Niks meer missen?
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
Foto: Romain Beker
actueel

Voor zijn proefschrift bezoekt UvA-docent Sydney Schelvis zoveel mogelijk clubs tijdens ADE

Wessel Wierda,
19 uur geleden

UvA-docent Sydney Schelvis schrijft een promotieonderzoek over clubcultuur en elektronische muziek. Met ADE maakt hij daarom aantekeningen in zoveel mogelijk clubs, ‘Aan de rafelranden van de stad is de clubbeleving heel anders dan bij de centraal gelegen clubs.’

‘Zo vaak heb ik niet de kans om op één dag naar elf clubs te gaan,’ lacht Sydney Schelvis (29). Het Amsterdam Dance Event (ADE), van 16 tot en met 20 oktober, is voor de UvA-docent muziekwetenschappen beslist geen tijd om rustig aan te doen. Van ’s ochtends vroeg tot diep in de nacht is hij – vijf dagen lang – in de weer met wat hij zijn ‘Elfstedentocht langs clubs’ noemt. Als assistent-programmeur bij de Melkweg heeft Schelvis gratis toegang tot alle ADE-evenementen.

 

Voor slapen heeft Schelvis deze week dus niet veel ruimte ingebouwd, voor zijn proefschrift aan de UvA, verrassend genoeg, wél. Dat zit zo. Door clubs rond te gaan komt hij erachter hoe druk het bij andere clubs is tijdens ADE, wat er gedraaid wordt en wat voor mensen er komen. Die kennis neemt hij mee naar zijn werkplek, de Melkweg, maar gebruikt hij evengoed voor zijn promotieonderzoek. ‘Mijn proefschrift schuurt dicht tegen mijn werk bij de Melkweg aan,’ verklaart Schelvis. Zie je tijdens deze editie van ADE dus iemand in de hoek van de club met kladblok en pen aantekeningen maken? ‘Dan ben ik dat, haha.’

 

Onderzoek naar elektronische dansmuziek en clubcultuur is jarenlang een ondergeschoven kindje geweest in de academische wereld, stelt Schelvis. Het is de reden dat hij samen met student-onderzoeker Alina Tomescu en docent culturele muziekwetenschap Oliver Seibt aan de UvA een onderzoeksgroep coördineert, waarin studenten en onderzoekers samenkomen om hun bevindingen over dit onderwerp bij elkaar te toetsen. The Amsterdam Electronic Dance Music Research Group (Amsterdance) heet het project.

 

De rafelranden van de stad

Zijn eigen promotieonderzoek komt daar ook ter sprake, die gaat over de manier waarop clubmuziek sociale verschillen teweegbrengt in de stad. Grote, centraal gelegen clubs in Amsterdam, zoals de Melkweg (gesitueerd vlakbij het Leidseplein), draaien volgens hem ‘best wel zachte muziek, zoals liquid drum ‘n bass’. ‘De snelheid van de gemiddelde track ligt relatief laag. Het is best wel poppie, eigenlijk zijn het gewoon popnummers met een breakbeat eronder.’ In de praktijk komen daar vaak jonge mensen op af, constateert Schelvis, ‘de beleving is anders, de drugs ook’.

Foto: Romain Beker
UvA-docent Sydney Schelvis

Aan de rafelranden van de stad (zowel cultureel als geografisch gezien) is de muziek juist veel harder, vervolgt hij, ‘grimmiger’, met meer tempowisselingen en verschillende muzieklagen op elkaar. Hij noemt clubs als Lofi (Westelijk Havengebied) en Garage Noord (Amsterdam Noord). ‘Dáár, in de periferie van de stad, zitten de muzieknerds die echt diepgang in deze muziek zoeken,’ volgens Schelvis. ‘Populaire meezingnummers kom je er niet zo snel tegen.’  

 

ADE is een visitekaartje

Tijdens ADE blijft dit onderscheid grotendeels intact, stelt Schelvis. Juist omdat er zoveel mensen naar ADE komen, kunnen clubs uit de periferie hun gebruikelijke muziek draaien, legt hij uit. ‘Je tent komt toch wel vol, je hoeft niet populair te gaan doen. De grote evenementenlocaties daarentegen, zoals Ziggo Dome en AFAS Life, móeten de zaal wel vol krijgen om de productiekosten terug te verdienen. Die zetten dus vol in op populaire elektronische muziek.’

 

Maar ongeacht hoe groot of bekend de club is: ADE is voor hen altijd een mooi visitekaartje, zegt Schelvis pal voor de hoofdingang van de Melkweg. Achter hem worden woensdagmiddag nog de laatste voorbereidingen getroffen. ‘Dit plateau op het water, waar wij nu op staan, hebben we kort geleden geplaatst om een soort Eftelingrij te creëren,’ zegt Schelvis trots. Zo kan de grote stroom aan bezoekers, die ook bij de Melkweg verwacht wordt tijdens ADE, in goede banen worden geleid.

 

De weekenden vóór ADE zijn juist relatief rustig, constateert Schelvis. ‘Sommige clubs zijn dicht, andere zijn de afgelopen twee weekenden best wel leeg geweest. Je merkt dat vele bezoekers hun geld en energie opsparen, zodat ze helemaal klaar zijn om los te gaan met ADE.’

 

‘Geen oordoppen dragen is echt heel dom’

Voldoende rust nemen

Schelvis is ervaringsdeskundige, elf jaar lang gaat hij al naar ADE. Dat begon met een ticket kopen voor één feest – ‘toen ik nog een studentenbudget had’ – maar werd in de daaropvolgende jaren al snel naar meerdere feesten gaan, verspreid over de week. Later kwam daar ook werken tijdens ADE bij, achter de bar in de Melkweg. ‘Dat is echt topsport leveren: diensten draaien van 9 uur ’s avonds tot 9 uur ’s ochtends en dan de volgende dag weer… De mensen achter de bar zijn écht de onvolprezen helden die ADE mogelijk maken.’  

 

Van tevoren voldoende rust nemen is dan onontbeerlijk, weet Schelvis. ‘Continu blootgesteld worden aan luide muziek doet meer met je dan je denkt. Geen oordoppen dragen is dus echt heel dom, ze zouden verplicht moeten zijn.’ Zijn evenement-tips voor deze ADE? ‘Oeh, er is veel, maar ik zou zeggen: tubaspeler Theon Cross, donderdagavond in het Bimhuis. Ik ben heel benieuwd: ik denk niet dat het een rave wordt, maar ik ben elk jaar weer verrast wat ze tijdens ADE presenteren in het Bimhuis.’ En tot slot, ‘een sigaar uit eigen doosje,’ lacht Schelvis. ‘ADE Lab, zaterdagnacht in de Melkweg.’