Het Diversity Office van de UvA ziet dat er steeds meer weerstand komt tegen diversiteitskantoren in de politiek en maatschappij. Met de aankomende bezuinigingen door het nieuwe kabinet vreest het Diversity Office van de UvA voor inkrimping van het beleid. ‘Diversiteit is mogelijk één van de eerste slachtoffers.’
Regeringspartij PVV ziet de bezuinigingen van meer dan een miljard op hoger onderwijs als ‘het einde van de activistische woke-cultuur’ en diversity officers. In maart verwierp de Eerste Kamer de Wet toezicht gelijke kansen bij werving en selectie. Tegelijkertijd voelen studenten zich enerzijds ongehoord door de universiteit of onveilig op de campus door het gepolariseerde Israël-Palestinadebat.
‘Diversiteitsbeleid wordt heel vaak niet als prioriteit gezien’, merkt Soumia Akachar, projectmanager bij het Central Diversity Office. Zij organiseert dinsdagavond 1 oktober, op de nationale Diversity Day, een evenement waarbij wordt gediscussieerd over de impact van een verhardende maatschappij op diversiteitswerk. Onder andere nationaal racisme coördinator Rabin Baldeswing en oud-GroenLinks-politicus Tofik Dibi zullen aanwezig zijn.
Ook Central Diversity Officer (CDO) Machiel Keestra maakt zich zorgen over de maatschappelijke ontwikkelingen en de aankomende bezuinigingen. ‘Wij verwachten dat er zeker stemmen zullen zijn binnen de universiteitsgemeenschap die een einde willen maken aan het “diversiteitsgeneuzel”, zoals het PVV-verkiezingsprogramma verwoordde.’ Keestra haalt bijvoorbeeld de Nijmeegse hoogleraar Frank Hartmann aan die vorige week stelde dat er allereerst bezuinigd zou moeten worden op ‘woke’ aan universiteiten. ‘Vanuit die anti-wokegeluiden zullen er – ook landelijk – zeker meer bezwaren tegen diversiteitsbeleid en diversity officers komen.’
Vooral landelijk zien beide diversiteitsmedewerkers weerstand tegen internationale studenten, ‘wokisme’ en andere op diversiteit kritische ontwikkelingen. Zorgwekkend, volgens projectleider Akachar, want het diversiteitsbeleid is essentieel om achtergestelde groepen te beschermen, die volgens haar al bedreigd worden. ‘Als je diversiteitsbeleid niet serieus neemt, krijg je al snel een universiteit voor geprivilegieerden. De kerntaak van een universiteit is juist onderwijs toegankelijk maken voor iedereen.’
Diversiteit aan de UvA
In 2016 verscheen het UvA-diversiteitsonderzoek Diversiteit is een werkwoord, uitgevoerd onder leiding van antropoloog Gloria Wekker. Daarin gaf 62 procent van de UvA-gemeenschap aan dat zij een meer diverse universiteit verwachtten. Slechts 13 procent van de eerstejaarsstudenten aan de UvA bleek van niet-westerse afkomst, terwijl tegelijkertijd 51 procent van de 18-jarige jongeren in Amsterdam een niet-westerse afkomst had. Eén van de aanbevelingen die uit het kritische rapport voortvloeide was het aanstellen van diversity officers op centraal en facultair niveau. Zij moesten gaan toezien op meer verscheidenheid onder studenten en medewerkers.
In 2019 nam het College van Bestuur (CvB) de Nota Diversiteit aan, die de doelstellingen van het diversiteitsbeleid vastlegde. Keestra ziet een positieve ontwikkeling in de omarming van dat beleid: ‘Elke twee jaar sprak een externe consultant met stakeholders, beleidsmedewerkers en dergelijken over die nota. In 2021 moest ze doorgaans nog antwoord geven op de vraag: “Tja, waarom eigenlijk diversiteit?”. Maar in 2023 hoefde ze dat gesprek niet meer te voeren. Meer mensen op de universiteit hebben nu dus de overtuiging dat het nuttig is dat we aandacht aan diversiteit besteden.’
De diversiteitsnota zette vier doelen uiteen: toegankelijkheid voor, samenwerking met, in dienstneming van en stimulering initiatieven voor mensen met een diverse achtergrond. In de afgelopen jaren is de UvA – ondanks haar seculiere karakter – daarom ook aandacht gaan besteden aan het bieden van ruimte voor studenten en medewerkers met verschillende religieuze en culturele achtergronden. ‘Zo zijn er inmiddels op elke campus stilteruimtes, die deels met inbreng van het diversity office zijn ingericht,’ legt Keestra uit. ‘Daarnaast organiseren de diversity officers al meerdere jaren vieringen voor mensen van verschillende culturen, zoals Iftar, Chanoeka en Keti Koti, om zo de onderlinge verbondenheid te versterken. Ook stimuleren we het contact met diverse netwerken met bijvoorbeeld UvA Pride en Women in Science en richten we ons met een specifiek programma in de intreeweek op eerstegeneratiestudenten met een migratieachtergrond.’ Volgens Keestra draagt dit inmiddels bij aan een ‘thuisgevoel’ voor studenten met een diverse achtergrond.
