‘Het afleggen van een wetenschapseed is vooral een goed idee om jonge wetenschappers bewust te maken van hun verantwoordelijkheid, maar een eed is niet nodig om fraudeurs hun doctorstitel af te pakken.’ Dit zegt Jaap Zwemmer, voorzitter van de Algemene Instellingsgebonden Ethische Commissie (
AIEC) van de UvA in reactie op een opinieartikel in
NRC Handelsblad.
Afgelopen zaterdag pleitte een aantal leden van
De Jonge Akademie in de krant voor een eed die alle promovendi verplicht zouden moeten afleggen alvorens ze de doctorstitel kunnen krijgen. Tot nu toe leggen alleen artsen zo’n eed af. Door het afleggen van de
eed van Hippocrates verplichten artsen wereldwijd zich om bepaalde beroepsregels te handhaven. De artseneed werd in Nederland in 1878 ingevoerd.
Neurofysioloog Huib Mansvelder (VU), filosoof Ingrid Robeyns (Erasmus Universiteit Rotterdam) en aardwetenschapper Maarten Kleinhans (Universiteit Utrecht) willen zo’n eed ook invoeren voor andere wetenschappen om op die manier wetenschapsfraude te voorkomen. Met de eed zouden onderzoekers moeten beloven kernwaarden van de wetenschap in het oog te houden, zoals waarheidsvinding en onderzoek ten bate van de maatschappij.
Zwemmer zegt dit een heel goed plan te vinden. ‘Ik ga het in de eerstkomende vergadering van de AIEC zeker aan de orde stellen. Maar het afpakken van een doctorstitel is voorbehouden aan het College voor Promoties dat daartoe altijd kan beslissen in geval van bewezen wetenschapsfraude.’
De jonge wetenschappers willen met hun voorstel vooral een formeel instrument creëren, want er wordt volgens hen nu te veel aan het toeval overgelaten. Naast de eed bepleiten zij onder meer aan elke universiteit een integriteitspersoon aan te stellen, die onafhankelijk van de universiteit kan opereren. Bovendien willen ze colleges wetenschapsethiek voor jonge onderzoekers invoeren.