Het gaat goed met de gans, de meeste soorten zijn de afgelopen jaren toegenomen. Voor boeren is dat minder goed nieuws, ganzen vreten namelijk het grasland kaal. Hoeveel verjaging van de ganzen is zinvol? Dat onderzocht promovenda Nelleke Buitendijk. ‘Bij intensieve verjaging vertrekken de ganzen naar een buurland, dan verplaats je het probleem alleen maar.’
Rapporteerden onderzoekers in de jaren ’50 nog verheugd over het vinden van een groep van honderd brandganzen, voor ganzenwetenschapper Nelleke Buitendijk zijn groepen van duizend ganzen inmiddels geen uitzondering.
‘Een conservatiesuccesverhaal,’ aldus Buitendijk die vrijdag promoveert aan de UvA en het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW). Voor de boeren is dat minder goed nieuws. Door de toename van landbouwgrond grazen wilde vogels steeds vaker in de wei van de boer.
Is er sprake van een ganzenplaag?
‘In Europa valt het allemaal nog heel erg mee. Maar in Noord-Amerika zou je de sneeuwganzen met aantallen van veertien miljoen wel echt een plaag kunnen noemen. De ganzen veranderen namelijk de hele toendra en hebben een negatief effect op andere dieren die daar leven. Daarmee vergeleken valt de brandganzenpopulatie – met nog geen anderhalf miljoen brandganzen de grootste ganzensoort in Europa – wel mee. Toch moeten we in de gaten houden wat voor effect die ganzen hebben.’
Je volgde en observeerde zeventig gezenderde brandganzen in Friesland. Welke effect hebben de ganzen daar?
‘De ganzen grazen op landbouwgrond en verminderen zo de oogst van de boer. In mijn studie richtte ik me op graslanden in Friesland met de vraag: hoe kunnen we schade door ganzen verminderen zonder de ganzenpopulatie te schaden.’
Komt de onderzoeksvraag van de boeren die hun landbouwopbrengsten zien dalen?
‘Voor een deel. De boeren krijgen compensatiebetalingen voor hun verloren oogst vanuit de overheid. Die schade is de afgelopen jaren flink opgelopen, dus het kost de overheid ook veel geld. De vraag komt dus ook vanuit de overheid. Een van de grote vragen was, neemt de schade lineair toe met het aantal ganzen? Daar waren onderzoeken uit de jaren ’80 niet eenduidig over.’
Dat zou je toch verwachten, hoe meer ganzen hoe meer schade?
‘Dat blijkt niet het geval, althans niet lineair. De hoeveelheid schade neemt toe met de hoeveelheid ganzen, maar per gans wordt de schade minder.’
Hoe kan dat?
‘Precies weten we dat niet. Maar de aannemelijkste verklaring zit hem in hoe ganzen met hun energie omgaan. Ganzen foerageren overdag op land en rusten ’s nachts op het water. De populairste velden zijn dus vlak bij het water, want hoe korter de reistijd, hoe minder energie de ganzen verbruiken en hoe minder de ganzen eten. Daar vind je dus op de grootste groepen ganzen. Daarnaast kiezen de ganzen mogelijk ook voor de velden waar het beste voedsel te vinden is en ze de meeste energie uit een veld kunnen halen. Dus hoe meer ganzen een veld gebruiken, hoe minder gras één gans eet.’
Hoe vertaalt dit resultaat zich in beleid?
‘Een manier om schade door ganzen te verminderen is om ganzen te verjagen. Dat kan door het veld op te lopen, met een laser te schijnen of richting de ganzen te schieten. Maar hoeveel verjaging is effectief? Daarvoor hebben we een ganzensimulatie gedaan. We hebben in een model nagebootst wat er zou gebeuren als groepen van duizend ganzen elke dag in Friesland gaan foerageren. Daarin varieerden we de grootte van de opvanggebieden en hoeveelheid verjaging van ganzen. Daaruit blijkt dat als je mensen moet inhuren om de ganzen te verjagen de kosten nogal oplopen. Zo ver dat het niet meer in verhouding staat tot het opbrengstverlies dat de boer bespaart. Het kosteneffectiefste is dus ofwel om de ganzen helemaal niet te verjagen, of om hele specifieke kleine gebieden te kiezen en daar intensief te verjagen. Zoals bij net ingezaaid gras of bij vliegvelden, waar er een risico is op aanvliegingen.’
Welke gevolgen heeft opjagen voor de ganzen?
‘Wanneer de verjagingsgebieden te groot worden en de opvanggebieden te klein, krijgen de ganzen niet genoeg voedsel binnen. In het model gaan ze dan dood, in werkelijkheid zullen ze naar een buurland toe gaan. Dan verplaats je het probleem alleen maar. Ganzen zijn namelijk trekvogels en grazen ook in andere landen in Europa op landbouwgrond. Daarom wordt er op internationaal niveau onderzoek gedaan.’
Hebben de boeren begrip voor de uitkomsten van het onderzoek?
‘De boeren worden betrokken bij het ganzenbeleid dat per provincie wordt vastgesteld. De boeren hebben ook veel interesse, dat merkte ik aan het contact met de boeren van de velden waar ik onderzoek deed. Ik heb ook meermaals mijn onderzoeksresultaten gepresenteerd aan de provincie en de boeren waarbij er ruimte was voor feedback. Zo worden de boeren niet voor een voldongen feit gesteld, maar verloopt het proces transparant.’
Nelleke Buitendijk hoopt op vrijdag juni om 11.00 uur te promoveren op haar proefschrift Geese Grazing Grasslands – Managing the impact of geese on agricultural grassland. De verdediging vindt plaats in de Aula (Oude Lutherse Kerk) en is vrij toegankelijk.