Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Leidse oud-rector Stolker heeft duidelijke opvatting over ‘woke’ en ‘academische vrijheid’
Foto: Monique Shaw
actueel

Leidse oud-rector Stolker heeft duidelijke opvatting over ‘woke’ en ‘academische vrijheid’

Dirk Wolthekker Dirk Wolthekker,
6 februari 2023 - 08:00

Een externe commissie onder leiding van Carel Stolker, voormalig rector magnificus en oud-voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Leiden, gaat onderzoek doen naar de melding van ‘ernstige institutionele misstanden’ bij de afdeling sociale wetenschappen van de UvA. ‘Safe spaces zijn plekken waar je vrij bent van het onorthodoxe en provocatieve. Dat is voor de academische wereld niet goed.’

De keuze voor de Leidse jurist en emeritus hoogleraar Carel Stolker (68) als extern commissievoorzitter kan gerust pikant worden genoemd. Stolker is een Leidenaar pur sang: hij ging er naar de middelbare school, heeft er gestudeerd, is er gepromoveerd en was er hoogleraar en decaan van de rechtenfaculteit voordat hij in 2013 werd benoemd tot rector magnificus en collegevoorzitter, een dubbelfunctie die hij acht jaar heeft uitgeoefend aan een universiteit met het voor deze casus uitdagende motto Praesidium Libertatis, vrij vertaald: bolwerk van de vrijheid. De inmiddels door velen verguisde, maar ook bewonderde Laurens Buijs (40), die de afgelopen weken juist het – in zijn ogen – gebrek aan (academische) vrijheid aan de UvA publiekelijk aan de kaak stelde, zal ongetwijfeld blij zijn met zo’n commissievoorzitter.

 

Via Twitter liet Buijs vrijdagavond weten inderdaad in zijn nopjes te zijn met ‘een stevige, onafhankelijk commissie van externe hoogleraren met een brede onderzoeksopdracht’. ‘Wat wil je nog meer? Complimenten aan het CvB van de UvA. Ben blij dat vertrouwen er weer is,’ aldus Buijs, die als sociaal wetenschapper al jaren is verbonden aan de UvA en momenteel les geeft aan de opleiding interdisciplinaire sociale wetenschap. Hoewel (nog) niet gepromoveerd publiceert hij veel en vaak in zowel publieksmedia als wetenschappelijke tijdschriften. Op 18 januari deed hij dat ook, namelijk met een opiniebijdrage op deze website, waarmee hij radicaal stelling nam tegen de in zijn ogen ‘woke’ cultuur bij de sociale wetenschappen, in het bijzonder bij de opleiding interdisciplinaire sociale wetenschap.

 

‘Een lege hype’

In het artikel, waarin Buijs ook aangaf via de klokkenluidersregeling een melding te hebben gemaakt van ‘ernstige institutionele misstanden’ aan de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG), hield hij geen spaan heel van de organisatiecultuur bij sociale wetenschappen, die volgens hem zou bestaan uit een cultuur van wokisme, waarin het diversiteitsbeleid volkomen uit de hand zou zijn gelopen en zou hebben geleid tot een opgelegde ‘ideologische monocultuur’ en waar de academische vrijheid ver te zoeken zou zijn. Het verschijnsel ‘non-binair’ en de ermee samenhangende obsessie met ‘pronouns’ (voornaamwoorden) zou volgens hem niet meer dan ‘een lege hype’ zijn.

Volgens sommige van zijn studenten ‘misbruikt Buijs zijn Twitter-account om hatelijke opmerkingen tegen non-binaire personen te verspreiden’

De hele kwestie liep via sociale media zó uit de hand – een student waarschuwde met een ‘trigger warning’ op Instagram voor de opvattingen van Buijs en een groepje studenten organiseerde een petitie, waarin ze zich verzetten tegen zijn, ook in de classroom geuite, opvattingen – dat het UvA-bestuur - mede vanwege de melding van Buijs - een extern onderzoek gelastte naar de organisatiecultuur bij de sociale wetenschappen.

 

Driemanschap

Naast Stolker wordt dat onderzoek uitgevoerd door de Groningse hoogleraar leiderschap en organisatieverandering Janka Stoker en de Utrechtse hoogleraar taal- en cultuurstudies Berteke Waaldijk. De laatste doet onder meer onderzoek naar de geschiedenis van sekse, cultuur en burgerschap. Stoker was eerder onder meer lid van de Raad van Toezicht van de Universiteit Twente, waar ze de huidige rector van de UvA Peter-Paul Verbeek ongetwijfeld wel eens tegen het lijf is gelopen, want hij was er vele jaren hoogleraar.

 

Het driemanschap moet onder meer de ontvankelijkheid van de melding van Buijs in kaart brengen; een antwoord formuleren op de vraag of er inderdaad sprake is van ernstige institutionele misstanden bij de FMG; de begrippen ‘academische vrijheid’ en ‘wokeness’ nader beschouwen, in het bijzonder in de context van het onderwijs en onderzoek binnen de FMG; en een nadere beschouwing geven over ‘safe spaces en eisen van studenten aan het onderwijs’, zoals in de melding wordt verondersteld.

