoals het verkrijgen van een BKOHet gaat hier om de Basiskwalificatie Onderwijs, die iedere docent aan de UvA in beginsel moet hebben gevolgd., om zijn kansen voor een vaste aanstelling te verhogen. Voor het verkrijgen van een vaste aanstelling moet het ook afgelopen zijn met oneigenlijke selectiecriteria als ‘het kunnen verwerven van subsidies’.

 

Eén juridische werkgever

De UvA moet weer een goede werkgever worden is de centrale gedachte in het rapport. Om dat mogelijk te maken moeten de verschillende personeelsafdelingen ‘centraal worden aangestuurd’ waardoor de UvA voortaan ‘als één juridische werkgever’ optreedt en niet elke afdeling of instituut afzonderlijk, want dat leidt bijna automatisch tot een ratjetoe aan beleid en aanstellingen. Maar het is niet alleen een kwestie van structuur, ook van cultuur. ‘Zowel bij managers als bij hoogleraren als bij personeel & organisatie moet een cultuur ontstaan van fatsoenlijk personeelsbeleid,’ meent de commissie. Leidinggevenden die dat niet kunnen moeten geschoold worden ‘in zorgvuldig personeelsbeleid’.

 

Het is nu aan het CvB om zich een mening te vormen over de aanbevelingen van de commissie, die onder leiding staat van COR-lid Iris Breetvelt.