Neve Gordon hekelt hoe academische instellingen protesten voor Palestina ‘repressief in de kiem proberen te smoren’. Woensdagavond houdt de Israëlische hoogleraar internationaal recht een lezing op de UvA. ‘Het is veel minder veilig om een moslim te zijn in Nederland dan een Jood.’
Schuilen in de kelder was al intens, zegt Neve Gordon. Maar het werd pas echt zenuwslopend toen hij kinderen kreeg. De hoogleraar internationaal en humanitair recht, geboren en getogen in Israël, woonde met zijn vrouw en kinderen niet ver van de grens met Gaza, toen zijn land tussen 2008 en 2009 de Gaza-strook drie weken lang met raketten bestookte. Dat hij toen met zijn gezin de schuilkelder in kon vluchten, is nog een voorrecht te noemen, weet Gordon. ‘De mensen in Gaza kunnen dat niet. Toen niet en nu evenmin.’
Deze week is hij vanuit Londen – Gordon werkt sinds 2012 aan de Queen Mary University – naar Nederland gekomen voor een trits lezingen over hoe academische instellingen reageren op het ‘genocidale geweld’ in Gaza. Woensdagavond is Amsterdam en dus de UvA aan de beurt, in de Doelenzaal van de Universiteitsbibliotheek. Folia sprak hem telefonisch, daags voor deze lezing.
De titel van uw lezing aan de UvA rept van ‘genocidaal geweld’. Het Internationaal Strafhof zou nog jaren nodig hebben om zeker te weten dat er sprake van ‘genocide’ is in Gaza. U niet.
‘Ik zie de ontmanteling van het gezondheids-, onderwijs- en educatiesysteem in Gaza; ik zie de tienduizenden mensen die vermoord worden; ik zie nog veel meer mensen die ontheemd zijn. Mijn interpretatie, als hoogleraar humanitair recht, is dat daarmee de mensenrechten- én de genocideconventie geschonden wordt. En ik ben niet de enige die dat denkt, de meeste internationale wetenschappers denken dat. Het zou nog vijf jaren kunnen duren voordat het Internationaal Strafhof alle bewijzen heeft gehoord en tot een conclusie komt, want de wielen van rechtvaardigheid zijn vaak erg langzaam. Maar voor academici die zich met internationaal recht bezighouden is het onze verantwoordelijkheid om dit tijdig voor het voetlicht te brengen.’
Neve Gordon is hoogleraar internationaal en humanitair recht aan de Queen Mary University in Londen. Daarvoor werkte hij aan de Ben-Gurion University in Beër Sjeva. Ook heeft hij meerdere boeken geschreven.
Hij is de auteur van: Israel’s Occupation (University of California Press 2008) en co-auteur van The Human Right to Dominate (Oxford University Press, 2015), Human Shields: A History of People in the Line of Fire (University of California Press, 2020). Daarnaast is hij voorzitter geweest van BRISMES’s Committee on Academic Freedom en schrijft hij regelmatig voor internationale kranten.
Israël zegt nog altijd Hamas te willen stoppen, de organisatie die op 7 oktober een terroristische aanslag pleegde in het zuiden van Israël en daarbij gijzelaars meenam. Dat is bijna een jaar geleden, kunnen we u binnenkort ook op de barricaden verwachten om te demonstreren tegen Hamas?
‘Nee,’ zegt Gordon, met lichte afkeer in zijn stem. ‘Om meerdere redenen.’ Voordat hij aan zijn uiteenzetting begint, maakt hij eerst een voorbehoud: ‘Het lijdt geen twijfel in mijn hoofd dat Hamas deze aanslag heeft gepleegd’. ‘Máár,’ vervolgt hij resoluut, ‘we zitten in een situatie dat Israël de grenzen van de Gaza-strook decennialang hermetisch heeft afgesloten. Niemand kon erin of -uit. De Palestijnen zaten in principe vast, in de grootste kooi ter wereld. Europeanen moeten dus erkennen dat Palestijnen, net als zijzelf, het recht op zelfbeschikking hebben. Daarnaast moeten we ons herinneren dat Israël jarenlang geld heeft gegeven aan Hamas. Met de bedoeling dat vragen, zoals deze van jou, gesteld worden. Israël weet namelijk dat Hamas als terroristische organisatie wordt gezien in Europa. En dat veel Europeanen, vanwege hun islamofobische houding, Israël zullen steunen – ongeacht wát ze doen - als ze zeggen dat ze tegen Hamas vechten, en niet tegen de Palestijnen.’
Gordon doelt hiermee op publicaties in gerenommeerde media als Reuters, waaruit zou blijken dat de Israëlische regering geld zou hebben overgemaakt naar Hamas. Met de bedoeling om de vorming van een Palestijnse staat te voorkomen; hoe groter de macht van Hamas, hoe kleiner die van de Palestijnse Autoriteit, is de redenering. Ook de oppositie in het Knesset (Israëlische parlement) heeft deze beschuldigingen geuit, maar premier Netanyahu en de zijnen hebben dit altijd stellig ontkend.
‘Een cynische en manipulatieve move van Israël,’ noemt Gordon het, die nu op dreef is. ‘We moeten ons realiseren dat volgens publieke enquêtes rond 7 oktober slechts 37 procent van de Palestijnen Hamas steunde. Daaruit blijkt al: dat Hamas financieel groot heeft kunnen worden, kwam voornamelijk door de steun vanuit de Israëlische regering. En begrijp me niet verkeerd, het was afschuwelijk wat Hamas deed, maar aantallen zijn ook belangrijk. In Gaza zijn inmiddels véél meer mensen vermoord.’
