Don’t wanna miss anything?
Please subscribe to our newsletter
Volgens de werkgroep moeten er minder bestuursfuncties komen, vooral minder opleidings- directeuren

Universiteitsreglement

Voor het optuigen van een faculteitsraad liggen nog wel een aantal problemen op de loer, want de faculteit kan dat niet op eigen houtje doen: het Universiteitsreglement moet ervoor worden aangepast en daar moeten de studentenraad en ondernemingsraad mee instemmen. De vraag is of die zo gemakkelijk zullen instemmen met hun eigen opheffing.

 

Bovendien zullen dan ook aan andere faculteiten faculteitsraden moeten worden ingevoerd en op centraal niveau de Universiteitsraad. Althans: het lijkt niet waarschijnlijk dat de UvA als geheel met twee medezeggenschapssystemen mag of wil werken. Naast de UvA kennen ook de Vrije Universiteit, de Radboud Universiteit Nijmegen, de TU Delft en Wageningen Universiteit het systeem van ‘gedeelde’ medezeggenschap. De andere universiteiten hebben een systeem met faculteitsraden en een overkoepelende universiteitsraad.

 

Mocht het systeem worden ingevoerd, dan kan zulks niet eerder dan in 2018, wanneer er nieuwe verkiezingen zijn voor de ondernemingsraden. ‘In de tussentijd moet worden overwogen om de gemeenschappelijke vergadering van ondernemingsraad en studentenraad meer gewicht te geven.’

 

Decentralisering

Een eventuele invoering van de faculteitsraad heeft allerlei gevolgen voor de manier waarop de faculteit wordt bestuurd en aangestuurd, constateert de commissie in het eindrapport. Uitgangspunt is de zeggenschap over onderwijs, onderzoek en personeel ‘zo laag mogelijk’ in de organisatie te leggen.

 

Met een stoet aan managers, directeuren en voorzitters die tamelijk centralistisch beslissingen nemen is dat nu niet het geval, constateert de werkgroep. ‘Een groot probleem’ in het huidige bestuursmodel is onder meer dat afdelingen, waar de opleidingen onder vallen, geen eigen personeelsformatie hebben. Beslissingen daarover worden nu op centraal niveau binnen de faculteit gemaakt en dat zou moeten veranderen: afdelingen moeten zeggenschap krijgen over hun eigen formatie, gebaseerd op het onderwijs- en onderzoeksbudget dat zij krijgen toegewezen.

 

Daarnaast moeten er volgens de werkgroep minder bestuursfuncties komen, vooral minder opleidingsdirecteuren. Zo is er nu bijvoorbeeld één opleidingsdirecteur voor de bacheloropleidingen en één voor de masteropleidingen. De werkgroep pleit ervoor die functies samen te voegen. Dat is op dit moment door het College van Bestuur verboden, maar de werkgroep pleit voor een uitzondering daarop voor de FGw, omdat veel opleidingen ‘een geringe omvang hebben’.