Don’t wanna miss anything?
Please subscribe to our newsletter
‘De reactionaire opties in het referendum, Groen en Geel, brengen ons terug naar de jaren zeventig’

Reactionair

De reactionaire opties in het referendum, Groen en Geel, brengen ons terug naar de jaren zeventig waarin de universiteit vooral bezig was met zichzelf. Men bevocht elkaar in eindeloze vergaderingen. Studenten zonder veel kennis van zaken stemden over onderzoek, aanstellingen van hoogleraren en examennormen. Ook in Groen en Geel krijgen de studenten een gelijkwaardige stem in gekozen raden die al het beleid bepalen. Dat is terug naar de tijd dat vrijwel niemand publiceerde, het onderwijs ideologiseerde en vernieuwing geheel werd lamgelegd.

 

Nu is het niet noodzakelijk zo dat de geschiedenis zich herhaalt maar de commissie D&D trekt geen lering. Onduidelijk is hoe met interne belangenconflicten moet worden omgegaan en hoe voorkomen wordt dat er veel minder tijd aan primaire processen besteed gaat worden. Met name het Groene model is vaag, studenten en staf gaan zich eerst vier jaar buigen over de beste organisatievorm. De Groene en Gele opties berusten ook op evidente misverstanden. Eerder heb ik al in Folia betoogd dat we geen principieel recht hebben op democratie. De democratische basis van de UvA ligt in de Tweede Kamer. Een ander misverstand is dat alle door de commissie gerapporteerde onvrede als sneeuw onder de zon zou verdwijnen als we democratisch gaan werken. Alsof in democratieën geen onvrede bestaat.

 

(De tekst loopt door onder de foto.)

Foto: Daniël Rommens
‘Het is onwenselijk dat ondernemingsraden mee gaan besturen zonder daarop afgerekend te kunnen worden‘

Met een keuze voor Oranje dreigt stilstand. De commissie D&D is zelf ook kritisch als het gaat om de medezeggenschapsraden. De ondernemingsraden, grotendeels in handen van de vakbonden, krijgen in het Oranje model veel meer macht. Het is onwenselijk dat ondernemingsraden mee gaan besturen zonder daarop afgerekend te kunnen worden. De studentenraden kunnen prima uit de voeten met de huidige advies- en instemmingsrechten. Het lijkt me onwenselijk dat studenten met maar zeer beperkte universitaire ervaring, en ook een zeer beperkt mandaat —zie de zeer lage opkomstpercentages bij verkiezingen —complexe begrotingsprocessen kunnen blokkeren.

 

Unfair

Ik wil ook opmerken dat het referendum unfair is. Veel studenten en staf zouden waarschijnlijk graag voor een Paarse optie kiezen: minder macht voor de medezeggenschapraden. Ik ben daar niet voor maar ik vind het eigenaardig dat de commissie D&D deze optie niet toestaat. Desgevraagd stelt men dat zo’n optie niet in het mandaat van de commissie lag. Dat lijkt mij een bureaucratisch excuus. De commissie wil toch eerlijk peilen wat de academische gemeenschap vindt?

 

Moeten we nu gaan stemmen met zijn allen? Het ontbreken van de Paarse optie is voldoende reden het referendum te boycotten, maar er dreigt wel een Oekraïne dilemma. De actievoerders krijgen vast wel een paar honderd stemmers op de been. De commissie vreest overigens wel een lage opkomst: “De commissie merkt tegelijkertijd op dat een lagere opkomst niet automatisch betekent dat de uitkomst ook minder representatief is. Om meer zicht te krijgen op de representativiteit (en non-respons) zal er naast enkele andere kenmerken van de respondent ook gevraagd worden naar de faculteit waar men werkt/studeert.” Dit laatste kan alleen niet gecontroleerd worden (deelname is anoniem) en is daarom niet serieus te nemen. En als er alleen campagne gevoerd gaat worden voor de groen/gele optie is de uitslag uiteraard niet representatief.

‘Het is misschien beter om alleen te gaan stemmen als men zich echt verdiept heeft in de het reilen en zeilen van de universiteit‘

Boycot

Het is misschien beter om alleen te gaan stemmen als men zich echt verdiept heeft in de het reilen en zeilen van de universiteit. Het is ook onderdeel van een kritische academische houding om alleen goed geïnformeerde beslissingen te nemen. Weet je bijvoorbeeld niet wat het Amsterdamse besturingsmodel inhoudt, hoe de wet op medezeggenschap werkt, hoe de verschillende faculteiten gefinancierd worden, hoe een academische carrière grofweg verloopt, en wat het verschil is tussen de MUB en de WUB, dan is meebeslissen over de inrichting van de universiteit mogelijk niet verstandig.

 

De discussies van de laatste twee jaar hebben zeker gezorgd voor een beter bestuursklimaat. Ze hebben ook aangetoond dat we met het huidige ‘blauwe’ besturingsmodel goed uit de voeten kunnen. Ons aanpassingsvermogen is adequaat en ik verwacht ook dat we snel kunnen inspelen op andere grote veranderingen in de maatschappij, het onderzoek en het onderwijs.