Don’t wanna miss anything?
Please subscribe to our newsletter
‘Expertise verdwijnt dus bij een van beide instellingen en dat moet worden opgevuld door nieuw personeel en dat kost geld’

BTW-expert

Een van de redenen om de diensten van UvA en HvA bij elkaar te houden is dat het uit elkaar halen van de diensten geld kost: gespecialiseerde functionarissen die nu voor zowel UvA als HvA werken na een splitsing maar bij één van de twee. Directeur Chris Schut van het Administratief Centrum (AC) van UvA en HvA licht toe: ‘Op het moment dat het AC bijvoorbeeld zou worden gesplitst, dan kost dat onherroepelijk geld. Stel dat er zou worden gesplitst op basis van aanstelling of arbeidscontract, dan gaan mensen die bij de HvA een contract hebben met de hogeschool mee en de mensen van de UvA met de universiteit. Er worden dan gaten getrokken in de personele bezetting en die gaten moeten worden opgevuld. Ik noem als voorbeeld een BTW-expert die nu voor beide instellingen werkt. Die zou dadelijk alleen voor UvA of HvA werken. Dergelijke expertise verdwijnt dus bij een van beide instellingen en dat moet worden opgevuld door nieuw personeel en dat kost geld. Samenwerking van de diensten heeft trouwens ook voordelen ten aanzien van de personele doorgroei. Binnen één gezamenlijk AC zijn er meer mogelijkheden voor loopbaanontwikkeling dan binnen een apart AC van de UvA of van de HvA.’

 

De genoemde gemeenschappelijke diensten, die al dan niet bij elkaar blijven, hebben zowel aan de UvA als aan de HvA een eigen deelraad, waarbinnen de neuzen niet allemaal dezelfde kant uit staan ten aanzien van het bij elkaar blijven van de diensten. ‘Binnen de diensten zijn er medewerkers die vinden dat als UvA en HvA elk weer een eigen bestuur krijgen, ook alle diensten uit elkaar moeten worden getrokken,’ zegt Centrale Ondernemingsraad-voorzitter Breanndán Ó Nualláin. ‘Met die opvatting moeten we als vertegenwoordiging van het hele UvA-personeel natuurlijk rekening houden.’

‘Ik begrijp dat het bij elkaar houden van de diensten efficiënt en kostenbesparend zou zijn, maar dat heb ik tot nu toe nog niet terug gezien in de begroting van de HvA’

Efficiënt

Pieter Claeys, voorzitter van de Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) van de HvA, laat weten dat er ook binnen de CMR nog veel vragen zijn over het al dan niet handhaven van de gezamenlijke diensten. ‘We hebben deze week voorzittersoverleg gehad met zowel de centrale raden als de deelraden van UvA en HvA en ook bij ons is nog onvoldoende duidelijkheid. Het schijnt dat een splitsing van de diensten geld kost, maar ik wil graag weten hoeveel. Ik begrijp dat het bij elkaar houden van de diensten efficiënt en kostenbesparend zou zijn, maar dat heb ik tot nu toe nog niet terug gezien in de begroting van de HvA.’ Aan de UvA-kant wijden ondernemingsraad en studentenraad er op 2 december een lange vergadering aan. ‘Wij zullen daar als CMR ook bij aanwezig zijn,’ zegt Claeys.

 

‘Het CvB is wel erg snel geweest met het omarmen van optie 3,’ vindt Ó Nualláin. ‘Er bestond ook een optie 1 om de diensten uit elkaar te halen. Er zijn verschillende mensen binnen de diensten die dat logischer vinden.’ Als mogelijke oplossing ziet Ó Nualláin een aparte stemming over de splitsing van het CvB – waarbij instemming zeker lijkt – en een andere stemming over de handhaving van de samenwerkende diensten.

 

Het CvB zal het daar waarschijnlijk niet mee akkoord gaan, want de hele splitsing is één totaalbesluit, meent verantwoordelijk bestuurder Hans Amman. De voorzitter van de dienstendeelraad van UvA, David Jan Donner, wil niet veel kwijt over het al dan niet handhaven van de samenwerking binnen de diensten van UvA en HvA. ‘Ik zal de raad vragen er een verklaring over op te stellen.’