 

Eén ding is zeker: het curriculum dat Buijs tot nu toe verzorgde was goedgekeurd door de onderwijsdirecteur, simpelweg omdat het anders niet mag worden gegeven. Maar hoe een docent zich vervolgens in de praktijk opstelt tijdens de colleges is veel moeilijker te voorspellen. Ook wat een docent op zijn privé Twitter-account aan persoonlijke opvattingen publiek maakt, is lastig te modereren door anderen. Volgens sommige van zijn studenten ‘misbruikt Buijs zijn Twitter-account om hatelijke opmerkingen tegen non-binaire personen te verspreiden’. Of en hoe dit allemaal is gegaan, daar zal de commissie-Stolker klaarheid in moeten brengen, onder meer door gesprekken met betrokkenen.

‘Het is het wezen van de universiteit, de ruimte om over bestaande en nieuwe kennis te debatteren, ook als dat lastig is’

Hans Daudt

Wie al wat langer meeloopt in de Nederlandse academische wereld, in het bijzonder die van de UvA, zal bij de kwestie-Buijs ongetwijfeld terugdenken aan de kwestie-Daudt in de jaren zeventig. Het was natuurlijk een andere context (zonder sociale media bijvoorbeeld), maar ook toen stond een docent (Hans Daudt) tegenover een groep militante studenten, die een andere invulling en presentatie van het onderwijs eisten. Over verschillende visies op gender en seksualiteit ging het conflict toen niet, het was een ouderwetse links-rechts tegenstelling over een visie op samenleving en politiek. Daudt kreeg veel kritiek van marxistische studenten, die hem niet ‘maatschappijkrities’ genoeg vonden. Ze eisten een ‘confrontatiestudie’ en ‘antikapitalistiese’ literatuur. Om een lang verhaal kort te maken: Daudt werd kaltgestellt: er kwam een commissie en een herstructurering van de opleiding politicologie, waarbij er een eenmanssectie theoretische politicologie ‘in oprichting’ kwam, waar Daudt als hoogleraar werd gedumpt, zonder studenten en zonder verdere staf, maar wel met salaris. De sectie bleef twintig jaar ‘in oprichting’ totdat Daudt in 1990 met emeritaat ging en de sectie werd opgeheven.

 

CDA

Het is moeilijk te voorspellen hoe de kwestie rond Buijs door de commissie-Stolker zal worden beoordeeld en wat de consequenties zijn voor Buijs en andere betrokkenen. Stolker zelf is een prominente CDA’er, die in 2020 als Leids universiteitsbestuurder meeschreef aan het verkiezingsprogramma van het CDA Nu doorpakken. Het is een traditioneel CDA-programma met veel aandacht voor families en gezinnen, ‘dat wat ons het meest dierbaar is’. Het woord ‘non-binair’ komt er niet in voor. Naar verwachting zal zijn CDA-achtergrond echter geen rol spelen bij het onderzoek dat de commissie de komende maanden gaat verrichten. Stolker is een zeer ervaren universiteitsbestuurder, die bovendien – of liever gezegd logischerwijs – ook een visie heeft op wat academische vrijheid is en vermag, ook in het kader van de kwestie die nu speelt bij de sociale wetenschappen.

 

Cleveringa

In 2021, het jaar waarin Stolker met emeritaat ging, hield hij op de Campus Den Haag van de Leidse universiteit een lezing in het kader van de Cleveringa-leerstoel. In zijn lezing De academische vrijheid in de knel? (kijk hier terug) kwam uiteraard de academische vrijheid aan bod. Daarbij draait het volgens hem om een aantal uitgangspunten die essentieel zijn en die vermoedelijk ook in zijn onderzoek naar de sociale wetenschappen aan de orde komen, zoals: ga met elkaar, inclusief studenten, het gesprek aan; zorg voor een helder beleid over wat academische vrijheid is; zorg voor free speech, ook als het om onwelgevallige meningen gaat; neem academische vrijheid op als indicator in de universitaire ranglijsten; en pas op met ‘safe spaces’ en ‘trigger warnings’. De laatste twee termen komen in de discussie rond ‘woke’ geregeld voor, ook aan de UvA. Maar ze horen volgens Stolker niet thuis op een universiteit. ‘Safe spaces zijn plekken waar je vrij bent van het onorthodoxe en provocatieve. Dat is voor de academische wereld niet goed.’

 

Botsing

Bij de bekendmaking vrijdagmiddag van de commissie-Stolker en haar mandaat liet UvA-rector Verbeek weten dat ook de UvA ‘staat voor academische vrijheid, de ruimte voor wetenschappers om kennis te vergaren, vrijelijk te bespreken en zonder belemmeringen te verspreiden. Het is het wezen van de universiteit, de ruimte om over bestaande en nieuwe kennis te debatteren, ook als dat lastig is. Die ruimte moet geborgd worden, het is een groot goed. Tegelijk moeten we beseffen dat academische vrijheid soms kan botsen met andere rechten en regels en gepaard gaat met verantwoordelijkheden. Haat verspreiden valt er natuurlijk niet onder. En het is, bijvoorbeeld, ook geen vrijbrief om ethische normen in onderzoek te negeren.’

 

Het trio Stolker, Stoke en Waaldijk gaat nu aan het werk en komt naar verwachting eind juni met een eindverslag. Rector Verbeek heeft de intentie om dat verslag openbaar te maken.

website loading