Ruim vijf jaar deed archeoloog Hayley Mickleburgh erover om een virtueel massagraf te ontwikkelen, zodat politiemensen en onderzoekers getraind kunnen worden in het opgraven van menselijke resten. Maar door het wegvallen van haar startersbeurs staat haar project op losse schroeven.
Ruim vijf jaar had Hayley Mickleburgh, UvA-archeoloog en directeur van het 4D onderzoekslab, geïnvesteerd in haar onderzoekplan. Met behulp van virtual reality (VR) wilde ze politiemensen en onderzoekers trainen om massagraven op de juiste manier op te graven.
Dat plan kan nu in de prullenmand. Op het nippertje miste ze namelijk de startersbeurs, de subsidie van drie ton die voormalig onderwijsminister Robbert Dijkgraaf invoerde om jonge onderzoekers te helpen met het opstarten van onderzoek en de werkdruk te verlichten. Met de bezuinigingen van het huidige kabinet zijn alle startersbeurzen komen te vervallen voor universitair docenten die vanaf 2024 een contract tekenden aan de universiteit. Mickleburgh kreeg in 2023 te horen dat zij vast in dienst werd genomen, maar kreeg haar contract pas definitief in 2024.
Maar één keer opgraven
En dat is zonde, zegt Mickleburgh, want zonder een VR-training waarin je leert hoe je massagraven het beste ontmantelt, heb je de kans dat je bewijsmateriaal vernietigt, waardoor daders ongestraft blijven en nabestaanden nooit zekerheid krijgen. Mickleburgh: ‘Je kunt een massagraf maar één keer opgraven en als je niet direct je bewijsmateriaal op de juiste manier documenteert, vormt dat een groot risico voor het identificeren van slachtoffers en het strafrechtelijk onderzoek dat plaatsvindt. Dus dat moet in één keer goed gaan.’
Wereldwijd worden er steeds meer massagraven ontdekt. ‘Denk aan Oekraïne, Libië, Tunesië, Mexico en andere delen van de wereld,’ zegt Mickleburgh. ‘En er zijn urgente tekorten aan kennis en trainingen bij lokale autoriteiten waardoor onbekende slachtoffers niet geïdentificeerd worden. De kennis zit nu vooral in Westerse landen, en die moet op een toegankelijke manier worden overgedragen aan landen die met massagraven te maken krijgen.’
Bovendien zijn er zijn heel weinig mogelijkheden om echt te trainen in hoe je een massagraf zorgvuldig moet opgraven in de forensische archeologie, volgens Mickleburgh. ‘Vaak moet dat on the job en dan kun je je niet veroorloven om te gaan experimenteren. Maar met een virtueel graf kun je wel experimenteren en bijvoorbeeld een andere aanpak uitproberen.’
‘De VR-omgeving zou ook nieuwe inzichten op kunnen leveren voor het onderzoek,’ stelt Mickleburgh. ‘In massagraven kun je niet zomaar experimenteren met technieken en methoden; je moet je houden aan strikte protocollen om het bewijs niet in gevaar te brengen. Wat VR kan bieden, is een gecontroleerde omgeving om verschillende opgraafmethodes te simuleren, zonder het juridische proces in gevaar te brengen. Stel je voor dat we het opgravingsproces helemaal omgooien, wat is dan het effect op hoe we het graf interpreteren? Een VR kan werken om dit te onderzoeken mits de virtuele omgeving overeenkomt met de realiteit, bijvoorbeeld op het gebied van grondsoort. Forensisch archeologen gebruiken nu oude methoden. Er is veel ruimte voor verbetering, mits we de mogelijkheid krijgen om te experimenteren.’
Interacteren in VR
Mickleburgh was al een heel eind op weg om een VR te ontwikkelen waarmee je met een VR-bril, of op een laptop of zelfs smartphone, jezelf in een massagraf kan wanen. ‘Ik heb al alle gegevens over menselijke decompositie en heb een virtueel massagraf al in 3D in kaart gebracht. Maar dat moet je dan nog wel technisch nabootsen in VR. Maar de ontwikkeling van het virtuele massagraf is heel complex en vereist veel technische expertise,’ vertelt Mickleburgh, ‘en met de startersbeurs kon ik onder andere investeren in de technische ontwikkeling.’
Waarom is de ontwikkeling technisch zo moeilijk? Mickleburgh: ‘De virtuele omgeving moet ten eerste heel realistisch zijn. Realistisch visualiseren betekent een hoge resolutie en zware 3D-data. Als je wilt dat het beeld dan niet hapert, moet de zware 3D-data geoptimaliseerd worden met geavanceerde technieken om in realtime te laden. Daarnaast is het belangrijk in hoeverre je kan interacteren met de omgeving. Je moet dingen kunnen oprapen, verplaatsen en veranderen aan je omgeving, in tegenstelling tot een omgeving die slechts in 3D te bekijken is. Door de interactiemogelijkheid kun je ‘opgraaffouten’ maken en daar direct feedback op ontvangen.’
Staken
Juist de financiering van de technische ontwikkeling komt nu de startersbeurs van tafel is lastig van de grond. ‘Ik ben nu op zoek naar andere financieringsbronnen, maar die zijn allemaal veel kleiner dan de startersbeurs. Hoe kan ik nog met kleine stukjes geld hetzelfde voor elkaar krijgen? Dat is nog veel tijdrovender en ingewikkelder. Als ik het niet rondkrijg, moet ik het project staken.’