Urenlang op de bank Candycrush of Supermario spelen blijkt nog enig nut te hebben ook. Van gamen word je namelijk intelligenter, ontdekte UvA-onderzoeker Jessica Piotrowski. ‘We moeten ons negatieve beeld van games bijstellen.’
Want zo is het wel vaak: gamen wordt toch al snel als iets fouts bestempeld. Het is tijdrovend, zou misschien wel gewelddadigheid in de hand werken en is antisociaal. ‘Terwijl wij als onderzoekers tegelijkertijd ook lezen hoe gamen bijvoorbeeld probleemoplossend vermogen en ruimtelijk inzicht stimuleert.’
En dus besloot Piotrowski samen met Patti Valkenburg (UvA) en Karin Fikkers van de Universiteit Utrecht te onderzoeken of gamen inderdaad effect heeft op de zogenoemde fluïde intelligentie: het vermogen om nieuwe problemen op te lossen door patronen te herkennen, verbanden te leggen en logisch te redeneren. Het is de tegenhanger van gekristalliseerde intelligentie, die draait om feitelijke kennis en de algemene ontwikkeling.
Vooruit denken
Piotrowski was zelf geïntrigeerd geraakt door een eerder onderzoek dat in Nature werd gepubliceerd. Daarin lieten wetenschappers ouderen en Alzheimerpatiënten het racespel NeuroRacers spelen. Ze zagen dat de fluïde intelligentie daarna inderdaad sterk verbeterde. ‘Hun intelligentie was plots vergelijkbaar met die van een twintigjarige,’ zegt Piotrowski.
Heel gek is die uitkomst misschien ook wel niet, betoogt ze: bij het spelen van videospelletjes word je gedwongen vooruit te denken. ‘Wat staat er om de hoek? Wat gebeurt er als ik nu deze actie onderneem?’
Kip of ei
Eerst was er nog de kip of het ei-discussie: is het nu zo dat mensen die hoog scoren op fluïde intelligentie vaker gamen, of zorgt gamen juist voor die hogere intelligentie? Uit het onderzoek, waarbij 934 kinderen tussen de 3 en 7 jaar oud vier jaar lang werden gevolgd, blijkt nu dat dit laatste het geval is. Het onderzoek richtte zich op allerlei soorten games: er werd dus geen onderscheid gemaakt tussen puzzels of een videospelletje. ‘Die kwestie is interessant voor verder onderzoek: hebben bepaalde games meer effect op de intelligentie en welke zijn dit dan?’ zegt Piotrowski.
Want wat doe je met gewelddadige games als Grand Theft Auto, waarin je in een stad als Los Angeles rondrijdt en mensen dood kunt schieten? ‘Dat is inderdaad een strategisch, maar erg gewelddadig spel,’ erkent Piotrowski. ‘Het is belangrijk om hierover met je kind in gesprek te blijven. Daarnaast is het ook belangrijk als je tieners hebt om hun autonomie te stimuleren. Speel misschien zelf ook eens het spel, dan weet je waar ze het over hebben.’
Fluïde intelligentie
Fluïde intelligentie heb je nodig voor de 21-eeuwse vaardigheden, die nu zo belangrijk worden geacht, stelt Piotrowski. ‘Flexibiliteit, probleemoplossend denken, communiceren: het zijn allemaal zaken die met fluïde intelligentie te maken hebben.’ Gamen kan daaraan zeker een bijdrage leveren, zegt ze, gezien de resultaten van dit onderzoek, bijvoorbeeld in het onderwijs. Het zou misschien kunnen helpen de kloof tussen leraar en leerling te dichten.
Piotrowski: ‘Games zijn heel persoonlijk: het gaat vaak om je eigen beleving via bijvoorbeeld een personage of een voertuig. Het geeft je de mogelijkheid om bepaalde zaken eindeloos te oefenen waar je nog niet goed in bent. Misschien dingen waar een docent makkelijker overheen stapt omdat hij ze zelf minder ingewikkeld vindt, maar die voor de leerling wel lastig zijn.’
Of Piotrowski zelf ook gamet? Ze lacht. ‘Nee, daar heb ik geen tijd voor. Maar na dit onderzoek bedacht ik wel dat ik de wachttijd op vliegvelden best kan benutten met een sudoku-puzzel of iets dergelijks.’