Als het Westen deze handelswijze van Israël weet of zou kunnen weten, waarom handelen de regeringen hier dan niet naar, volgens u?
‘Door de geschiedenis. De Europese Joden werden vernietigd door de nazi’s in concentratiekampen en na de Holocaust waren er nog honderdduizenden Joodse vluchtelingen. Voor de Europeanen die hieraan hadden bijgedragen was de oplossing: laten we ze naar Palestina brengen. Kortom, de Palestijnen betalen de prijs voor de misdaden die gepleegd zijn in Europa.’
Studenten die zich hiertegen uitspreken willen gehoord worden door de universiteit. Maar volgens UvA-rector Peter-Paul Verbeek in Nieuwsuur maakt het dragen van maskers in een gesprek met het College van Bestuur dat niet gemakkelijker. Bent u dat met hem eens?
‘Wat ik zie in andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk en de VS, is dat de namen van studenten aan de politie worden geven of dat ze geschorst worden van de universiteit. Ik weet niet of dat ook in Nederland is gebeurd, maar ik denk dat sommigen bang waren. Waarschijnlijk had ik het zelf niet gedaan. Maar hoe dan ook: studenten komen met een masker op naar een gesprek? So what? Ik denk niet dat dit een groot probleem is, het leidt af van waar het werkelijk over zou moeten gaan: de genocide in Gaza.’
Is het geoorloofd om voor de Palestijnen tv’s en koffiemachines kapot te maken in Nederland, in de hoop dat je dan wel gehoord wordt door de universiteit?
‘In vele van de demonstraties die ik heb bijgewoond, over de hele wereld, zijn er een paar gevallen geweest van antisemitisme en het breken van dingen. Maar van de duizenden evenementen met duizenden aanwezigen, zijn het deze vier, vijf, zes gevallen die constant worden opgebracht. In elke vorm van sociaal verzet komen we dit soort gevallen tegen. Ze zouden bekritiseerd moeten worden en veroordeeld. Maar hierop focussen is ook een manier om het probleem te verplaatsen. Want het probleem is, en blijft: genocide.’
Mag je Israël ‘een terroristische staat’ noemen, of ‘Israël has to fall’ zeggen, zoals we vaak horen bij demonstraties voor Palestina?
‘Als je kijkt naar de aanvallen die Israël deze weken uitvoert op Libanon, dan is dat toch een terroristische staatsaanval? Dus als iemand dat zegt na zo’n aanval, dan is dat een juiste karakterisering.’
Tegelijk ziet de Nationaal Antisemitisme Coördinator vanwege de pro-Palestijnse demonstraties een toename van onveiligheid onder Joodse docenten en studenten. Wat vindt u daarvan?
‘Ik denk dat mensen zich oncomfortabel voelen, maar dit vaak zullen beschrijven als een gevoel van onveiligheid. Het is veel minder veilig om een moslim in Nederland te zijn dan een Jood. Ik kan dat categorisch zeggen.’
En dat Joodse of Israëlische studenten, die het niet eens zijn met de demonstraties, zich vaak niet durven uitspreken, hoe kijkt u daarnaar?
‘Als je bijvoorbeeld naar MeToo kijkt, waarbij mannen vrouwen hebben belaagd, dan zouden de mensen die hen verdedigen zich niet comfortabel moéten voelen. Ze zouden zich wel veilig moeten voelen, maar niet comfortabel. Dat principe geldt ook als je een land steunt dat zich schuldig maakt aan genocide. Je moét je dan zeker niet comfortabel voelen.’
Leidt dat er niet juist toe dat het gesprek überhaupt niet plaatsvindt, dus dat die mensen niet in discussie gaan? Bij uw lezing van woensdagavond bijvoorbeeld zitten in het discussiepanel alleen maar mensen die het goeddeels met u eens zijn. Zou het niet beter zijn als daar juist critici tussen hadden gezeten?
‘Ik ben niet de organisator van deze lezing. Dus dat zou je aan de organisator moeten vragen.’
Maar wat zou u zelf het beste vinden?
‘Ik heb er geen moeite mee om met mensen te praten die een ander standpunt hebben. Maar als we een panel hebben over de klimaatcrisis, zouden we dan een klimaatontkenner in het panel willen? Of een Holocaust-ontkenner in een panel over de Holocaust? Ik denk het niet.’
Dat zijn uitersten. Maar misschien iemand die wat kritischer zou zijn over vergaande klimaatmaatregelen bijvoorbeeld? Of iemand die kritisch is op Israël, maar niet onvoorwaardelijk genocide constateert in Gaza, net als het Internationaal Strafhof?
‘Ik denk dat we het eens moeten zijn over het probleem. Over hoe we dat probleem willen tackelen, daar mogen we het over oneens zijn. Ik denk niet dat de universiteit iemand zou moeten uitnodigen die in het Bijbelse creationisme gelooft, wanneer we het hebben over evolutie en biologie. En veel van de studenten zien dat er misdaden tegen de menselijkheid worden gepleegd in Gaza. Dus ik zie het probleem niet…’
Tot slot dan, u vertelde aan het begin van dit interview dat u dicht bij Gaza woonde. Heeft u vrienden of kennissen verloren bij de aanslag van Hamas op 7 oktober?
‘Ja, een afgestudeerde student van mij en drie vrienden. Dat is afschuwelijk, maar geweld van Israël gaat ons niet uit deze situatie helpen.’