In tegenstelling tot de weerstand vanuit de rechterkant van het politieke spectrum, ziet Keestra dat het CvB zelf wel inziet dat, zoals hij het stelt, ‘de representatie van de bevolking onder studenten en staf heel slecht is, enorm achterloopt’. Onderzoek heeft daar ook onder te lijden, aldus Keestra. ‘Denk aan het klassieke voorbeeld dat medisch onderzoek decennia is achtergebleven omdat er stukken minder vrouwelijke proefpersonen gebruikt werden. Zo zijn er legio voorbeelden van gemankeerd onderzoek vanwege het gebrek aan aandacht voor minderheden.’ Toch merkt Akachar dat diversiteitsbeleid ook binnen de onderzoekswereld, zoals de universiteit, vaak juist als een “nice-to-have” wordt gezien en niet als een “need-to-have.” Daarom kan het diversiteitsbeleid wel mogelijk een van de eerste slachtoffers van bezuinigingen gemaakt worden.’
Israël-Palestina
Daarbij komt dan nog kijken dat er ook met de pro-Palestinabezettingen sinds de oorlog in Gaza extra druk komt te staan op het diversiteitskantoor. Pro-Palestinademonstranten riepen de CDO op om zich uit te spreken voor een boycot van Israëlische instellingen. ‘Zij vonden dat een diversity officer die zich bezighoudt met diversiteit en betrokkenheid bij de samenleving zich ook zou moeten uitspreken tegen Israël.’ Keestra weigerde dat. ‘Met geopolitiek houd ik me specifiek niet bezig. Dan vervreemd ik per definitie een deel van onze studenten en staf van me. Mijn functie is er juist om te zorgen dat we als pluralistische, academische gemeenschap begrip voor elkaar kunnen blijven opbrengen in het klaslokaal, het kantoor en de collegezaal, ongeacht onze visies.’
Joodse studenten spreken het Diversity Office immers eveneens aan. ‘Ze vragen me of ik er niet voor kan zorgen dat de UvA een veilige omgeving voor iedereen is,’ verklaart Keestra. Zo organiseerde de CDO Campus Dialogues waar studenten- die zich onveilig voelden, ongehoord voelden of anderszins- hun persoonlijke gevoelens konden delen en in samenwerking met de vertrouwenspersonen werd de Nationaal Coördinator Antisemitisme uitgenodigd. Keestra: ‘Maar ja, ik ben niet in al die klaslokalen. En de emoties die bij het conflict in Gaza komen kijken, zo langdurig en zo intens, dat heeft ons toch ook wel een beetje verrast.’
‘Safe spaces’
Een geheel veilige omgeving binnen de universiteit, zonder ‘triggers’ of incidentele onveilige gevoelens, kan het Diversity Office niet bieden, zegt Keestra. ‘Natuurlijk is de universiteit een plek waar debat en meningsverschillen juist belangrijk zijn: het mag daarbij zeker schuren. Maar soms wil je bijvoorbeeld als docent of onderzoeker ook gevoelige, persoonlijke dingen kunnen bespreken, waarvoor je dan soms een “safe space” creëert. Bijvoorbeeld bij de meeting van een Palestijnse en Joodse activist met studenten afgelopen woensdag, stuur ik van tevoren een mail met een set aan regels voor een veilige omgeving.’
De stelling dat de universiteit als safe space op te gespannen voet zou staan met academische vrijheid en benodigde confrontatie kwam de vorige CDO De Graaf op kritiek te staan. In 2021 stapte zij na kritiek op. ‘We moeten zeker stilstaan bij hoe we als personen met elkaar omgaan en dat integreren in onderwijs’, stelt Keestra, ‘maar het is absoluut niet zo dat we daarmee de hele universiteit willen transformeren.’
Achterstallig
Opvallend is dat op het 1 oktober-evenement geen sprekers aanwezig zijn die zeer kritisch zijn op de aanwezigheid van een Diversity Office. ‘Eerder bespraken we in een evenement al de kritiek op het Diversity Office’, legt CDO Keestra uit. Akachar vervolgt: ‘We stellen ons vooral zelf kritische vragen en gaan een analyse maken van de weerstand tegen diversiteitsbeleid aan de universiteiten.’
Want progressie in diversiteit en inclusie begint ze nu pas langzaam te merken. ‘We zijn pas een aantal jaar bezig, de Nota Diversiteit is er pas sinds 2019. Verandering kost tijd.’ En dus zijn dit spannende tijden, met landelijke weerstand en fikse bezuinigingen boven het hoofd, zegt Akachar. ‘Hoe geven we in deze moeilijke tijd toch de ruimte aan die diversiteit en inclusie?’ Want, stelt Keestra, terwijl de weerstand groeit en bezuinigingen dreigen, is dat juist nu problematisch. ‘Dit diversiteitsbeleid is echt allang achterstallige vernieuwing.’
Het evenement ‘De impact van een verhardende maatschappij op diversiteitswerk’ vindt plaats op Diversity Day dinsdag 1 oktober om 20.00 op de Brug van de REC. Sprekers zijn nationaal coördinator Rabin Baldewsing, oud-Groenlinkspoliticus Tofik Dibi, hoofddocent politicologie Saskia Bonjour, onderzoeker Fayaaz Joemmanbaks en CvB-voorzitter Edith Hooge. Aanmelden kan via deze link.