Don’t wanna miss anything?
Please subscribe to our newsletter
‘Soms heb ik geen flauw benul wat er allemaal gebeurt in de boot’

Vandaag de dag is Jort een erkend toptalent en staat een heel team specialisten voor hem klaar. Zorgvuldig geselecteerd door de roeibond. Trainers, bewegingswetenschappers, fysiotherapeuten, voedingsdeskundigen. Zij moeten ervoor zorgen dat hij optimaal kan presteren, op weg naar de gehoopte podiumplek in Rio. ‘Alles wordt van bovenaf aangestuurd. Al het denkwerk wordt voor mij gedaan, door anderen,’ stelt de roeier met een zekere spijt. ‘Het enige wat ik moet doen is dom pompen.’

 

Gelukkig is pompen zijn specialiteit. Hij weet dat zijn bootgenoten wel eens lachen om zijn weinig verfijnde stijl. ‘Ik geef toe dat Björn van den Ende bijvoorbeeld veel verder is dan ik. Soms heb ik geen flauw benul wat er allemaal gebeurt in de boot. Als je naar ons kijkt zie je een paar balletdansers die alles op techniek doen, en je ziet één lompe hark. Die hark ben ik.’

 

Een magere hark ook. ‘Wij hebben een handicap in vergelijking met de zware boten. We moeten onder de 70 kilo zijn. Ik moet dus nog zeker vijf kilo kwijt.’ Het overgewicht is hem niet aan te zien, integendeel. Maar lichte roeiers zijn nou eenmaal veroordeeld tot de eeuwige strijd met de weegschaal. Gelukkig beschikken ze over een arsenaal aan trucs. ‘Vlak voor de weging kun je bijvoorbeeld een rondje hardlopen in een dikke winterjas en een pak gemaakt van vuilniszakken. Dan zweet je er zo twee kilo vocht af,’ onthult Jort. ‘Daarna drink je wat bidons leeg en ben je klaar voor de start.’ Hij kijkt nu al uit naar de krachtexplosie die hij in Rio mag leveren. ‘Ik vind het heerlijk om te racen. Zeker in een finale. Ik zie wel eens roeiers die voor de start helemaal wegkwijnen van de stress. Ik leef juist voor die dagen. Je voelt je als een beer die opgesloten zit in een kooi. Je moet jezelf urenlang in toom houden, maar zodra het licht op groen gaat, dan is het alsof de kooi open gaat. Eindelijk kun je los.’