Faalangst, prestatiedruk en keuzestress: hoe leuk is studeren nog? En dan heb je ook nog eens een waslijst aan praktische dingen te leren op weg naar die verdomde volwassenheid. Stella en Eva schrijven het om en om van zich af. Dit keer: hotel mama.
Of ik er al over dacht mijn huur op te zeggen? Al een jaar lang ben ik constant aan het logeren. Door werk in een andere stad, lange reizen en een verkering die uitging, woonde ik steeds een paar weken of maanden ergens anders. Toen ik in januari eindelijk weer een eigen kamer had, met mijn eigen inrichting en spullen, was ik meer dan opgelucht. Ik had een stukje onafhankelijkheid teruggewonnen.
Dat heeft maar twee maanden geduurd. Begin maart ging ik weer op reis, en toen ik terugkwam moest ik gelijk in quarantaine met mijn vriend, en nu ben ik dus al zes weken niet in mijn eigen huis geweest. Hoewel het prima gezellig is, hoewel we elkaars steun nu goed kunnen gebruiken en hoewel er genoeg ruimte en liefde is om er nog een hele tijd te bivakkeren, is er nog geen haar op mijn hoofd die erover denkt mijn huur op te zeggen.
Misschien is dat onverstandig. De vraag kwam van een financieel heel verantwoordelijke vriendin. Ook zij woont nu sinds een paar weken niet meer in haar eigen huis, maar bij haar ouders. Ze vermoedt dat de universiteiten dit semester niet meer open zullen gaan, en voor haar werk of sociale leven hoeft ze niet per se in haar studentenstad te zijn. ‘Ik ben echt niet van plan door te betalen als ik toch de hele zomer bij mijn ouders ben,’ zegt ze zelf.
Het is een afweging die heel veel studenten nu logischerwijs moeten maken: intrekken bij je ouders en dus een stukje onafhankelijkheid opgeven, of blijven doorbetalen voor een kamer waar je nooit komt. Dat, terwijl je misschien net afstudeert terwijl de wereld afstevent op recessie. Terwijl je misschien je bijbaan al bent kwijtgeraakt. Terwijl je meer kans loopt op studievertraging, en je je lening dus maandelijks ziet oplopen. Als het überhaupt mogelijk is, is het dan misschien wel beter om weer even bij je ouders in te trekken.
En toch. Iedereen die dat weleens heeft gedaan, weet dat het helemaal zo simpel niet is. Je verlaat niet voor niets je nest. Daar kwam ik het afgelopen jaar zelf ook achter. Hoeveel ik ook van mijn ouders houd, het was toch wel even jammer toen mijn vader me tijdens het avondeten weer vroeg of ik mijn groente wel ging opeten. Het valt in de categorie klein leed, zeker nu. Zeker als je alternatief is aan je huur failliet te gaan. Maar denkend aan vorig jaar, met het slepen met dozen en koffers, het constant zoeken naar mijn spullen en het dreinende gevoel een mislukte volwassene te zijn, houd ik mijn kamer nog even aan. Al fungeert hij nu slechts als opslag, en als klein baken van hoop op een snelle en veilige afloop.