UvA-promovendus en chemicus bij het politielaboratorium Ruben Kranenburg ontwikkelde een detector om ter plaatse drugs te analyseren. De zogenoemde powderpuck kan 80 procent van de meest voorkomende drugs binnen een paar seconden identificeren.
Op een woensdagmiddag eind november is het rustig in het forensisch lab van het politiekantoor in Sloterdijk. Op de vensterbank staan bakken met plastic zakjes drugs, vastgeniet aan formulieren, te wachten om geanalyseerd te worden. ‘Als er niet direct spoed is, dan stapelt het soms wat op,’ vertelt Ruben Kranenburg, analytisch chemicus bij de Forensische Opsporingsdienst van de politie Amsterdam én buitenpromovendus bij de UvA. ‘We hebben net het Amsterdam Dance Event gehad, dus vanaf oktober, november ligt hier nu werk.’
Welke drugs hij het meest aantreft in het politielab? ‘Cocaïne, xtc (MDMA)… Metamfetamine is niet populair in Nederland, speed (amfetamine) wel. Heroïne zien we ook wel, maar is niet iets wat het uitgaanspubliek gebruikt. En dan is er nog GHB, een van de weinige vloeibare drugs. Heel erg verslavend, daar gaan echt mensen kapot aan.’
Bert & Ernie
Kranenburg, nu ruim dertien jaar werkzaam bij het politielab, zag de drugswereld in die tijd veranderen. Hij zag het gebruik van cocaïne toenemen in Amsterdam. En zag hoe de xtc-pillen, met de komst van de tabletteermachines via AliExpress, veranderde van saaie, ronde pillen in felgekleurde, verzamelitems met Rolex-kroontjes, Mercedes-logo’s en Bert & Ernie.
Ook zag hij de opkomst van nieuwe, psychoactieve stoffen: designer drugs. Designer drugs lijken sterk op bestaande drugs, maar zijn nog niet opgenomen in de Opiumwet van verboden middelen, omdat ze chemisch net iets afwijken.
Tegelijkertijd zag hij, door de verbreding van nieuwe stoffen op de drugsmarkt, de politie tegen beperkingen aanlopen om alle nieuwe drugs accuraat en snel te kunnen testen. ‘Voor een veroordeling moeten drugs op moleculair niveau geïdentificeerd worden. De drugs moeten dan eerst naar het lab. Daar kan een aantal dagen overheen gaan, terwijl de verdachte ondertussen vastzit in afwachting van een snelrechtzitting waarvoor het laboratoriumrapport noodzakelijk is. Ook komt het voor dat in politieonderzoek niet gelijk doorgepakt kan worden omdat moet worden gewacht op de laboratoriumuitslag.’
Handheld apparatuur die drugs ter plaatse kan identificeren zou een uitkomst kunnen bieden voor de politie. Commerciële apparatuur om explosieven en later ook drugs ‘on scene’ te kunnen testen kwamen op de markt na 9/11.
Wel zet Kranenburg zijn vraagtegens bij hoe goed gevalideerd die apparatuur is. ‘Ik denk dat het op de drugsmarkt niet mogelijk is om dat volledig aan de markt te laten. Een commerciële partij kan namelijk niet beschikken over een grote hoeveelheid praktijkmonsters drugs. Dan krijg je een product dat net niet helemaal fit for purpose is. Geschikt voor een eerste indicatie en een verdachtmaking, maar niet volledig betrouwbaar voor een veroordeling. Ik denk dat de politie moet samenwerken met de academie en commerciële partijen om optimale detectoren te krijgen.’
Vanuit zijn functie bij het politielab beschikte Kranenburg wel over de praktijkmonsters, en in overleg met UvA-hoogleraar forensische analytische chemie Arian van Asten (HIMS) besloot hij zelf nieuwe technieken voor ‘on scene’ druganalyse te onderzoeken om hierop te promoveren.
IJshockeypuck
Tijdens zijn promotie werkte Kranenburg samen met de UvA, het politielab en het Amsterdamse softwarebedrijf TIPb aan de powderpuck. Een apparaat dat eruitziet als een ijshockeypuck en 80 procent van de meest voorkomende drugs binnen een paar seconden kan identificeren. Kranenburg legt een plastic zakje met poeder op de bovenkant van de powderpuck die via usb is verbonden met een laptop. Op het laptopscherm verschijnt een spectrum en het woord ‘cocaïne’.
‘Met nabij-infrarood (NIR) licht meet de puck de inhoud van het zakje,’ vertelt Kranenburg. ‘En op de computer verschijnt dan een spectrum, die voor elke organische stof uniek is. De puck heeft een eigen bibliotheek van verboden middelen die we uitgebreid gevalideerd hebben. Verschijnt er een nieuwe stof op de markt, dan voegen we die simpelweg aan de bibliotheek toe.’
(Lees verder onder de afbeelding.)
De powderpuck identificeert niet alleen drugs, maar ook stoffen die daarop lijken. Kranenburg: ‘In de praktijk komen we vaak stoffen als paracetamol, cafeïne, lidocaïne en suiker tegen. Als losse stof - dus niet strafbaar - of als versnijdingHet mengen van harddrugs met andere stoffen in cocaïne.’
Mengsels, die je in de drugspraktijk veel tegenkomt, zijn lastiger om te meten. Het data-model dat TIPb heeft ontwikkeld bleek echter feilloos in staat om deze mengsels toch goed te identificeren ‘Alleen als het cocaïnegehalte lager is dan 20 procent, meet de powderpuck het soms niet goed meer. Dan wordt de stof alsnog naar het lab gestuurd. Maar in de praktijk komt cocaïne die zover is doorversneden zelden voor.’
Er zijn al handheld detectors op de markt zoals een ramanspectrometer van minstens 20.000 euro. ‘Niet het bedrag dat je in elke politieauto wilt leggen.’ De powderpuck zou voor een aanzienlijk lager bedrag geproduceerd kunnen worden.
Voorlopig wordt de powderpuck nog niet gebruikt ter vervanging van de labapparatuur op het politielab. ‘Daar ben ik zelf nog wat terughoudend in. Er is geen wet die voorschrijft hoeveel bewijs je moet hebben voor je het in strafzaken mag gebruiken, maar we zijn gewend om zeer uitgebreide apparatuur te gebruiken: een geavanceerd apparaat (een GC-MS) van een ton om pure cocaïne te meten is best een beetje overkill. Maar tegelijkertijd zijn we dat ook gewend. En wat je ook niet wil is dat je voor de rechter in technische discussies belandt met andere wetenschappers die de apparatuur nog niet kennen. Dus daarom stellen we ons nu open voor inhoudelijke discussies met bijvoorbeeld het Nederlands Forensisch Instituut, het Douanelaboratorium en andere mededeskundigen om de powderpuck te komen testen en ontdekken.’
Voorlopige promotiedatum: 12 mei 2023 om 14.00 uur. Locatie: Aula (Oude Lutherse Kerk). Toegang: vrij.